Inclusiespiegel GRIP toont lagere participatie van mensen met een beperking

item_left

foto_c_gripvzw

item_right

Inclusiespiegel GRIP toont lagere participatie van mensen met een beperking

Document

Nieuwe cijfers van GRIP tonen dat mensen met een beperking nog steeds minder kunnen deelnemen aan sport- en vrijetijdsactiviteiten dan mensen zonder een beperking. GRIP, de burgerrechtenorganisatie van en voor mensen met een handicap, deelt deze cijfers in een rapport genaamd 'Inclusiespiegel Vlaanderen: de deelname van personen met een beperking aan de samenleving'. Dit rapport bestudeert een aantal sleutelindicatoren die tien jaar geleden in 2006 ook geen positieve resultaten leverden.

Voor de volledige informatie verwijzen we naar het rapport onderaan en de website van GRIP. We gaan hier kort in op drie thema's die betrekking hebben op de vrije tijd: sportparticipatie, cultuurparticipatie en het lidmaatschap van verenigingen. Uit onderstaande grafiek blijkt duidelijk dat de participatie van mensen met een handicap op deze vlakken systematisch lager ligt dan bij de rest van de bevolking. 

grip_1

We kunnen stellen dat de participatie de afgelopen jaren nagenoeg status quo blijft of hoogstens erg lichtjes stijgt:

- Sportparticipatie van 42% naar 46% (tegenover een lichte daling in de algemene bevolking van 63% naar 62%)

- Cultuurparticipatie van 67% naar 68% (tegenover een lichte daling in de algemene bevolking van 86% naar 82%)

- Lidmaatschap van een vereniging blijft gelijk, zowel bij mensen met een handicap (45%) als in de algemene bevolking (55%)

Samen met de andere factoren in het onderzoek, kunnen we ons aansluiten bij het algemene besluit van GRIP vzw: 

"We waren zeer benieuwd om uitspraken te kunnen doen over 2 vragen: 1/ Participeren personen met een handicap meer of minder tegenover 8 à 10 jaar geleden? en 2/ Is de kloof tussen personen met en zonder handicap groter of kleiner geworden? We betreuren het dat we slecht nieuws moeten brengen: het antwoord is op beide vragen negatief. De cijfers verwonderen ons echter niet. Vooruitgang komt er niet vanzelf. Daar is een sterk beleid met een duidelijke visie voor nodig."