Kortfilm "Solidariteit", een participatieproject

item_left

item_right

Kortfilm "Solidariteit", een participatieproject

Praktijk

De kortfilm 'Solidariteit' (september 2017) is het resultaat van een participatieproject van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen en sociaal-artistieke organisatie KleinVerhaal. De hoofdrollen in film zijn voor De Nieuwe Stad en zijn inwoners. Een eiland in de stad Oostende met hoogbouw, een doolhof van sociale woningen, voetbalpleintjes en smalle achterafsteegjes. Met kwetsbaarheid maar evengoed een stevige dosis authenticiteit, humor en solidariteit als ingrediënten.

Regisseur Nicolas Daenens en schrijfster An De Gruyter doken samen met kleinVerhaal en Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen een aantal maanden onder in De Nieuwe Stad. Met een doel voor ogen: samen met de bewoners een kortfilm maken die de eigenheid en kracht van hun wijk zichtbaar maakt voor de 'buitenwereld'. Een oude bakkerij middenin de Nieuwe Stad fungeerde als filmhoofdkwartier. An en Nicolas brachten verhalen en personages uit de buurt in een scenario voor een kortfilm bij mekaar. De inwoners gingen aan de slag met het verhaal: het relaas van een alleenstaande moeder die haar leven op rails tracht te krijgen en daarbij de hulp krijgt van de wijk.

In de  sociale hoogbouwwijk aan de rand van Oostende wonen 1300 mensen in 750 appartementen. De nieuwe stad is niet meer en de verschraalde gebouwen zijn al jaren aan renovatie toe. Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen probeert sinds 2006 neer via participatie van de bewoners het tij te keren en aan een leefbare wijk te werken. In samenwerking met de sociaal-artistieke vzw KleinVerhaal contacteerden ze regisseur Nicolas Daenens om een hoopvolle, fictieve kortfilm te maken op basis van de verhalen van de spelers. Een techniek die de Braziliaanse regisseur Augusto Boal in 1975 omschreef als ‘het theater van de onderdrukten’.

Samen met opbouwwerkster Tineke en scenariste An De Gruyter organiseerde hij drie keer per week workshops voor een 60-tal bewoners van alle leeftijden. “Via improvisatie-oefeningen en kleine scènetjes probeerden we de mensen in een spontaan, realistisch spel te krijgen. Zo vertelden ze bijvoorbeeld over een burenruzie. Dan vroeg ik hen zo’n ruzie terug op te roepen. Ze herinnerden zich hoe irritant het was dat die persoon boven hen een vuilzak in de gang had laten staan. En dat dat niet normaal was. Algauw liepen de emoties op en ontstond er ter plaatse een conflict. Dat was wat we zochten. De spelers zichzelf laten zijn in een omlijnd kader is zowat het moeilijkste wat er is met niet-acteurs.” Meer over dit project lees je in een interview van Ann Palmers, op de website van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen.