Kunnen we jongeren in beweging brengen via een app zoals tinder?

item_left

item_right

Kunnen we jongeren in beweging brengen via een app zoals tinder?

Artikel

Krista Fan - cc by 2.0

Onderzoek toont welke hindernissen en motivatoren jongeren ervaren bij bewegen

Waarom bewegen jongeren niet genoeg en hoe krijgen we ze zo ver? Dat is de vraag die Els Teijsen en Laura Verbeyst, onderzoekers aan de UCLL, beantwoord wilden zien. Ze voerden een online bevraging uit bij 600 leerlingen uit de derde graad. In dit artikel schrijven zij neer wat ze leerden van de fascinerende antwoorden die jongeren gaven op de vraag waarom en hoe ze liever (niet) sporten.

Jongeren bewegen te weinig  

Jongeren in de derde graad van het secundair onderwijs bewegen te weinig. De onderzoekers hebben in maart 2021 een online enquête gehouden over het beweeggedrag van jongeren. De enquête had een respons van 600 leerlingen. Volgens het Vlaams Instituut Gezond Leven bewegen jongeren best het grootste deel van hun dag aan lichte intensiteit. Ze bevelen daarnaast een gemiddelde van 60 minuten matige tot hoge intensiteit beweging per dag aan. Je beweegt matig tot zeer intensief als je hart sneller gaat kloppen, je sneller gaat ademen... (bv. sporten tijdens de middagspeeltijd, naar school fietsen of een wekelijkse sportieve hobby).

Slechts 59,6% van de jongeren in ons onderzoek haalt deze laatste beweegaanbeveling. Significant meer leerlingen uit de onderwijsvormen bso en tso behalen de beweegnorm. Als verklaring hiervoor werd gegeven dat aso-leerlingen weinig praktijkvakken hebben en veel schoolwerk, en daardoor minder tijd hebben om te bewegen.

Lichamelijke inactiviteit wordt in verband gebracht met tal van gezondheidsproblemen, zoals een minder gunstig lichamelijk en geestelijk welzijn op korte termijn, een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, kanker en een verhoogde sterfte op lange termijn. Tijdens dit onderzoeksproject onderzochten we welke factoren een invloed hebben op het beweeggedrag van jongeren. We gebruikten het Gedragswiel van het Vlaams Instituut Gezond Leven (2020) hierbij als kapstok. 

Waarom jongeren te weinig bewegen

De jongeren halen aan als voornaamste obstakel om te bewegen dat hun sportactiviteiten niet konden doorgaan tijdens de coronapandemie, ze geen motivatie hebben en geen tijd hebben. Verder gaven sommige jongeren aan dat ze vaak te moe zijn om te bewegen. Soms kunnen jongeren gewoon niet sporten vanwege slecht weer als de outdoor tennisbanen bijvoorbeeld onbespeelbaar zijn. Ook het gebrek aan gezelschap en/of een vaste sportpartner is een hindernis voor jongeren.

Jongeren in een sportclub bewegen meer

We vroegen de jongeren of ze lid waren van een sportclub: 11% zei lid te zijn van een sportclub waarvan de sportlessen online werden voortgezet tijdens de coronapandemie, 36,2% was ook lid van een sportclub maar hun activiteiten werden tijdelijk stopgezet als gevolg van de coronapandemie. 13% was vóór de coronapandemie lid van een sportclub en 39,8% was geen lid van een sportclub. Meer jongeren die lid zijn van een sportclub behaalden de beweegaanbeveling dan degenen die geen lid zijn van een sportclub.

We vonden een significante relatie tussen enerzijds het lidmaatschap van een sportclub en anderzijds de onderwijsvorm, migratieachtergrond, financiële thuissituatie en geslacht. Minder jongeren uit het bso, minder jongeren met een migratieachtergrond, minder jongeren met een moeilijke financiële thuissituatie en minder meisjes zijn lid van een sportvereniging. Aan de jongeren die geen lid zijn van een sportvereniging is gevraagd waarom zij geen lid zijn. De belangrijkste redenen waren: 'Ik doe het liever met vrienden', ‘Ik wil niet samen douchen’, 'Ik heb er geen tijd voor', 'Ik blijf liever thuis', 'Ik ken er niemand', 'Ik heb er geen zin in', 'Ik ben te moe' en ‘Ik doe het liever alleen’. (lees verder onder de foto)

Keithminer - cc by 2.0

Aantrekkelijkere sportclubs

We vroegen de jongeren die geen lid zijn van een sportclub of ze lid zouden willen worden van een sportclub als ze geen obstakels zouden ervaren. Bijna de helft van de jongeren (43,1%) gaf aan dat ze dan wel lid zouden willen worden. De jongeren konden via een open vraag ook aangeven wat hen zou kunnen helpen om lid te worden van een sportclub. Allereerst vinden de jongeren het belangrijk dat ze al iemand van de sportclub kennen of dat iemand hen introduceert. Daarnaast moet er van alles te beleven zijn op de sportclub: ze moeten er plezier hebben en de trainingen moeten afwisselend zijn.

Verder willen de jongeren zich geen zorgen hoeven te maken over materiaalkosten. Ook moet de sportclub goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Verder verkiezen de jongeren een kwaliteitsvolle sportclub: ze moeten verschil zien in hun vaardigheden na verloop van tijd en er moet een anti-pestbeleid zijn. Een ander argument is dat de sportclub flexibele uren moet bieden om te sporten. Andere overtuigingstips zijn: geen verplichting om wedstrijden te spelen, aanwezigheid van sporters van hetzelfde niveau en dezelfde leeftijd, er moet ondersteuning geboden worden aan beginners ('ik wil minder het gevoel hebben dat ik als beginnende sporter buitengesloten word') en meisjes moeten apart van jongens kunnen sporten. 

Hoe jongeren in beweging brengen?

Een positieve kijk op beweging

Jongeren erkennen de voordelen van beweging. Voor de meerderheid van de jongeren zijn fitter worden, een betere gezondheid, er plezier aan beleven en zich beter in hun vel voelen voordelen van beweging.

Belang van vrienden

Vrienden spelen een belangrijke rol in het beweeggedrag van jongeren. Wanneer hun vrienden meer bewegen, zijn jongeren geneigd om zelf ook meer te bewegen. Jongeren die aangemoedigd worden door hun vrienden om meer te bewegen, bewegen daadwerkelijk meer. Meer dan de helft van de jongeren geeft echter aan dat ze zelden tot nooit aangemoedigd worden door hun vrienden om te bewegen.

Vaste sportpartner

We vroegen aan alle jongeren: ‘Wat kan jou motiveren of ervoor zorgen dat jij meer beweegt? Je mag hier heel creatief zijn.’ Na een grondige analyse zien we bepaalde thema’s terugkomen. Om te beginnen geeft bijna een derde van de jongeren aan dat ze vooral aanmoediging nodig hebben van hun omgeving. Zo vernoemden ze vrienden, familie, trainers, coachen, hond, motiverende video’s, leerkrachten, influencers en zelfs een huisdier zoals een hond. Ze benadrukten de nood aan een vaste sportpartner. Hun vaste sportpartner moet hetzelfde niveau en doel hebben en ze moeten controle op elkaar uitoefenen. Enkele jongeren waren zeer creatief en stelden zelfs een soort van Tinderapp voor om een vaste sportpartner te kunnen vinden om te gaan sporten.  

Postcorona en summerbody

Bovendien haalden enkele jongeren aan dat ze uitkijken naar de periode na de coronapandemie omdat er dan weer meer mogelijk zal zijn: er kan weer getraind worden, fitnesscentra zullen weer open zijn en wedstrijden zullen weer mogelijk zijn waardoor het competitiegegeven terug wordt aangewakkerd met bijvoorbeeld podiumplaatsen voor atleten tot gevolg. Sommige jongeren zeiden daarentegen dat ze dankzij online thuislessen net meer tijd hadden om te sporten. Bovendien is het zien van vooruitgang op fysiek en mentaal vlak een belangrijke motivator om te sporten. Het hebben van een mooi strak lichaam (bikinilichaam), het zien van een laag getal op de weegschaal en je mannetje kunnen staan zijn redenen die de jongeren opgeven om te sporten. Daarnaast vinden sommige jongeren het ook erg belangrijk om zich fit te voelen en een betere gezondheid in het algemeen te hebben. De gedachten verzetten in de stijl van ‘even alle zorgen eraf lopen' wordt ook gezien als een motivator om te sporten.  

Sportaanbod

Bovendien zegt een op de tien jongeren dat ze vaak te veel schoolwerk hebben, wat hen stress bezorgt. Een aantal jongeren zegt dat de oplossing ligt in het maken van een goed rooster. Nog eens één op de tien jongeren zegt dat het sportaanbod groter zou kunnen zijn. Zij geven de volgende voorbeelden: een skatepark met goede verlichting zodat ze 's avonds kunnen skaten, meer openbare fitnesstoestellen, betere sportfaciliteiten, sportevenementen zoals de Color Run in de buurt, meer parken om te wandelen en te fietsen, meer jongerenactiviteiten en meer informatie en uitnodigingen van sportclubs. Veel vrouwelijke jongeren gaven aan dat zij zich vaak bekeken voelen in de sportschool en vragen daarom om een aparte fitnessruimte. Daarnaast gaven enkele jongeren aan dat ze meer aan sport zouden doen als het beter ingebed zou zijn in hun schoolrooster, zoals een speurtocht die je te voet moet doen, wat samengevat kan worden als bewegingsonderwijs. Verder benadrukten sommige jongeren dat de verkeerde informatie over het trainen van een bepaalde spiergroep van YouTube moet worden verwijderd, zodat ze niets verkeerds leren. Daarnaast is het voor veel jongeren erg belangrijk dat het goed weer is. 

Eyes on the prize

Een andere belangrijke motivator is het krijgen van een beloning. De volgende voorbeelden werden gegeven: geld, een grote pot snoep, lekker lui zijn nadien, frietjes eten, na de training nog eentje drinken, een relaxed bad nemen, een show mogen bijwonen van een idool, een speeltraining en na x-aantal uren sporten een kortingsbon krijgen van een bepaalde winkel. Verder hebben de jongeren bepaalde middelen nodig om hen aan te zetten om te bewegen zoals oortjes om muziek te beluisteren, loopschoenen die niet te duur zijn en een fitnessabonnement. Hiernaast geven enkele jongeren aan dat ze een bepaald doel voor ogen moeten hebben om te bewegen. Jongeren die doelen stellen, bewegen daadwerkelijk meer. De volgende voorbeelden van doelen werden gegeven: een ingangsexamen voor piloot of selectieproeven bij de politie, in een ploeg geraken en trainen voor wedstrijden. Verder zijn uitdagingen een goede motivator om te bewegen: competitie op school of tussen vrienden zoals bijvoorbeeld 300 van de 365 dagen een uur gewandeld hebben. Ook apps zoals Strava, start to run en Pokémon go zetten jongeren aan om te bewegen.

Tijd voor actie

Het is duidelijk dat er nood is aan initiatieven die jongeren in beweging brengen. We raden aan om hierbij rekening te houden met de hindernissen en stimulansen die naar voor kwamen tijdens het onderzoek.

We ontdekten verschillende creatieve ideeën van de jongeren zelf over een beweeginterventie. Jongeren die lid zijn van een sportclub bewegen meer. Daarnaast is tijdsgebrek een vaak voorkomende hindernis om te bewegen. Enkele jongeren stelden daarom voor om een ruimte om te sporten in de school beschikbaar te stellen waar leerlingen buiten schooltijd gratis of goedkoop kunnen sporten. Omdat de sportruimte op school is, hoeft er niet extra gereisd te worden (tijdbesparing) en is de drempel om te gaan sporten lager.

Uit ons onderzoeksproject bleek dat jongeren die doelen stellen meer bewegen. Ook uitdagingen zijn een belangrijke stimulans om te bewegen. Enkele leerlingen gaven het voorbeeld van dagelijkse beweeguitdagingen die via een app of sociale media verspreid worden.  

Ook gezelschap, aanmoediging en een vaste sportpartner zijn stimulansen voor jongeren om te bewegen. Enkele jongeren stelden een Tinder app om een geschikte sportpartner te vinden voor. Er bestaan al heel wat initiatieven die hieraan tegemoet komen. Via de website en app Sportpartner kan je bijvoorbeeld op zoek gaan naar een sportmaatje in jouw buurt. Enkele UCLL collega’s werkten samen met externe partners aan de MATE app met als doel om (toekomstige) sporters bij jou in de buurt te motiveren en verbinden. Ook de Universiteit Hasselt en de Hogescholen PXL, UCLL en LUCA School of Arts lanceerden in 2020 de KLIK-app die studenten met dezelfde interesses makkelijker met elkaar in contact brengt. Studenten kunnen via de app zoekertjes plaatsen, bijvoorbeeld met de vraag of iemand interesse heeft om te gaan sporten of samen te studeren. Andere studenten kunnen deze zoekertjes dan lezen en aangeven of ze interesse hebben. Het doel van de app is dan ook om studenten te laten afspreken, zowel live als online, en hen zo te helpen om nieuwe studenten te leren kennen.

Het volledige onderzoeksrapport kan je hier raadplegen 

Over de auteurs

Els Teijsen is opgeleid als leerkracht Latijn-wiskunde en pedagoog. Ze heeft jaren ervaring als leerkracht wiskunde in een multiculturele school en werkt als onderzoeker binnen Inclusive Society aan de UCLL.

Laura Verbeyst werkt als onderzoeker binnen Health Innovation aan de UCLL met een focus op gezondheidsbevordering en evidence-based practice.