Brainstormen. Zoveel mogelijk nieuwe ideeën bedenken.

item_left

item_right

Brainstormen. Zoveel mogelijk nieuwe ideeën bedenken.

Methodiek

Een geslaagde brainstorm is complexer dan soms gedacht. Wil je brainstormen volgens de regels van de kunst, dan vergt dit best wat kennis en competenties. Voor dit artikel haalden we onder andere de mosterd bij Koen De Vos van Brainssstorm en zijn publicatie 50.000 ideeën per dag. Ook pikten we veel op uit het werk van Centrum voor Creatief Denken (COCD). Brainstormen verloopt in principe in drie fases: een goede vraag, een divergeerfase en een convergeerfase. Tijdens de divergentie of ideegeneratiefase gelden een aantal spelregels. Die zijn er niet om je te beknotten maar om integendeel alle barrières weg te halen. Zodat er een open denkruimte ontstaat waarin mensen in alle vrijheid hun ideeën kunnen lanceren.

  • Stel je oordeel uit – alle ideeën zijn goed, worden aanvaard en opgeschreven
  • Focus op kwantiteit – streef naar zoveel mogelijk ideeën
  • Freewheel – spring gerust van het ene idee op het andere
  • Hitch-hike – lift mee op andermans ideeën

De belangrijkste regel is ‘Uitstel van oordeel’. Geef geen kritiek – zelfs geen al te lovende kritiek – op de ideeën van anderen. Maar houd ook jezelf niet in. Want alle ideeën zijn toegestaan: gewone ideeën, vergezochte, voor de hand liggende, naïeve, bizarre, absurde en natuurlijk ook de slimme ideeën. Het doel is immers zo veel mogelijk ideeën te genereren, in een zo groot mogelijke verscheidenheid. Beoordelen en selecteren van de ideeën is iets voor later – voor na de koffiebreak.

foto (c) brainstorm

FASE 1: Goed begonnen is…

De eerste fase is die van de ‘vraagstelling’.

Wat?

Deze fase moet leiden naar een duidelijke, stimulerende en inspirerende vraag. De deelnemers krijgen een dieper inzicht in de inhoud van het probleem, geven hun goedkeuring om mee te werken en formuleren het probleem vervolgens op een aantrekkelijke manier. Het probleem moet concreet genoeg geformuleerd zijn om opgelost te kunnen worden, maar tegelijk ook open genoeg om nieuwe oplossingen mogelijk te maken.

Hoe?

Briefing > Vraagstelling > Probleemherformulering

Briefing: een goede briefing is kort, helder en gaat zo snel mogelijk naar de kern van de zaak. Richt je tot de niet-specialisten in de groep. Vermijd daarom waar mogelijk jargon. Gooi het probleem in de groep alsof u het aan een kind uitlegt.

Vraagstelling en probleemherformulering: hier streef je naar een precieze en krachtige formulering van de vraag. Meteen daarna stimuleert u de deelnemers om de vraag creatief te herformuleren, zodat ze geprikkeld worden om de oorspronkelijke probleemsituatie vanuit een totaal andere invalshoek te bekijken en ze zo in een ander perspectief  te plaatsen.

Technieken:

  • Superambitieus: zie de uitdaging veel grootser, sneller en ongelooflijk goedkoop.
  • Beelden en metaforen: gebruik beeldspraak.
  • Omkeren: niet ‘bedenk een leuk vakantie-uitstapje voor de familie’ maar ‘bedenk een leuke familie voor een vakantie-uitstapje’.
  • Rechttoe rechtaan: vereenvoudig de vraag tot de naakte waarheid.
  • Overdrijven: Dik de vraag aan, doe er schepjes bovenop, dramatiseer.

Tips

Denk niet dat te veel voorbereiding de creativiteit zal schaden. Beter genoeg tijd uittrekken voor het formuleren van een scherpe vraag dan snelsnel van start gaan met een vage vraag.

Fase 2: Divergeren

Wat?

Deze fase mikt op een lange, bonte lijst ideeën. Hoe meer ideeën, hoe groter de kans op een oplossing. Tijdens deze fase verkent en verwerkt elke deelnemer alle ideeën die de revue passeren. Zo verwerft hij of zij een steeds vernieuwend inzicht in de problematiek. Ideeën creëren namelijk vanzelf inzicht. Nieuwe inzichten doen nieuwe vragen rijzen, die op hun beurt dan weer andere ideeën laten ontstaan. Het proces genereert zichzelf, voedt zich vanbuiten maar ook vanbinnen: de inspiratie komt uit de buitenwereld, maar nog meer uit de denkwereld, die zich steeds moet aanpassen

Hoe?

Van eerste ideeën of purge > Deviators & Creativiteitstechnieken

De purge of zuivering betekent de eerste, bekende ideeën uitschudden. Pas daarna kan de groep overstappen op meer provocatieve en stimulerende denktechnieken. De meer voor de hand liggende ideeën komen immers altijd het eerst op tafel. Geen enkele deelnemer is een onbeschreven blad, iedereen brengt zijn eigen ervaring en eigen verleden mee. Na de purge heb je meestal voldoende ideeën om verder te werken. De basis ligt er, de druk valt weg en de geesten zijn opgeruimd.

Deviators: manieren om het draagvlak van uw vraag te verbreden. Enkele voorbeelden:

  • Maak de opdracht moeilijker.
  • Maak de opdracht makkelijker.
  • Vertrek vanuit een ideale positie.
  • Benut de schadelijke effecten.
  • Herschik de componenten.
  • Speel met het perspectief.
  • Zet de zaken op hun kop.

Creativiteitstechnieken werken anders: je maakt een omweg, je verwijdert je van de vraag en het denkspoor, tot je in een totaal andere context terechtkomt. Met de ideeën die je daar opdoet, keer je vervolgens naar de oorspronkelijke vraagstelling terug. De kans op nieuwe en originele ideeën is groter dan bij deviators. Toch is een creativiteitstechniek hooguit een duwtje in de rug van de deelnemer om zijn klassieke denkpatronen te verlaten en andere invalshoeken te ontdekken.

Tips

Haal vreemde prikkels van buitenaf binnen om ideeën en impulsen die minder voor de hand liggen, op te wekken. Enkele pistes:

  • er extra deelnemers bij betrekken die weinig van het onderwerp afweten en neutraal staan tegenover standaardideeën;
  • stimuli, zoals tijdschriften, kranten, foto’s;
  • externe gegevens over concurrenten;
  • de nieuwste trends;
  • mogelijke gevaren;
  • best practices uit andere landen;
  • probleemvreemde ideeën, bijvoorbeeld uit sectoren die niets met de jouwe te maken hebben.

Enkele brainstormtechnieken...

Brainwriting

Dit is een snelle en eenvoudige brainstormtechniek. Brainwriting kan zowel alleen als in groep.

  • Neem een blad papier
  • Noteer in 10 minuten zoveel mogelijk oplossingen op een blad papier
  • Elk idee is goed. Schrijf dus alles op en vel nog geen oordeel

Schaven

Schaven is een gemakkelijke en snelle techniek als je iets wil veranderen aan een product of dienst. Pas hem alleen toe of in groep.

Stel jezelf de volgende zeven vragen over je product of dienst.

  • Kunnen we ons product of een onderdeel ervan vervangen, …? (Substitueren)
  • Kunnen we nieuwe combinaties maken, …? (Combineren)
  • Kunnen we het product een andere samenstelling geven, op zijn kop zetten, de volgorde ervan vervangen, …? (Herschikken)
  • Kunnen we ons product van vorm veranderen, een andere kleur geven, van tijdstip veranderen, …? (Aanpassen)
  • Kunnen we het product vergroten, lichter maken, vaker aanbieden, …? (Vergroten)
  • Kunnen we bepaalde onderdelen of functies van het product niet weglaten? ( Elimineren)
  • Kunnen we ons product een nieuw nut geven, er een nieuwe doelgroep mee aanboren, …? (Nieuw nut)

Negatieve brainstorm

Een negatieve techniek met een positief resultaat. Deze ‘omgekeerde brainstorm’ is gemakkelijk uit te voeren, alleen of in groep.

  • Doe een ideeënronde totdat het vastloopt en je niets meer kan verzinnen
  • Bedenk met de groep zoveel mogelijk redenen waarom het niet lukt om het probleem op te lossen
  • Ga door, fantaseer en overdrijf
  • Buig al deze redenen om door je af te vragen hoe dit wel zou kunnen. Maak zo van de obstakels een kans

Bloem-associatie

De bloemassociatie is een iets moeilijkere, maar erg nuttige brainstormtechniek. Deze techniek doet je afstand nemen van je probleem. Zo ontstaat er ruimte voor creativiteit.

  • Zet het belangrijkste woord uit je probleemvraag in het midden van een groot blad papier
  • Bedenk associaties en zet ze als bloemblaadjes rond het woord
  • Gebruik die nieuwe woorden weer als beginpunt om een nieuwe associatie te maken. Ga zo lang door als je wil
  • Kies een woord als inspiratiebron om nieuwe oplossingen te vinden voor je probleem
  • Herhaal dit met andere woorden

Natuur als inspiratie

Dit is een iets moeilijkere, maar leuke brainstormtechniek. Een goede techniek bovendien om out-of-the-box te denken. Doe hem in groep.

  • Op een groot blad papier schrijf je de naam van een willekeurig dier.
  • Er rond noteer je 8 à 10 woorden die dat dier bij je oproept.
  • Kies een van die woorden. Dit woord gebruik je als inspiratiebron voor nieuwe oplossingen voor je probleem.

De superheld

De superheld redt niet enkel mensen in nood, hij helpt je ook met brainstormen. Deze techniek vergt een behoorlijk grote verbeeldingskracht. Maar eens je hem onder de knie hebt, stap je gemakkelijk af van je meest ingesleten denkpatronen.

  • Neem een held of heldin in gedachten
  • Maak deze ‘levend’. Welke bijzondere eigenschappen zijn typisch voor deze held?
  • Hoe zou de held of heldin het probleem aanpakken? Fantaseer!

Vertaal de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem

Matec (Matrice d’Eloignement Creatif)

De Matec is een vrij moeilijke brainstormtechniek. Voordeel is dat je geleidelijk aan verder en verder weg gaat van je probleem. Deze techniek is dan ook uitermate geschikt voor taaie problemen.

  • Selecteer twee zelfstandige naamwoorden uit de probleemdefinitie
  • Neem het eerste woord en associeer hierbij een rij van vijf woorden
  • Associeer van uit elk van deze woorden een kolom met vier woorden. Het schema dat zo krijgt, noemen we een ‘matrix’
  • Maak zo’n zelfde matrix voor het tweede zelfstandig naamwoord
  • Selecteer uit de eerste en de tweede matrix twee woorden (met een grote visuele kracht)
  • Zoek vijf tot acht gemeenschappelijke kenmerken van deze twee woorden
  • Verzin nieuwe oplossingen voor je probleem, denkend aan deze gemeenschappelijke kenmerken

Quickstorm

  • Kies twee kernwoorden uit je probleemstelling
  • Maak bij elk woord een lijst van 10 specifieke eigenschappen
  • Combineer de associaties uit de ene lijst met de andere
  • Bedenk van hieruit nieuwe ideeën

Gekke dingen

Deze creatieve techniek brengt de deelnemers aan de brainstorm ver van het probleem weg. Creatieve oplossingen gegarandeerd! De ‘gekke dingen’ techniek is eenvoudig toepasbaar in veel new product brainstorms. Pas hem wel pas in het midden of op het einde van de brainstormsessie toe. Anders haken de hele nuchtere, rationele denkers af.

  • Verdeel de deelnemers van de brainstorm in duo’s.
  • Geef elk duo een volstrekt willekeurig voorwerp dat helemaal niets met de probleemstelling te maken heeft.
  • De deelnemers bestuderen het voorwerp en schrijven er tien eigenschappen van op.
  • Gebruik de eigenschappen als inspiratiebron voor nieuwe oplossingen voor je vraag of probleem.
  • Schrijf alle oplossingen van de duo’s op een flipchart

Tip: Een box met vreemde voorwerpen is zo samengesteld. Ga naar een winkel als Blokker en pak vervolgens uit elk rek het derde product dat je ziet. Binnen tien minuten heb je een doos vol met vijfentwintig ‘gekke dingen’.

Fase 3: Convergeren

Wat?

Deze fase heeft tot doel één of enkele concepten/oplossingen te selecteren. Het gaat om oplossingen die passen bij de oorspronkelijke vraagstelling. Hier zal je de ideeën moeten filteren en uitwerken, verrijken en concretiseren. Combineer concepten, vervorm ze en pas ze toe op uw noden, en evalueer alles uiteindelijk volgens strenge criteria. Het doel van de convergentie is eindigen met één of enkele oplossingen. Dat zijn geen afgewerkte oplossingen, maar de eerste schetsen. Na de sessie moet de probleemeigenaar de concepten testen en toetsen aan de realiteit.

Hoe?

Selectie > Ideeënontwikkeling > Evaluatie

Ideeën selecteren, bijvoorbeeld door elke deelnemer zijn twee favoriete ideeën te laten kiezen.

  • Tot 15 ideeën? Vraag alle deelnemers naar hun absolute favoriet en kom samen tot een top 3
  • 15-40 ideeën? Vraag alle deelnemers naar hun top 5. Neem gelijkaardige ideeën samen en kom tot een top 5 
  • Meer dan 40 ideeën? Gebruik de COCD-box

Ideeën ontwikkelen kan onder meer door:

  • de gekozen ideeën te clusteren tot een beheersbaar geheel;
  • verschillende ideeën te combineren tot een concept;
  • ideeën provocatief bij elkaar te brengen;
  • de gevolgen en de voor- en nadelen van nieuwe invalshoeken te schetsen;
  • vage ideeën concreter en scherper te beschrijven;
  • ideeën te verrijken, door ze bijvoorbeeld aan te vullen met nietgekozen ideeën (of elementen ervan)

Tips

Durf keuzes te maken en ideeën weg te snijden. Ideeën kiezen betekent immers ook ideeën laten vallen. Selecteer verstandig en ontwikkel de ideeën die het best passen bij de omstandigheden: de gebruikers, de organisatiecultuur, de financiële mogelijkheden, de tijdsgeest...Werk het idee uit. Een idee wordt pas een innovatie wanneer u het uitwerkt.