Identiteit in de aanslag: onderzoeksrapport Awel

item_left

Mazur/catholicnews.org.uk.jpg

item_right

Identiteit in de aanslag: onderzoeksrapport Awel

Publicaties

Awel onderzocht de vragen en opmerkingen van kinderen en jongeren die ze ontving na de terreuraanslagen van Parijs, Brussel en Zaventem en Manchester. Ze brengen angstreacties, stresssymptomen en copingstrategieën in kaart. Maar in de vragen en opmerkingen van de kinderen en jongeren sluimert ook een groeiende polarisatie. In de aanbevelingen geeft Awel mee hoe volwassenen kunnen helpen om angst en stress te reduceren, maar ook de polarisatie tegen te gaan.

Mazur/catholicnews.org.uk.jpg

De terreuraanslagen van Parijs, Brussel en Zaventem en Manchester hebben de jongeren die Awel contacteerden emotioneel geraakt. Dit zowel meteen na de aanslagen als maanden later. Jongeren voelen zich bang. De angst die veel jongeren voelen, leidt tot een aantal stresssymptomen. Die stresssymptomen geven aan dat jongeren reflexmatig copen met de terreuraanslagen. Het lichaam voelt angst en probeert zich tegen het gevaar te beschermen door een automatische vechten-, vluchten- of bevriezenreflex.

Jongeren hanteren echter ook copingstrategieën die meer beroep doen op het bewuste denkvermogen. Ze zoeken sociale steun bij ouders, leeftijdsgenoten en anderen en door zelf steun te uiten of positieve daden te stellen tegenover de terreur, onder andere via symbolische solidariteitsacties op sociale media.

Naast het verhaal van angst, doemt doorheen de gesprekken, soms expliciet, soms tussen de regels, een verhaal van polarisatie op.

  • Awel ziet een wij-zij beeld opduiken van ‘onschuldige slachtoffers’ tegenover ‘monsterlijke daders’, onder andere in de solidariteitsacties. Een beeld van ‘verliezers’ en ‘winnaars’ in de gekrenkte trots en vechtlust. Een beeld van ‘het vrije westen’ tegenover ‘de radicale moslims’ in de angst voor overheersing. Een beeld van ‘ongevaarlijk’ tegenover ‘gevaarlijk’ in de angst voor vluchtelingen en etnisch-culturele minderheden. Polarisatie is dan ook een verhaal dat volop drijft op emoties.
  • Sommige jongeren kiezen kamp, getuigen van een drive om dingen te veranderen. Ze nemen zowel extreme, als meer gematigde, rechtse als linkse standpunten in. Andere jongeren voelen zich het voorwerp van deze strijd, krijgen een identiteit aangemeten waarin ze zich niet herkennen. Er zijn moslimjongeren die zich hiertegen verzetten, maar ook jongeren die ontworteld geraken.
  • Bij nog andere jongeren zien we verwarring omdat het aangereikte gepolariseerde verhaal niet strookt met de werkelijkheid. Ze kunnen er de opgemerkte nuances niet in kwijt en lopen vast. Ze begrijpen soms slechts flarden van berichtgeving en vullen de leemtes met beangstigende fantasiebeelden over vluchtelingen en etnisch-culturele minderheden. Ze vragen soms hulp bij het maken van een minder beangstigend verhaal.

In haar aanbevelingen geeft Awel veel adviezen aan ouders, leerkrachten en andere opvoeders met een voorbeeldfunctie. Zij spelen een belangrijke rol om kinderen en jongeren te ondersteunen bij het omgaan met angst en onzekerheid. Maar ook de media en de politici hebben een erg belangrijke rol, zeker als het gaat over thema polarisatie. Ze kunnen meer verantwoord en meer bewust omgaan met informatie en taalgebruik, maar zelf ook een beter (voor)beeld van democratie tonen.

Beeld: Mazur/catholicnews.org.uk - CC BY-NC-SA 2.0