To Be Young Gifted and Black - Racisme in sport

item_left

item_right

To Be Young Gifted and Black - Racisme in sport

Pieter

Voor de strijd tegen racisme en discriminatie vinden we het hoopvol dat vele vrijetijdsorganisaties in de voorbije maanden de Black Lives Matter beweging hebben gesteund en dit kenbaar hebben gemaakt op sociale media. We willen kijken naar hoe deze steun vandaag en in de toekomst navolging kan krijgen en we doen dat hier in de blogreeks 'Anti-racisme in de vrijetijdssector: wat na #BLM?' De vraag hier is telkens: wat is er nodig in een dagelijkse werking en praktijk om echt een verschil te maken?

In deze reeks krijgen we hierop een antwoord van personen met een uitgesproken standpunt over de strijd tegen racisme, gebaseerd op hun kennis uit hun professionele en/of activistische ervaring. We vragen hun reflectie op de actuele beweging in het cultuur-, jeugd- en sportveld, maar polsen ook naar hun advies. Wat zijn hun aanbevelingen aan organisaties en lokale besturen om actiever op te treden tegen racisme en discriminatie?

Elke schrijver in deze reeks focust zich op 1 of meerdere domeinen in het vrijetijdsveld. We starten hieronder met een bijdrage van Mohamed Barrie:

Beeld: Jeffrey F Lin - via Unsplash

Racisme in sport is niet zo abstract als men vaak doet voorstellen. Alle zwarte sporters die ik me kan inbeelden, hebben hun ervaringen ooit gedeeld. Serena en Venus, Origi, Missipo… Terwijl sporten altijd een uitlaatklep is, een veilige plek. Maar wat als je veilige plek niet meer veilig is?

Wat als de mensen die je moeten beschermen dat nalaten en je soms bestraffen? Zou het kunnen dat regels, slogans en campagnebeelden tegen racisme in sport na al die jaren hun nut niet hebben vervuld? Midden in een pandemie, werd ook in België voor even het signaal gestuurd dat zwarte levens ertoe doen. Het kleurde enkele maanden geleden zwarte vierkantjes op social media, voor even. In de diverse landen en competities en sporten maakten clubspelers een statement door te spelen met een slogan op hun t-shirt.

Veilige plek

De sport die jongeren en kinderen beoefenen is vaak een van de veiligste en bevrijdende ruimtes die ze hebben. En het meemaken van racisme is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in deze veilige ruimtes. Als speler, toeschouwer en als coach van een regionale meisjesploeg heb ik dit te vaak moeten meemaken.

Vorig jaar speelden we een wedstrijd tegen een ploeg buiten de stad Antwerpen. Als coach hou ik steeds mijn hart vast in dit soort wedstrijden omdat ze zelden zonder racistische voorvallen eindigen. Tijdens deze bewuste match waar de eerste twintig minuten rustig verliepen, na een vroege achterstand, begon de match pittig te worden:

Vanwege verhoogde intensiteit werden er speelsters langs beide kanten voor fouten gestopt. En omdat een paar van deze duidelijke fouten niet werden gefloten, lokte het reacties van beide ploegen. Een van mijn speelsters, Sara (fictieve naam), maakte het aansluitingstreffer en bracht de score naar 2-1. De momenten die volgden waren haast hallucinant. Eerst werd ze bij ieder balcontact uitgefloten door moeders, vaders en grootouders van de tegenstanders. Na een actie op de linkerflank hoorde ik “hi n***** wie denkte wel dat je bent”. Sara deed een teken om te zien of ik het ook had gehoord. Op dit moment vroeg ik expliciet aan de scheidsrechter en coach van de tegenstanders of wij nu de enigen waren die deze voorval hadden gehoord. Beide gaven aan dat ze het niet hadden gehoord.

Vijf minuten later riep Sara “ik ben je fucking n**** niet”. Een van de meisjes die haar moest dekken had dat scheldwoord meermaals naar haar hoofd geslingerd. Ze stapte naar de scheidsrechter die weer niets deed. Intussen wordt ze bij ieder balcontact uitgejouwd door de thuis supporters. Bij een eerste volgende duel ging Sara hard door in een tackle. Ze kreeg terecht geel. Supporters reageerden opnieuw en Sara kon haar afkeer voor de scheidsrechter niet verstoppen. Ze kreeg een tweede gele kaart en mocht gaan douchen.

We verloren de match, maar Sara en de rest van ons team verloren ook een stukje van hun geloof in de scheidsrechter die hen zou beschermen wanneer ze racistisch zouden worden behandeld door fans en tegenstanders. De coach en scheidsrechter reageerden ook niet toen ik hen vroeg om de gebeurtenissen in hun wedstrijdverslag op te nemen.

Helaas zijn zulke verhalen niet nieuw, noch uniek. Het had evengoed kunnen gaan over de jeugdbasketbalwedstrijden die ik als toeschouwer heb gezien. Wat Sara hier overkwam, kostte haar niet alleen een schorsing: het ontnam haar alle noties van bescherming die ik terugvond in manifesto's tegen racisme van bijvoorbeeld onze voetbalbond. De scheidsrechter beschermde haar niet, de coach van de oppositie nam geen actie tegen de eigen fans en spelers.

Dit allemaal doet me denken aan een gesprek tussen Red Flame Kassandra Missipo en Danira Boukhriss. Het ging over wat racisme juist doet met een sporter. Over fans die in het stadion racistsiche slogans en ronduit kleinerende taal uitspreken naar sporters van kleur toe. Missipo zei: "Die mensen zouden een stadionverbod of een fikse boete moeten krijgen. Ze vernielen dan wel geen infrastructuur, ze vernielen wel iemand vanbinnen."

Het uitgangspunt van de vraag die ik kreeg voor deze tekst was oplossingen voorstellen. Er bestaat echter geen magische oplossing en in de context van sport en daarbuiten is men vaak op zoek naar kopieerbare en hapklare oplossingen die liefst geen moed vragen. Hier knelt het schoentje. Want alvorens ik mogelijke oplossingen kan voorstellen moet de lezer zich de vraag stellen: ben ik bereid om te doen wat noodzakelijk is? In 2017 organiseerde ORBIT een netwerkdag over ‘hoe halen we racisme uit de sport?’ De vraag is nu: hoe hebben de aanwezigen na deze netwerkdag racisme binnen sport in de afgelopen drie jaar weten te bestrijden? Dat is ook de vraag die ik graag aan de lezer geef: wat doe je na het lezen van dit stuk?

Bonden

De eerste stap is om eens te kijken naar twee elementen van de bestuursorganen van onze bonden. Kijk naar de namen en foto’s van het bestuur van de afgelopen tien jaar. Kijk naar de profielen die erin zitten. Als dit geen weerspiegeling is van de samenleving dan weet je vrij zeker dat je niet namens alle sporters kan spreken. Witte bestuursorganen hebben nu eenmaal blinde vlekken. Pro tip hier is om nooit, louter voor de diversiteit een zwarte persoon of persoon van kleur in je bestuur te hebben. Dit brengt nooit verandering, het is eerder een schild tegen kritiek. Het moet gaan over bekwame mensen van kleur. Racisme bestrijden op dit niveau houdt in dat men keuzes moet maken, waarde gerichte keuzes. Zijn we tegen racisme, dan moet je bestuurskamer genoeg stemmen hebben die daadwerkelijk weten waarover het gaat en acties kunnen opzetten die echt iets veranderen en die niet enkel gaan over cliché campagnes.

Opleiding scheidsrechters

Ieder spel heeft scheidsrechters nodig, onpartijdige derden die zo goed mogelijk de regels handhaven en alle partijen beschermen in hun veilige plek. Scheidsrechters zijn uitermate belangrijk en daarom is het zo belangrijk dat in hun opleiding het onderwerp van racisme aan bod komt, om de impact ervan op jong en oud te begrijpen, maar ook om te durven kijken naar de eigen vooroordelen.

Want in situaties waar het tot escalatie komt, zal de scheidsrechter vaak veel makkelijker het slachtoffer van racisme straffen, met de boodschap: ‘hou je rustig!’. Het verhaal van Sara was illustratief maar ook in profvoetbal gebeurt dit: denk aan de ref Lardot die Marco Ilaimaharitra een gele kaart gaf, te midden van een emotionele uitbarsting door het racisme dat hij incasseerde live op tv!

Op clubniveau: shut up and dribble?

Het feit dat te midden van de BLM-protesten en de zichtbare oproep om meer te doen rond racisme, zo goed als geen club concrete acties ondernam in een competitie waar alvast zichtbaar veel zwarte spelers zijn, zegt genoeg. Het zijn vaak jeugdclubs waar ze de slachtoffers van racisme niet de juiste psychologische begeleiding aanbieden maar toch de boodschap meegeven aan zwarte spelers om zich best rustig te gedragen. Hier gaat het vaak niet alleen om externe racisme, maar ook interne racisme.

“Steeds wanneer ik me wil uitspreken over het racisme die we meemaken, zijn er mensen in de club die me vragen om dit niet openlijk te doen”, zei een voetballer tijdens het BLM-protest in Brussel.

KV Mechelen gaf op vlak van profclubs wel een goed voorbeeld: KV Mechelen legde de fan die de Hitlergroet bracht een stadionverbod van 17 maanden op. Naar eigen fans, ouders en spelers toe moet het duidelijk zijn: indien clubs en werkingen de campagnes voor respect van de UEFA enzovoort niet als loze slogans zien, zullen ze interne afspraken maken en dus ook tuchtprocedures ontwikkelen.

Op het veld

Het moet een gewoonte worden om de match te kunnen stopzetten bij racistische gebeurtenissen. Hier denk ik dat wat ex-profspeler Paul Beloy voorstelde enorm nuttig kan zijn: een systeem van time-out bij jeugdploegen. Deze indicator helpt alvast om zeker te zijn dat racistische voorvallen worden opgenomen in wedstrijdverslagen.

De kern van racisme bestrijden in de sportwereld draait om het feit dat we al te vaak met mooie woorden en waarden statements maken, maar dat die niet noodzakelijk opgevolgd worden met daden. Dit moeten daden zijn die jongeren vrijwaren van racisme in hun veilige sport omgeving. En wanneer ze toch de kwetsuren van racisme ervaren in deze omgevingen, dan ontbreekt vaak enige vorm van rechtvaardigheid. We kunnen niet blijven zeggen ‘Respect – Say No To Racism’ zonder acties.

Mohamed Barrie is sociaal werker en coördineert de meisjeswerking van voetbalclub City Pirates. Hij richtte de studentenvereniging AYO mee op en is een van de drijvende krachten achter projecten zoals Black History Month Belgium.