"Maak gebarentaal verplicht op school" - Bokskampioene toont sportclubs weg naar inclusie

item_left

item_right

"Maak gebarentaal verplicht op school" - Bokskampioene toont sportclubs weg naar inclusie

Pieter

Najat Hasnouni in gevecht tijdens een bokskamp Foto: Patric Leloup

Najat Hasnouni-Aloui is de bezielster van de boksclub N’wicha. Voor Demos lichtte ze toe hoe je als organisatie bereikbaar kan zijn voor zogenaamd moeilijk bereikbare doelgroepen. Hieronder lees je meer over haar sportclub en waarom gebarentaal volgens haar een verplicht vak moet zijn in het onderwijs.

Bokskampioene

Najat Hasnouni-Alaoui trekt de boksclub N’wicha, die gedeeltelijk de naam draagt van haar moeder. Najat is in de Antwerpse en internationale (thai-)bokswereld een heel bekende naam. In het thaiboksen werd ze Belgisch, Benelux en Europees kampioen. Ze haalde ook de wereldtitel in de Lotto arena. Ook in het professioneel Engels boksen behaalde ze de Vlaamse en Belgische titel.

Maar haar passie ligt ook op het sociale vlak. In het verleden werkte ze onder meer in het geprofessionaliseerde jeugdwerk bij Kras Jeugdwerk en Formaat, en haar grootste motivatie haalt ze uit het werken met mensen die drempels ervaren.

Damesaanbod

De club N’Wicha zag het levenslicht in 2011. Najat had in die periode al heel wat damestrainingen gegeven, met als doel om vrouwen te versterken. In 2006 was ze de eerste dame in Antwerpen die apart thaibokstraining gaf aan vrouwen. Ze had gezien dat veel meisjes en dames snel afhaakten in gemengde (thai-)boksclubs. Dat was de aanleiding om met een eigen club te beginnen. Ze begon met drie à vier meisjes, en al na een maand had ze een volle zaal. Ondertussen bereikt ze jaarlijks een duizendtal vrouwen.

Maak gebarentaal verplicht

Ze breidde haar doelpubliek uit, want ze traint ook kinderen en tieners. Ze heeft zelfs een aanbod voor kinderen die slechthorend zijn en kinderen met autisme, wat in 2018 startte via een samenwerking met een KOCA-school. Een leuk contact met de schoolverantwoordelijke zorgde ervoor dat ze samen met de school een vechtsportaanbod uitwerkte. Ze wilde iets doen voor kinderen en jongeren die vaak aan de kant worden geschoven.

En dat deed ze door het gewoon te proberen. Daarmee leerde ze enorm veel van deze doelgroep. Één van deze jongeren is nu een vrijwilliger in haar vaste clubwerking. In verband met mensen met gehoorproblemen heeft ze een belangrijke beleidsaanbeveling. Zo zegt ze: “Maak gebarentaal een verplicht onderdeel in het secundaire onderwijs, zodat veel meer mensen dit kunnen, en minder mensen uit de boot vallen”. (lees verder onder de foto)

 Foto: Patric Leloup

Sportclub is jeugdwerk

De sociaal-sportieve werking startte eigenlijk echt als sportclub, maar geleidelijk aan kwam de nood om er ook een jeugdwerking van te maken. Die vraag kwam vooral van de kinderen en jongeren zelf, die met de club andere leuke activiteiten wilden doen. Zo vertelt ze: “We willen meer geven dan enkel een sportwerking, het is ook een jeugdwerking. Iedereen moet helpen in ons team. We doen activiteiten waar de mensen nood aan hebben. Het moet niet altijd groot zijn. Het kan een uitstap zijn, een creatieve activiteit, enzovoort”.  

Momenteel heeft N’wicha activiteiten op 2 locaties: in Deurne en in Hoboken, en ze krijgen steun via de projectoproep experimenteel jeugdwerk. De club draait op een voltijdse werkkracht. Daarvoor krijgt ze steun via het jeugdwerk en de stad Antwerpen.

Maatwerk

Najat benadrukt hoe belangrijk het is om maatwerk te leveren voor mensen in een kwetsbare positie. Ze maakt op die manier duidelijk hoe belangrijk ‘feeling’ is: het aanvoelen van hoe je met kwetsbare groepen omgaat. En als je daarin slaagt, is het een stiel waar je veel voor terugkrijgt. Het geeft enorm veel energie. Zo zegt ze:“Het meeste krijg ik terug van het werken met de doelgroepen zelf. Als je erkenning krijgt van mensen die op een andere manier nooit een stap in een sportclub zetten, dan geeft dat een enorme voldoening.”

Durf!

Najat vertelt een verhaal van een jongere met een spierziekte die tijdens een training voor kinderen en jongeren met een beperking aan de kant zat tijdens een workshop die georganiseerd werd door het bedrijf Nike. De jongen kon niet meedoen omdat er te veel risico was op blessures.

Ze vond het bijzonder jammer om dat tafereel te moeten aanschouwen, en dus ging ze met hem een spel spelen, op een medische verantwoorde manier. Het spel werkte en na verloop van tijd deed hij een (te grote) bokshandschoen aan. Dat had een enorm effect op hem, want hij bloeide helemaal open. Dat doet groeien. Het is een belangrijke les voor coaches, zo zegt ze: “Het is zo belangrijk om als coach te tonen dat er steeds mogelijkheden zijn. Ik vind het zo nodig om stil te staan bij jezelf en om te durven! Het is niet omdat je een beperking hebt, dat je jongeren aan de kant moet schuiven. Er is altijd een oplossing.”

Met dit citaat toont ze dat sociaal-sportieve praktijkwerkers altijd moeten geloven in het potentieel van hun doelpubliek. En ‘durven’ is ook typisch aan Najat’s aanpak, want in haar betoog hoor je dat ze een echte autodidact is. Ze leerde met vallen en opstaan. Maar durf is weinig waard als je jezelf niet open stelt. Het is daarom zo belangrijk dat je een bepaalde ‘feeling’ hebt met de doelgroep waarmee je werkt. Anders kan je nog zo veel durven, dan werkt het niet. “Sport is niet enkel voor de gezonde mensen eh.” Zo lacht Najat.

Wil je na het lezen van dit artikel nog andere sociaal-sportieve praktijken leren kennen? Wil je graag jouw praktijkverhaal beschreven zien? Neem dan contact op met pieter.smets [at] demos.be of surf naar www.sociaalsportief.be