Bruggenbouwproject - Lier - Iedereen mee!

item_left

item_right

Bruggenbouwproject - Lier - Iedereen mee!

Praktijk

Het project zette in op twee sporen: enerzijds op wat verbindend is (bonding) en anderzijds op bruggen slaan (bridging). Bonding gebeurde door het aanbieden van aangepaste sportactiviteiten voor de doelgroep in samenwerking met publieke en private aanbieders. Zo kon het vertrouwen groeien tussen de doelgroep en de aanbieders.

Bonding en bridging

Om duurzame participatie te verzekeren zette het project in op brugfiguren die kinderen actief toeleiden naar het bestaande aanbod. Kwetsbare doelgroepen kregen een laagdrempelig aanspreekpunt voor vrijetijdsparticipatie en vonden hierdoor sneller de weg naar het lokale sportaanbod en jeugdwerk. Maar de ondersteuning gebeurde ook via taalprojecten en het stimuleren van vindplaatsen waarbij het aanbod naar de kinderen toekwam. Verder stond er ook vorming voor vrijetijdsaanbieders op het programma.

3 sporen

Het project werkte concreet op 3 sporen, vooral gericht op jongeren:

  • Individuele vragen: de projectmedewerker hielp mensen vooruit. Kwetsbare kinderen werden actief toegeleid naar het reguliere vrijetijdsleven. Letterlijk tot in de sporthal. De brugfiguur fungeerde als aanspreekpunt en bemiddelaar voor de verenigingen en gezinnen.  
  • Groepsvragen/groepsaanbod: er werd een aanbod voor specifieke groepen opgestart. Zo ook een start to run voor meisjes en een meisjessportwerking. Je zou deze pijler kunnen zien als een tussenaanbod als alternatief en opstap voor reguliere verenigingen. Dit zijn plekken waar jongeren op kunnen terugvallen en waar ze een veiligheid ervaren. Van hieruit werden zij versterkt om de stap naar het reguliere te nemen. Dit aanbod werd ook opgevat als een plek met een signaalfunctie. Op die manier leerde het project wat nodig en wenselijk was.
  • Optimaliseren van het reeds bestaande aanbod. De projectmedewerker zat ingebed in een netwerk met veel collega’s uit partnerorganisaties. Samen met hen bekeek de projectmedewerker hoe men via kleine ingrepen het aanbod beter kan afstemmen in functie van de doelgroep. Bijvoorbeeld: de organisatie van een aanbod sport na school voor OKAN Klassen,  een Sportbad Taalbad, een vorming voor de jeugdraad, een Meat & Greet tussen lokale jongeren, het jeugdwerk, sportclubs en anderstalige nieuwkomers,… Er liep ook een intensiever traject met één lokale jeugdvereniging om kwetsbare kinderen toe te leiden. 

Om dit te realiseren was er in Lier een beroepskracht als bruggenbouwer aan het werk. 

Opletten voor de brug te ver 

De projectmedewerker leerde dat een beroepskracht als bruggenbouwer zinvol werk levert, maar er is ook realiteitszin nodig. Want sommige acties zijn een brug te ver. We sommen enkele geleerde lessen op: 

  • Veel clubs zijn nog niet klaar voor een intensievere samenwerking met een bruggenbouwer. Als beroepskracht werkt een bruggenbouwer met geëngageerde vrijwilligers waarvan je niet àlles kan verwachten. Het is bijvoorbeeld niet evident om een jeugdvereniging met een leidingstekort te belasten met de extra zorgen die anderstalige kinderen vragen. Het heeft ook weinig zin om te investeren in een heel witte voetbalclub die weinig interesse toont voor anderstaligen, als de nieuwkomer nog maar amper Nederlands verstaat. De bruggenbouwer leerde dat het belangrijk is om in het achterhoofd houden dat een traject een succeservaring moet zijn. In de eerste plaats voor de doelgroep, maar ook voor de vereniging. Anders loopt de doelgroep een zoveelste kwetsing op. 
  • Je project moet ook haalbaar zijn voor de ouders. De bruggenbouwer leerde dat, als je werkt met andere culturen, je ook moet rekening houden met de verschillende seizoenen. Zo is het aanbieden van atletiek in de winter is bijvoorbeeld voor sommige culturen een brug te ver. Het zijn soms schijnbaar kleine details die een logische verklaring geven.
  • De projectmedewerker leerde ook dat het engagement dat sportclubs vragen ook voor veel doelgroepen een brug te ver is. Om bijvoorbeeld in een sportclub te voetballen moet je bijvoorbeeld 3x per week aanwezig zijn, op tijd zijn, de juiste kledij dragen,  binnen een vaste structuur draaien waar niet wordt afgeweken, … Niet elke jongere is hier meteen klaar voor. Daaruit leerde de bruggenbouwer dat het belangrijk is dat er een alternatief aanbod moet kunnen zijn. Een blinde toeleiding heeft zijn limieten. Zo leerde de bruggenbouwer dat er meer plekken moeten zijn waar jongeren kunnen leren en experimenteren,  groeien, uitzoeken, fouten maken, … 

2019

Het project liep af in oktober 2018. Maar er zijn nog vele plannen. Naar de toekomst zal het in 2019 één van de prioriteiten zijn om een beter kortingssysteem in functie van de doelgroep op poten te zetten. Dat is echter niet zo evident: het systeem van de Uitpas heeft naast voordelen ook beperkingen. En het blijkt ook niet evident te zijn omdat het OCMW strenger wordt in de terugbetaling van tussenkomsten voor vrijetijd. Het is de uitdaging om er bijgevolg voor te zorgen dat deze mensen hun vrijetijdsbesteding als grondrecht kan worden gevrijwaard. Daarnaast blijft het project in de praktijk inzetten op praktische ondersteuning: meegaan naar de club, sportkledij verzamelen en bezorgen, … Het is een ambitie om dit ook uit te werken en door te geven aan vrijwilligers, maar hiervoor bestaat vooralsnog te weinig tijd. Verder zijn er ideeën om het Rap op stap kantoor mee in te schakelen als aanspreekpunt voor sportclubs, kampen, … Maar om dat te bereiken moet er  nog een gezamenlijk proces worden afgelegd. De uitdaging is nu om te bekijken hoe met kleine ingrepen meer kan worden bereikt. Zo wil men volgend werkjaar de jeugdverenigingen stimuleren om tot een ‘open zondag’ te komen waar kinderen uit de buurt vrij kunnen kennismaken met hun werking. De lokale verenigingen worden ook zoveel mogelijk bij bestaande initiatieven betrokken : tijdens de Meat&Greet (zie boven), Taalvakantie, … Verder is men bezig met doelgroepjongeren op te leiden als animator, die dan als brugfiguur kunnen fungeren tijdens de vakantie op het speelplein.

 

Contactpersoon: ellen.vanassche [at] lier.be