Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
De boekentip van Bie Vancraeynest
item_left
item_right
De boekentip van Bie Vancraeynest
In de reeks 'De boekentip van' spoort Demos best persons op vlak van kunst- en cultuurparticipatie op en vraagt hen welk boek hun werk en visie beïnvloed heeft. Naar aanleiding van het participatieve kunstenfestival ENTER dat van 26 tot en met 29 april 2018 doorgaat in Brussel spreken we met festivalcoördinator Bie Vancraeynest.
Bie Vancraeynest stond 8 jaar aan het roer van het Brusselse jeugdhuis Chicago en leerde er de knepen van het participatief en aanklampend werken. Daarnaast gooit ze regelmatig als columnist en geëngageerd burger haar mening en energie in de strijd om de stad waarin ze woont schoner en leefbaarder te maken. Sinds het najaar 2016 is ze tijdelijk in dienst van Demos om met vele partners en stadsbewoners een Brusselse editie van ENTER te boetseren. Dit intensief werk gaat nu de laatste rechte lijn in.
Demos: Welk boek heeft jouw werk en visie op (kunst- en cultuur)participatie beïnvloed?
Bie: “Een boek dat mij sterk geïnspireerd heeft, is ‘The Cosmopolitan Canopy’ (2011) van Elijah Anderson. Ik was op zoek naar een boek dat het samenleven van verschillende mensen in een stad op een andere manier contextualiseert, zonder het over moslims of Marokkanen te hebben. Ik wilde dit thema eens los van de Belgische context bekijken en was geïnteresseerd in wat ze in Amerika ‘inner cities’ of volkswijken noemen. Zo kwam ik bij literatuur over straatcultuur terecht en bij een vorig boek van Elijah Anderson, ‘Code of the Street’ (2000). Terwijl dat boek sterk vertrekt vanuit de problematiek van straatcultuur en de plek die minderheidsgroepen opeisen in de mainstream cultuur, is het startpunt van ‘The Cosmopolitan Canopy’ de kracht van samenleven in diversiteit.”
Demos: Waar gaat het boek over? Welke kerngedachte is jou bijgebleven?
Bie: “Wat mij aanspreekt in het boek is de eenvoudige opdracht die Anderson maakt van samenleven in een grootstad. Als antropoloog geeft hij gedetailleerde beschrijvingen van plaatsen in grootstad Philadelphia waar mensen die elkaar doorgaans niet tegenkomen in andere levensdomeinen elkaar tijdelijk opzoeken en daar plezier uit lijken te halen. De canopy is een tent of een zeil dat je spant over een deel van de stad waardoor een tijdelijke ruimte ontstaat die eerder mentaal dan fysiek is. Onder de canopy kan je een unieke praktijk van samenleven observeren: to practice to getting along together.
In de concrete beschrijvingen van wat Anderson verstaat onder een cosmopolitan canopy vind ik veel zaken terug die ik zelf belangrijk vind en waarvan ik ook ervaren heb dat ze werken in een stad als Brussel. Zo beschrijft hij een foodmarket in Philadelphia en de grote diversiteit aan mensen die gebruik maken van die plek zonder veel conflict of ergernis. Ik dacht daarbij aan de Abattoir, een markthal in Anderlecht waar ik me heel goed voel net omwille van die diversiteit die elders zo zeldzaam is. Eten speelt daar een belangrijke rol in. Ik word gelukkig als ik mensen zie rondlopen met grote zakken fruit en groenten en bedenk dat die straks gaan koken voor hun familie.
Het idee van de cosmopolitan canopy is tegelijk heel hoopvol en heel eenvoudig. Beide woorden zijn belangrijk en inspirerend voor mij: de symboliek van de tent en haar tijdelijkheid maar ook het woord cosmopolitan. Dat gebruiken we tegenwoordig niet veel meer, terwijl ik het idee een wereldburger te zijn eigenlijk wel een warm hart toedraag. Er wordt al snel neergekeken op het concept van een couscous maaltijd bijvoorbeeld maar wat is er eigenlijk mooier dan samen met verschillende mensen een maaltijd te delen, op hetzelfde moment en op dezelfde plaats? Het is misschien een heel primordiale vorm van interculturaliteit, maar hoeveel laagdrempeliger kan het zijn en waarom moeten we er meer van verwachten?”
Dēmos: Hoe vertaal je de inhoud van het boek naar jouw werk?
Bie: “Dat wat je doet niet zo belangrijk is, maar dat je op zoek moet gaan naar iets wat mensen (tijdelijk) delen of iets wat verbindt. Bij participatieve projecten in een buurt zie je vaak dat zoveel doelstellingen op een hoop worden gegooid dat je altijd tekortschiet. Ik geloof enorm in traag en duurzaam werken maar waarom moet alles vandaag verduurzaamd worden? Waarom leggen we zo’n zware druk op kleine en soms prille initiatieven van mensen? Ik heb het altijd heel verfrissend gevonden om op een bepaald moment te kunnen zeggen: hier stopt het. Ik geloof dat de energie die ontstaat als verschillende mensen samen iets doen, wordt meegenomen en elders zijn plek kan vinden. Je moet mensen daar zelf de keuze voor geven.
Het creëren van kleine en grote cosmopolitan canopies in de stad zie ik als de rode draad doorheen mijn werk. Wat ik het allerleukste vind aan het ENTER Festival BXL is dat je mensen verbindt met elkaar en samenbrengt. De bewoners uit de programmatiegroep in Haren zijn geen vrienden voor het leven maar als ze elkaar binnen twee jaar tegenkomen in de stad gaan ze elkaar wel nog aanspreken. Het is zo belangrijk om dat soort tijdelijke mentale ruimtes te spannen over de stad. Practice to getting along together, dat kan je leren en vorm geven. Het is een spier van de stad die voortdurend in beweging moet blijven.”
Dēmos: Welke zin of citaat pik je uit het boek om anderen te inspireren?
“Yet there are heterogeneous and densely populated bounded public spaces within cities that offer a respite from this wariness, settings where a mix of people can feel comfortable enough to relax their guard and go about their business more casually. In these areas people display a degree of cosmopolitanism, by which I mean acceptance of the space as belonging to all kinds of people. In Philadelphia this cosmopolitan zone is known as Center City. Here we find cosmopolitan canopies where the display of public acceptance by all of all is especially intense, becoming one of the defining characteristics of the place.”
“In contrast, the cosmopolitan canopy offers people an opportunity to express themselves as individuals, each with his or her own style of dress, speech, and movement. It allows complete strangers to observe and appreciate one another, and even communicate for a moment or two. The pleasure that people find in these encouters draws them back to the canopy repeatedly. Over time, they may develop a level of comfort with those who are different from themselves. The canopy offers the promise of edification for all who enter.”
Benieuwd naar ENTER Festival BXL? Ga naar de website