Kleine stappen leiden tot grote successen in lokaal netwerk Maasmechelen

item_left

item_right

Kleine stappen leiden tot grote successen in lokaal netwerk Maasmechelen

sarah

In deze blogreeks onderzoeken Demos en publiq hoe het lokaal netwerk en de UiTPASwerkgroep toeleiding zich tot elkaar verhouden. Aan de hand van 5 interviews krijgen we inzichten in het ontstaan van werkgroepen en overlegstructuren die naast elkaar of complementair werken rond vrijetijdsparticipatie. 

In de provincie Limburg mogen we even achter de schermen kijken van lokaal netwerk Maasmechelen. We spreken daar met de regisseur en UiTPAScoördinator Tanja Rutten. Maasmechelen telt 38 000 inwoners en is een uitgestrekte gemeente met heel wat aparte woonkernen. In 2009 was Maasmechelen er als één van de eerste bij toen het participatiedecreet de maatregel lokale netwerken vrijetijdsparticipatie mogelijk maakte. In 2016 lanceerde Maasmechelen zijn eigen UiTPASregio en binnenkort komen de gemeenten Lanaken en Dilsen-Stokkem erbij. Tanja vertelt dat ze communicatiewetenschappen studeerde en daarna overheidsmanagement. Ze startte in de gemeente bij de jeugddienst als medewerker van het jeugdcentrum, een functie waar ze vaak in contact kwam met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Daarna groeide ze door tot diensthoofd jeugd en uiteindelijk kreeg ze ook de verantwoordelijkheid over de sportdienst.

In het begin was de werking van het lokaal netwerk zeer beperkt. Dit ging dan over een 56-tal tussenkomsten voor het lidgeld, meestal voor een jeugdactiviteit. Pas in een latere fase werden andere diensten erbij betrokken en een meerjarenplan uitgewerkt. Nu bereikt Maasmechelen tot een paar duizend mensen met de initiatieven van het lokaal netwerk. “Omdat de ambities jaar na jaar groter worden, is het niet meer mogelijk om alles met elkaar te blijven combineren,” zegt Tanja. Gelukkig is de functie ‘Expert vrijetijdsparticipatie’ er bijgekomen. Dit is een functie over Jeugd en Sport heen met extra aandacht voor vrijetijdscommunicatie. Het is de bedoeling dat het coördineren van het lokaal netwerk en de UiTPAS op termijn onder deze functie valt. 

In Maasmechelen komt het Forum Participatie 3 à 4 keer per jaar samen. Aan dit Forum zijn doorheen de jaren verschillende decreten en maatregelen gekoppeld. Namelijk: het participatiedecreet met de maatregel lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede, het lokaal sociaal beleid en uiteindelijk ook UiTPAS. Maasmechelen kiest voor één werkgroep om op die manier de vergaderingen tot een minimum te beperken. De agenda is open en iedereen kan thema’s aanreiken. “Toch heeft deze open manier van vergaderen ook zijn beperkingen,” zegt Tanja. Ik weet niet of het voor alle partners even duidelijk is waarover ze kunnen praten op Forum Participatie. “Soms komt er tijdens de vergadering weinig inbreng van de partners, maar krijg ik de vragen of ideeën van de partners nadien via mail.” Het is belangrijk om als regisseur de reflex te hebben om deze thema’s te agenderen. 

Tijdens de overlegmomenten van Forum Participatie worden o.a. UiTPAS en de nota vrijetijdsparticipatie besproken. UiTPAS is een instrument dat helpt om het verhaal van het lokaal netwerk te realiseren. Het is tastbaar en maakt het mogelijk om armoede bespreekbaar te maken bij verenigingen en van daaruit ook heel wat andere thema’s aan te kaarten. Met die info gaan de partners dan aan de slag in het Forum Participatie. Om de deelname van ervaringsdeskundigen aan overlegmomenten te stimuleren experimenteerde Maasmechelen met de formule van Focusgroepjes Armoede. Toen de ervaringsdeskundigen Armoede mee kwamen praten op het Forum Participatie was dit geen succes. Vermoedelijk door de open agenda en omdat de grote groep professionals intimiderend is. Bij de Focusgroepjes sluit Tanja als regisseur aan bij de werking van de armoedevereniging. We werken rond een concrete vraag en met een vast groepje deelnemers. 

Als we Tanja vragen welke gouden raad ze aan andere netwerken wil meegeven dan moet ze even nadenken. “Dit vind ik een moeilijke”, zegt ze. “Ik denk dat het hard afhangt van de lokale context en dat elke regio wel zijn eigen uitdagingen heeft. De rode draad in Maasmechelen is dat de focus eerder ligt op kleine stapjes vooruitzetten, dan het uitschrijven van grote masterplannen. We hebben heel vaak zaken uitgeprobeerd en bijgesteld,” vervolgt Tanja. “Wat vandaag een goede formule lijkt voor je lokaal netwerk is dat over twee jaar misschien niet meer. Als dingen niet helemaal goed lopen, benoem dat dan ook. Niet alles hoeft vast te liggen van in het begin. Pak de dingen aan die zich voordoen en durf jezelf continu in vraag te stellen, want de samenleving evolueert ook.”