Jeugdwerkers discussieren online over de kracht van diversiteit: wat leren we hieruit?

item_left

Spiva Centre for the Arts

item_right

Jeugdwerkers discussieren online over de kracht van diversiteit: wat leren we hieruit?

Kris

In de aanloop naar het congres jeugdwerkwerkt startte De Ambrassade al online met het debat over de 'kracht van diversiteit', één van de vijf centrale thema's van het congres. Met 31 bijdragen aan de website, is dit één van de meest gevoede thema's uit het programma. Het leek ons interessant om te kijken naar welk beeld deze berichten schetsen over de actuele discussies over 'diversiteit in/en het jeugdwerk'. 

Spiva Centre for the Arts

Centrum en periferie

De praktijkvoorbeelden en (opinie)bijdragen over dit thema worden nog steeds grotendeels aangebracht door de twee grootste jeugdbewegingen en door de jeugdhuizen. Ze zetten nog steeds de toon in deze discussie en bemannen stevig het 'centrum' van het debat. Opmerkelijk is dat twee sociaal-sportieve praktijken als inspirerend voorbeeld naar voor worden geschoven: Kort op de bal van Jes in Brussel en de City Pirates uit Antwerpen.

De website van jeugdwerkwerkt werd onder andere gevoed met artikels uit de pers en dit verklaart mogelijks de bestendiging van het 'centrum' in het verhaal. Enkel de (grote) jeugdbewegingen en gevestigde jeugdwerkorganisaties slagen erin om door te breken in de mainstream media. Toch blijft het interessant dat in een open discussieforum als dit, de sterkste en meest geprofessionaliseerde organisaties nog steeds het meest aan bod komen, ondanks de inspanningen om andere stemmen aan het woord te laten.

Meer diversiteit in het personeel én in het bestuur van jeugdwerkorganisaties

Binnen het jeugdwelzijnswerk en de zelforganisaties van mensen met een migratieachtergrond groeit het aantal medewerkers met een divers profiel. In het brede jeugdwerk blijven diverse medewerkers de uitzondering. Maar ook op die plekken waar diverse medewerkers aan de slag zijn, is het moeilijk om door te groeien naar een leidinggevende functie of naar het bestuur. Zowel Mohamed Missaoui en Nina Henkens van Uit De Marge als Yasmia Setta van Bazz en Youssra Tahiri van Chirojeugd Vlaanderen geven elk op hun manier aan dat extra inspanningen nodig zijn om diverse profielen aan te trekken. Ze geven ook aan dat het werkt om mensen met zo'n profiel persoonlijk aan te spreken en te motiveren om een bepaalde functie in het jeugdwerk op te nemen.

Ook de focus op diploma's wordt in vraag gesteld, met een pleidooi voor groei door ervaringsgericht leren en competentiegericht werken. Missaoui en Henkens kijken ook kritisch naar het personeelsbeleid in het jeugdwerk:

"Er moet nagedacht worden hoe we in onze sector onze vacatures verspreiden, wie we in de sollicitatiejury’s vragen, en moeten we ook werk maken van goed opgeleide en beschermde vertrouwenspersonen en een arbeidsreglement waarin discriminatie en racisme benoemd worden. In ons personeelsbeleid besteden we bijvoorbeeld aandacht aan de doorstromingskansen van alle profielen, maken we vooroordelen bespreekbaar en zorgen we voor redelijke aanpassingen voor iedereen die daar nood aan heeft."

Formaat-voorzitter Joris De Bleser lijkt de bal dan weer vooral te leggen in het kamp van de jongeren zelf:

"Ik hoef niet overtuigd te worden van de meerwaarde en potentieel van diversiteit. Tot in de beslissingsstructuren van de jeugdsector moet die er zijn, absoluut. Meer zelfs, dat ìs aan het gebeuren. Oké, misschien gebeurt het vandaag nog te traag, toevallig en vrijblijvend. Wel, dan moet onze aanpak meer gepland en beter begeleid worden. Maar dat lukt alleen met de drive van jong, divers talent.

Ik voel sommigen hun frustratie in mijn geduld. Hun defensieve kramp. Of Calimero-reflex (‘zij zijn groot en ik is klein, dat is toch niet eerlijk’). Maar desalniettemin gaat het alleen sneller als al dat divers talent hun interesse toont, op plekken die ertoe doen. Proactief, niet wachtend aan de zijkant. Klagen en zelfmedelijden brengen geen zoden aan de dijk. Daarmee geraak je niet in een dialoog. Wel een realistische en milde ingesteldheid. Doe mee, denk mee, groei mee, plan mee. Wij zijn er echt klaar voor, er is plaats en tijd. Bakstenen en cement liggen klaar, het bouwen kan beginnen."

Dit meningsverschil is symptomatisch voor de kip-en-ei discussie die al langer meegaat in het jeugdwerk: sommigen zijn er van overtuigd dat organisaties pas veranderen als er ook 'vraag' naar is, anderen stellen dan weer dat er eerst organisatieverandering nodig is, voor er 'vragen' komen. Afgaande op de huidige stand van zaken, lijkt de realiteit vooral de laatste groep in het gelijk te stellen.

Sociaal-culturele analyse

In een niet zo ver verleden was de gangbare analyse dat vooral sociaal-economische drempels de participatie aan het jeugdwerk in de weg stonden. Ook voor mensen met een migratieachtergrond werd de sociaal-economische positie aangehaald als de voornaamste drempel. In de verschillende berichten komen thema's als ongelijkheid of de betaalbaarheid van het aanbod zeker nog aan bod. Zeker de bijdrage van Stef Moens besteedt aandacht aan de kostprijs van het opzetten van jeugdwerk en de ongelijke verdeling van middelen en mogelijkheden.

Toch lijken ook sociaal-culturele verklaringen in opmars: kledij (korte broeken en rokken), alcoholgebruik en gemengd slapen worden zonder enige tegenspraak genoemd als belangrijke obstakels. Sociaal-economische verschillen lijken soms een kwestie van perceptie ('Chiro leek mij iets voor rijke kinderen'). Is men op zoek naar nieuwe verklaringsgronden nu mensen met een migratieachtergrond steeds meer tot de middenklasse gaan behoren, maar toch nog steeds de weg naar bepaalde vormen van jeugdwerk niet vinden? Of is dit de geest van de tijd die mechanismen van sociale uitsluiting en discriminatie steeds meer naar de achtergrond duwt en liever met de vinger wijst naar onwetende ouders of nog sterker naar zij die niet willen integreren en/of wiens culturele gebruiken niet aansluiten bij wat als gangbaar wordt beschouwd?

Geen overhaaste conclusies 

31 berichtjes zijn natuurlijk niet veel om conclusies uit te trekken. Ze vormen een snapshot, niet meer, niet minder. Wie de berichten met wat afstand bekijkt, merkt dat sommige dingen niet of moeilijk veranderen. Organisaties die het centrum van het jeugdwerk bemannen, blijven ook dit thema domineren, ook al komen met mondjesmaat andere stemmen aan het woord. Nieuwe mensen kunnen structuren veranderen, maar de bestaande structuren ontmoedigen nieuwe mensen om in en door te stromen. Zonder extra ingrepen en persoonlijke aanmoediging, blijven de bestaande machtsverhoudingen overeind. En geheel in de tijdsgeest lijkt de sociaal-economische analyse aan belang te verliezen en wint de sociaal-culturele analyse haast kritiekloos aan terrein. 

Maar laat ons het congres, de debatten en de workshops afwachten. Bevestigt het jeugdwerk dan de bestaande machtsverhoudingen en dobbert het netjes mee op de tijdsgeest of kan het echt een gamechanger zijn?
 

Beeld: George A. Spiva Center for the Arts in Joplin, Missouri volgens CC BY 2.0.