10 tips voor vrije ruimte in jeugdwerk uit 'Tussen ruimte, kunst en kapers'

item_left

foto(c)vzwtoestand.png

item_right

10 tips voor vrije ruimte in jeugdwerk uit 'Tussen ruimte, kunst en kapers'

Kris

In aanloop naar het congres #jeugdwerkwerkt las jeugdwerkster Sara Pillen onze publicatie ‘Tussen ruimte, kunst en kapers'. Sara haalde daaruit 10 tips om als jeugdwerk vrije en creatieve ruimte te bieden.

foto(c)vzwtoestand.png

Onze publicatie was het resultaat van een diepgravend traject over de 'jeugdculturele zones'. Je kan onze stappen in dit traject nalezen in ons programma 'Vrijhavens: ruimte voor jong cultureel verzet'.

Concreet brachten we gangmakers en stakeholders samen tijdens ‘trage tafels’. Daarin bediscussieerden we vormen van nieuw, jong cultureel ondernemerschap, telkens gebundeld rond vier thema’s: ruimte, creatie, conversatie en beleid. We stelden vast dat niemand zat te wachten op jeugdculturele ‘zones’, creatieve ‘getto’s’ of ‘kunstenaarsfokkerijen’. Integendeel. Wat we misten waren vooral verbindingen: tussen vrij initiatief en de gesubsidieerde sector, tussen lokaal jeugd- en cultuurbeleid, tussen de amateur en de (semi)professioneel, tussen de ondernemer en de overheid,… 

Het boek is een haast letterlijke neerslag van de discussies die we aan tafel voerden. Soms heel scherp of ongenuanceerd, maar altijd treffend en vanuit het hart. We vulden de verslaggeving aan met een inkijk in een aantal spraakmakende organisaties en polsten naar de analyse van ‘gevestigde’ waarden. Kortom: een boek dat jonge mensen aan het woord laat en daarmee doet wat zij doen: de status quo uitdagen. 'Tussen Ruimte, Kunst en Kapers' maakt een authentieke analyse van een gefragmenteerd cultureel veld, waarin jonge mensen zoeken en strijden om hun ding te kunnen doen. Je kan de publicatie hier gratis downloaden.

10 tips voor vrije en creatieve ruimte in jeugdwerk

Hieronder een overzicht van de 10 tips die jeugdwerkster Sara Pillen haalde uit onze publicatie: 

1. GEEF EIGENAARSCHAP

Als een jeugdwerkorganisatie goed buiten de lijntjes kleurt en tradities overboord durft gooien, kan het een vrijhaven zijn. Je moet dan wel echt vanuit jongeren vertrekken, naar hen luisteren en hen eigenaarschap geven. Dat kan ook in kleine stapjes: door je locatie bijvoorbeeld tijdelijk in handen van jongeren te geven en het te laten veranderen, door je activiteiten te variëren (iets proberen dat jullie nog nooit deden, iets waar de deelnemers expliciet om vragen), door jongeren door te verwijzen naar andere organisaties, wanneer je merkt dat ze gebeten zijn door een passie en een meer aangepaste vrijplaats zoeken.

2. VERKEN DE ZURE ZONE 

De ‘zure zone’ is het deel van je werking dat niet voldoende door de overheid erkend of gesubsidieerd wordt. Een terrein dat het jeugdwerk desalniettemin moet benutten, ook al krijgt het er geen geld voor. Maar, zoals de auteurs stellen, die zone mag niet ‘verzuurd’ geraken. In een doodgebloed project, met medewerkers die hun drijfveer kwijt zijn, moet je niet blijven doorgaan. Experimentele projecten mogen gerust tijdelijk zijn. Loslaten mag, en moet. Beter goed afronden, en de vrijgekomen ruimte, energie en tijd voor iets nieuws inzetten.

3. STA TOE… DAT JONGEREN FALEN 

Jongeren mogen op hun bek gaan. Jeugdwerk dat jongeren de ruimte geeft om zelf dingen te realiseren, weet dat dat soms ook eens mislukt. Laat dat toe. Goed falen zorgt er voor dat je leert èn verbetert.

4. ZOEK PARTNERS 

Binnen en buiten het jeugdwerk zitten interessante partners voor experimentele projecten. Die kruisbestuiving kan mooie dingen maken. Zet daarom je deuren open en verken de andere werkingen rondom jou, ook die in de verte. 

5. LAAT JE IDENTITEIT NIET LOS 

Blijf je als jeugdwerkorganisatie bewust van je eigenheid. Zoek daarbinnen de vrije ruimte voor kinderen en jongeren. ‘Creatieve ruimte geven’ betekent niet dat jullie opeens kunst moeten maken, als dat niet jullie expertise is. Dat is ook je werking invullen met activiteiten, een evenement organiseren, meewerken aan het beleid van een organisatie,… iets waar veel jongeren talent voor hebben en waarmee je hen kunt laten experimenteren. Kijk naar je structuur, kijk naar je ruimtes, kijk naar de gaatjes ertussen.

6. MAAK TIJD 

Maak tijd binnen de planning van je activiteiten en ruimtes, binnen de administratie (bijvoorbeeld: wil je subsidies aanvragen, dan kost dit tijd),…

7. VERLAAG DREMPELS 

Verlaag drempels om je organisatie te leren kennen (ga bijvoorbeeld de straat op of doe een pop-up-werkingsmoment op een publieke plaats), om vrijheid te nemen (bijvoorbeeld met een inloopruimte of ‘lab’ waar zoveel mogelijk kan en mag, zonder dat iets moet). 

8. GEBRUIK ENTHOUSIASME ALS MAATSTAF

Baseer je conclusie over het slagen van het project op de motivatie en het enthousiasme van je deelnemers, op de vaststelling of ze mensen meenemen naar het project. 

9. MAAK EEN NETWERK 

Vrijplaatsen in het jeugdwerk zijn een vangnet én een trampoline. Ook een jeugdwerkorganisatie is een veilige plek waar een jongere zijn ding kan doen, zich kan uitleven, zonder schrik te moeten hebben om bekritiseerd te worden, waar hij opnieuw mag proberen als het misloopt. Jeugdwerk kan kinderen en jongeren succeservaringen laten kennen, hen laten uitzoeken wat werkt voor hen, zonder onderschat te worden.

Als experimenteerplek kan jeugdwerk kinderen en jongeren sterker maken en de sprong naar de volwassen wereld vergemakkelijken. Vinden ze een plaats om hun ding te doen, een netwerk dat hen ondersteunt, dan is het maar een kleine stap om de samenleving te overtuigen dat waar ze mee bezig zijn de moeite waard is. Het sleutelwoord hierin is ontmoeting: als jeugdwerkorganisatie creëer je banden tussen kinderen en jongeren en breng je hen in contact met heel wat andere organisaties. Zo geef je hen een netwerk.

10. GEEF VERTROUWEN, GEEN DOELSTELLINGEN 

Beleidsmatig is er ook wat te overwinnen. Het is natuurlijk best moeilijk om toe te laten dat er geen specifieke doelstellingen of meetbare resultaten zijn. Om de invulling van de vrijplaats niet op voorhand in te kleuren. Om plaats te geven aan maatschappijkritiek, rebellie en zotte nieuwe ideeën.

Ook voor een overheid is dat moeilijk, het vergt heel wat vertrouwen om daarin te investeren en geen verantwoording te vragen. Toch verdienen unieke, kleine, lokale organisaties meer erkenning van de sector en de jeugdwerksector. De kracht van het Vlaamse jeugdwerklandschap ligt net in die diversiteit.

Deze tips werden op 10 januari gedeeld op jeugdwerkwerkt.be.