Participatie in tijden van eenzaamheid: de sociale rol van vrijetijdspraktijken tijdens een lockdown

item_left

item_right

Participatie in tijden van eenzaamheid: de sociale rol van vrijetijdspraktijken tijdens een lockdown

an

Over de sociale rol van cultuur-, jeugd- en sportpraktijken tijdens een lockdown

Beeld: Bernard Spragg. NZ - Flickr - Publiek domein

In deze moeilijke weken van lockdown door het coronavirus delen we hoe vrijetijdsorganisaties contact houden met doelgroepen in een kwetsbare positie. Het Steunpunt Mens en Samenleving beschrijft in een uitgebreid overzichtsartikel hoe hulpverleners en sociaal werkers dat doen. Maar hoe zit dat in de cultuur-, jeugd- en sportsector?

De tips om cultuur, jeugd en sport in de huiskamers te brengen, zijn niet moeilijk te vinden. Het internet ontploft van de filmpjes met fitnessinstructies, challenges, doe-opdrachten en knutselwerkjes met huis-, tuin- en keukenmateriaal. En veel vrijetijdsorganisaties met een ledenwerking bezorgen hun leden persoonlijke mails en Facebookposts, met inspiratie om hun hobby verder te zetten vanop afstand. Maar wat met de sociale rol van vrijetijdsorganisaties?

Na twee weken van wat in de realiteit neerkomt op een lockdown - ook al heet het officieel niet zo - mist iedereen de sociale contacten die bij vrijetijdsbesteding horen. Mensen die alleen wonen of een beperkt sociaal netwerk hebben, voelen dit het sterkst. Maar de sociale rol van cultuur-, jeugd- en sportorganisaties is zoveel meer. Het gaat om het voortdurend aanpassen van de werking aan de noden van de doelgroep, over de fysieke en mentale nabijheid, over het inspelen op en aankaarten van maatschappelijke uitdagingen en het bijsturen van beeldvorming.

Maatwerk

Praktijkwerkers spraken over hectische weken, waarbij de communicatie supersnel ging en de wereld er binnen 24 uren heel anders uitzag. Zij probeerden grip te krijgen op de situatie en structuur te vinden om hun activiteiten zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe omstandigheden.

An Vandermeulen van de Brusselse kunstenwerkplek Globe Aroma vertelt dat de eerste week van de lockdown volledig in teken stond van sensibilisering:

“Al voor de maatregelen van kracht waren, besteedden we veel aandacht aan het doorgeven van de juiste informatie over COVID-19 (de ziekte die veroorzaakt wordt door het coronavirus, n.v.d.r.). We merkten dat veel van onze kunstenaars met een achtergrond als nieuwkomer niet of verkeerd geïnformeerd waren. Omdat er bij ons bijzonder veel mensen over de vloer komen, die vaak in precaire omstandigheden leven, hebben we redelijk snel beslist om evenementen af te lassen of uit te stellen. We vroegen alle bezoekers om hun handen te wassen voor ze binnen kwamen. We probeerden zo lang mogelijk ons huis open te houden omdat het voor velen zo’n noodzakelijke plek is. Maar toen we noodgedwongen moesten sluiten, zijn we overgeschakeld naar het online contacteren van mensen. We voeren veel videogesprekken en Facebook chats. Maar veel mensen hebben geen internet, dus die bellen we op. Die hele eerste week bleef het nodig om mensen te laten weten dat de situatie echt ernstig was.”

Na de eerste chaos en noodzakelijke interne aanpassingen, lukt het sommige organisaties om het bestaande aanbod verder te zetten vanop afstand of een nieuw aanbod te ontwikkelen, op maat van hun doelgroepen. Zo moedigt Globe Aroma haar kunstenaars aan om te laten weten waarmee ze bezig zijn op artistiek vlak en bieden ze een online platform aan voor jamsessies, workshops, het opstellen van playlists, de online release van een clip, enzovoort. “Aan wie internet heeft, bieden we een volle digitale kalender aan", zegt Vandermeulen. "Het is heel belangrijk voor onze mensen om te kunnen connecteren met anderen. Een aantal van hen zijn er op elk online evenement bij."

Volgens Younes El Haddaji van de laagdrempelige voetbalbeweging Red-Side in Kortrijk zijn online challenges een goeie manier om jongeren betrokken te houden: "Op Instagram lanceren we bijvoorbeeld een #Stayathome challenge. Iedereen stuurt dan een filmpje en moet andere jongeren nomineren om het ook te doen. Ik zoek online naar inspiratie en als ik mooie dingen vind, deel ik die met de jongeren. Er zijn influencers die sportoefeningen voortonen in hun tuin en dan stap voor stap uitleggen hoe je het uitvoert en welke spiergroep je ermee traint. Zo help je jongeren fit te blijven in deze periode. Jongeren delen ook zelf acties of bewegingen die ze tijdens een wedstrijd deden.”

Beeld: Tijdens een vorige editie van SHOOT!, een evenement van JES vzw dat dit jaar zijn 15de verjaardag viert maar niet door kan gaan door de coronacrisis - Fotograaf: Tomas Bachot

Ook bij JES Antwerpen ligt de nadruk onvermijdelijk op digitaal werken. Coördinator Filip Balthau getuigt: “Uit de wekelijkse verslagen van onze arbeidsbegeleiders, vormingswerkers, evc-medewerkers en jeugdcultuurwerkers blijkt dat het accent inderdaad op digitaal werken ligt: digitale dienstverlening en doorverwijzing, digitaal filmpjes en muziek maken, JES-challenges op Instagram, Instagram- en Snapchatinstuiven, online gamen onder leiding van jongeren die ooit verslaafd waren maar sinds het project Reboot van VAGGA in samenwerking met JES hun gamen aanwenden om hun sociaal netwerk te versterken … ”

Abdelhay el Ouarroudi zet zijn trainingen gewoon door: “Ik doe aan individuele coaching voor wedstrijdvechters die binnenkort klaar moeten zijn. Ik geef hen oefeningen mee om thuis te doen en volg dat van nabij op. Via telefoon, Facebook en Whatsapp kan ik als brugfiguur veel informatie delen naar mijn gasten die niet overal van op de hoogte zijn. Die aanklampende houding had ik al voor de lockdown, maar is nu des te belangrijker."

Fysieke en mentale nabijheid

Cultuur-, jeugd- en sportpraktijken die gewend zijn om bottom-up en aanklampend te werken met burgers in een kwetsbare situatie, beperken zich dus ook in deze lockdown niet tot het louter digitaal verspreiden van hun aanbod. Zij houden net als anders de vinger aan de pols van hun doelgroepen om te luisteren naar hun noden en behoeften en ontwikkelen nieuwe voorstellen op maat van deze noden. Die nabijheid is door veiligheidsmaatregelen sterk aan banden gelegd. En dat weegt extra zwaar door voor mensen met een beperkt sociaal netwerk, die een moeilijke thuissituatie hebben of wonen in een huis of appartement met weinig bewegingsruimte of zonder tuin.

Balthau ziet in deze periode veel initiatieven opduiken om contact en nabijheid te behouden. Maar de initiatieven moeten afgetoetst worden met de huidige maatregelen en de nog steeds veranderende situatie:

“Alle kinder- en meisjeswerkers werden telefonisch bevraagd. Zij kwamen, net zoals bij Kras jeugdwerk, met het idee om knutselpakketten te maken voor kinderen die thuis niet over dat soort spelmateriaal beschikken. Dit zal in Deurne uitgetest worden en eens de procedure op het kruispunt van veiligheid, volksgezondheid, hygiëne en solidariteit is uitgewerkt, willen zij dit uitproberen en verspreiden naar onze andere kinderwerkingen in Luchtbal en Rozemaai. In Borgerhout werd ons gevraagd om mee te werken met de districtsjeugddienst bij de conceptualisering en organisatie van een uitleendienst van spelmateriaal en gezelschapsspelen. En dan hebben we nog een aantal tiener- en jongerenwerkers die zich graag willen kwijten van een vindplaatsgerichte en sterk gekaderde jeugdwerkopdracht en dit de volgende weken willen combineren met het digitaal jeugdwerk.”

Digitale participatie is voor heel wat mensen ook totaal niet haalbaar en dan zijn organisaties genoodzaakt om andere manieren te vinden om hen te bereiken. Concreet bekijken werkingen individu per individu waar ze zijn, hoe ze hen kunnen contacteren en hoe het met hen gaat. Vandermeulen: “Onze focus ligt nu bij mensen die geen internet hebben. We brengen in kaart wie welke noden heeft. Wie heeft een computer? Wie heeft internet? Wie heeft een smartphone? We zoeken uit of we ons internet-abonnement kunnen openstellen voor onze achterban zodat wie geen toegang heeft tot internet toch online kan via een paswoord. Het zou fijn zijn als hier al werkbare systemen voor bestonden en mocht de overheid hier een handje in toesteken door gratis toegankelijk internet aan te bieden. Het is een goed begin dat ze dit doen voor leerlingen, maar er zijn meer mensen dan leerlingen alleen die nood hebben om via internet contact op te nemen met familie of vrienden in hun land van herkomst.”

In Gent zet Manoeuvre haar werking verder via Facebook en telefonische contacten. Chris Rotsaert:

“We hebben van in het begin ingezet op het doorbreken van isolement. Daarvoor komen onze deelnemers naar ons atelier. Dus houden we de structuur van ons atelier aan. Dat is super belangrijk. Op maandag, dinsdag en donderdag bellen we de deelnemers op en luisteren we waar de grootste noden liggen. Bij sommigen gaat zo’n gesprek alleen over hun huishouden dat nu volledig ontsmet is, de frustratie dat sommige mensen naar buiten blijven gaan of het gemis van hun kleinkinderen. Andere mensen kunnen we minder goed verstaan omdat we elkaars taal niet spreken. Dan wordt er wat afgelachen aan de telefoon, maar dat doet ook deugd. De kunstenaars die in deze periode geëngageerd zijn, blijven in dienst. Zij zijn ook een kwetsbare groep. En we wilden ons niet gaan beperken tot het naaien van mondmaskers, maar bij onze artistieke werking blijven. Zo geeft Ariane in ons atelier één-op-één tekensessies aan iemand die niet alleen kan zijn. En die tekeningen worden thuis omgezet naar borduursels door onze mensen. We bussen pakketjes met materialen die ze nodig hebben om thuis te kunnen borduren.”

Wit.h vzw in Kortrijk daagt met haar werking kunstenaars met een verstandelijke beperking artistiek uit. Maar door de coronacrisis zien zij zich genoodzaakt om hun werking bijna volledig on hold te zetten. Artistiek leider Luc Vandierendonck:

“Onze artistieke werking verderzetten is niet aan de orde nu. Meer dan negentig procent van onze doelgroep heeft geen toegang tot online communicatiekanalen. Het is al lang één van mijn kritieken op de zorgsector: waarom werken jullie zo weinig met digitale middelen? We lanceerden alvast een onderzoekopdracht bij de VIVES hogeschool om te bekijken hoe onze kunstenaars via internet samen kunnen tekenen. Maar om dat te kunnen doen, hebben ze wel een drager nodig en de meeste van onze gasten hebben dat dus niet. Dus werken we heel individueel, net als in onze gewone artistieke werking want ook daar is onze aanpak heel sterk afhankelijk van elk individu. We bekijken per kunstenaar hoe we hen kunnen bereiken. Sommige mensen die begeleid zelfstandig wonen kunnen we nog bezoeken, maar die begrijpen dan niet dat we niet kunnen binnenkomen. Er is een kunstenaar wiens enige communicatie bestaat uit knuffelen. Die krijgt nu te horen dat hij een meter afstand moet houden, leg dat maar eens uit! Ik zit vooral in met mensen die persoonlijkheidsproblemen hebben en nu geïsoleerd zitten. Hoe gaan zij uit deze periode komen?”

Inspelen op maatschappelijke uitdagingen

Veel cultuur-, jeugd- en sportorganisaties tonen een groot engagement om zich in te zetten in de strijd tegen het coronavirus. Zo riep Femma op om massaal mondmaskers te naaien. De Gentse sociaal-artistieke werkplek Victoria Deluxe, die vanuit haar DNA sowieso sterk politiserend werkt, lanceerde samen met enkele partners een solidariteitsfonds en Facebookgroep om extra steun te kunnen geven aan mensen in een kwetsbare positie, zoals dak- en thuislozen.

Jeugdorganisatie Tumult zoekt met haar project Babbelbuddy’s naar jongeren die bereid zijn om online te videochatten of bellen om jongeren die nieuw zijn in België ook in deze periode oefenkansen Nederlands te blijven geven. Cultureghem wil blijven werken aan de toegang tot gezonde voeding nu markten verdwijnen, voedseloverschotten in supermarkten beperkt zijn en mensen in hun kot moeten blijven. Met COLLECTMET Deliveries brengen ze verse producten naar mensen thuis.

Dankzij de signaalfunctie van vele middenveldorganisaties rond de nood aan meer ondersteuning voor eerstelijnswerkers en vrijwilligers van armoedeverenigingen, de verderzetting van voedselbedeling en een taskforce voor noodopvang, lijkt de overheid toch een tandje bij te steken op dat vlak.

Toch is de situatie op het terrein soms schrijnend. Organisaties die werken met mensen die in deze situatie nog meer getroffen worden dan anders, kunnen niet zomaar wegkijken. Vandermeulen: “We doen nog meer eerstelijnswerk dan anders, maar dan vanop afstand. Sommige van onze kunstenaars en creatievelingen slapen op straat en hebben in deze periode geen toegang tot basishygiëne nu veel eerstelijnswerkingen maar ook openbare toiletten gesloten zijn. We kunnen beroep doen op een klein netwerk van organisaties, vooral geëngageerde individuen eigenlijk, die in de bres springen. Er zijn enkele hotels die terug open gaan en kamers ter beschikking stellen. Misschien is het ook een idee dat de regering premies voorziet voor hotels die hun deuren openzetten voor mensen zonder (t)huis?”

Publieke beeldvorming bijsturen

Ook op vlak van beeldvorming doet de vrijetijdssector haar best om mildheid bij te brengen. Gigos Jeugdwelzijnswerk in Genk nuanceert de kritiek op jongeren die het samenscholingsverbod negeren door te wijzen op de precaire omstandigheden waarin veel jongeren leven. Ook Uit De Marge deed een oproep aan de media en publieke opinie om zich ervan bewust te zijn dat de omstandigheden niet voor iedereen gelijk zijn en om deze jongeren niet meteen te veroordelen.

Filip Balthau van JES Antwerpen: “De meeste kinderen, tieners en ouders begrijpen de situatie en houden zich aan de maatregelen. Tegelijk merken we dat in bepaalde buurten kinderen naar buiten worden gestuurd. Dit dikwijls omdat de huizen te klein zijn, er (kans)armoede is. Sommige ouders geven aan dat ze het nu al beu zijn of dat ze niet weten wat ze moeten doen met hun kinderen en hoe ze het moeten doen. Dit betreft zowel zinvolle vrijetijdsbesteding als huiswerkondersteuning, laat staan dat ze daarvoor de tools en het materiaal in huis hebben.” Samenlevingsopbouw Antwerpen en Samen op Straat lanceerden dan weer een sensibliserend filmpje met slam poetry speciaal gericht op drarries.

Lessen trekken uit de crisis

Niemand kan nu al lessen trekken uit deze bijzondere periode. Praktijkwerkers kunnen moeilijk vooruit kijken en ontdekken elke dag nieuwe dingen waarop ze moeten inspelen. Vandermeulen: “Naast veel begrip kreeg ik van een aantal van onze deelnemers ook boze reacties. Ze voelen zich aan de kant gezet en zoeken manieren om controle te krijgen op de situatie. En waar in het begin iedereen heel enthousiast was over het online connecteren, merk je nu toch al een vermoeidheid op dat vlak. We kunnen niet anders dan in kaart brengen wat iedereen nodig heeft op dit moment. Voor sommigen is dat artistiek uitgedaagd blijven worden, voor anderen is dat toegang tot internet of een telefoon of puur logement. De overheid houdt vast aan de deadlines voor onze administratie, maar op dit moment lukt dat voor ons gewoon niet, of toch met meer moeilijkheden dan anders. We zijn bezig met eerstelijnswerk en grondrechten die eigenlijk door de overheid moeten worden voorzien.”

Het coronavirus leert ons wat we al weten maar waar we ons nog meer bewust van kunnen zijn: er is veel sociale ongelijkheid in onze samenleving en deze crisis grijpt dus ongelijk om zich heen. Respect voor het werk van al die cultuur-, jeugd- en sportorganisaties die hun sociale rol in deze tijden onverminderd blijven spelen.

Vandermeulen: “De precaire situatie van onze doelgroep wordt in deze periode nog meer op de spits gedreven. We gaan pas achteraf weten wat de beste beslissing is geweest. We moesten onze werking noodgedwongen sluiten om iedereen te beschermen, maar je weet niet wat hiervan de neveneffecten zullen zijn en of die impact niet nog veel groter is.”
 

Heb jij gelijkaardige of andere ervaringen en wil je je verhaal graag delen? Of heb je nood aan advies in deze bijzondere dagen? Neem zeker contact op met één van onze stafmedewerkers:

Pieter Smets, stafmedewerker sport: pieter.smets [at] demos.be
Kris Devisscher, stafmedewerker personen met een beperking en jeugd: kris.devisscher [at] demos.be
An Van den Bergh, stafmedewerker kunst- en cultuurparticipatie: an.vandenbergh [at] demos.be