Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
Bewoners van de maand - Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst
item_left
item_right
Bewoners van de maand - Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst
De laatste zaterdag van oktober 2015 is een onverwacht warme en zonnige dag. Ik heb een afspraak in Aalst voor een bezoek aan het project ‘Bewoners van de maand’ van Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst. In 2010 startte de stad Aalst met Kunst in de wijk. Dit is een laagdrempelig kunstproject in de openbare ruimte dat plekken in de stad, die op het eerste zicht minder aantrekkelijk tonen, een andere betekenis wil geven of in een ander perspectief wil plaatsen via kunst. De bedoeling is dat buurtbewoners actief betrokken worden bij de totstandkoming van het kunstwerk. Na enkele geslaagde projecten waarbij onder andere een blinde muur en een spoorwegbrug werden aangepakt, hanteerde men in 2013 een andere methodiek. Men koos ervoor om in verschillende wijken tegelijk aan de slag te gaan en een interactie op gang te brengen tussen een curator, een kunstenaar en de buurt zelf. Eén van die buurten is Aalst-Rechteroever. Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst werd aangesteld als curator en koos ervoor in zee te gaan met kunstenaar Vincen Beeckman.
Wanneer ik op het Escargotplein aankom, dat het begin van de wijk Aalst-Rechteroever markeert, heeft zich een dertigtal mensen verzameld rondom een drie meter hoge billboard. Aan de ene zijde hangt een manshoge foto van François, die de wijk Rechter-Oever inkijkt, aan de andere zijde kijkt Patrick uit over de Dender. In de helft van de maand zullen hun foto’s gewisseld worden totdat twee andere buurtbewoners het de maand erna overnemen. Gedurende drie jaar fotografeert Vincen Beeckman ongeveer zeventig buurtbewoners van Aalst-Rechteroever en geeft daarmee een gezicht aan de wijk. Elke laatste zaterdag van de maand worden de portretten van de twee Bewoners van de Maand ingehuldigd op het Escargotplein. De bewoners nemen deze inhuldiging zelf in handen door iets te vertellen over zichzelf, hun talent te tonen of iets mee te brengen dat hen typeert.
Iets na 14 uur verwelkomt Vincen Beeckman de aanwezigen en geeft hij het woord aan Patrick, die zichzelf voorstelt en vertelt over zijn passie voor fotografie. Patrick woont al 47 jaar op Rechteroever, in de buurt van stadion Eendracht Aalst. Hij is er ook actief in verschillende verenigingen zoals het buurtcomité en de lokale afdeling van Kom op tegen Kanker. Patrick maakt gebruik van de gelegenheid om Parol, de vzw waar hij al vier jaar actief vrijwilliger is, in de bloemetjes te zetten. Daarna komt François, de andere Buurtbewoner van de Maand, aan de beurt. Hij knikt vriendelijk naar de verzamelde menigte, maar laat het woord aan hem voorbij gaan. Na een applaus voor de twee buurtbewoners worden glazen wijn uitgedeeld en er ontstaan kleine groepjes van mensen die nog wat blijven nababbelen in het zonnetje.
Naast de billboard heeft Patrick een mini-tentoonstelling gemaakt met een selectie van zijn meest geslaagde foto’s. Ik neem een kijkje en Patrick begint te vertellen: “Rechteroever is een rustige buurt, dicht bij ’t stad. Je moet niet ver lopen voor boodschappen. De buurt hangt hier nog een beetje aan elkaar. Veel mensen wonen hier al meer dan veertig jaar, dus ik heb er veel vrienden. Toch is het niet meer zoals vroeger. Toen hadden we vijf kermissen in een straal van anderhalve kilometer. Dat is nu gedaan.”
Schepen van Cultuur Ilse Uyttersprot, die elke maand aanwezig is bij de inhuldiging van de portretten, komt Patrick proficiat wensen. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om haar aan te spreken over het lot van vzw Parol, die binnenkort haar huidige locatie moet verlaten zonder zicht op een nieuwe plek. Er ontstaat een betrokken gesprek en een medewerker van Parol wordt erbij geroepen. Daarna gaat Patrick verder met zijn verhaal: “Ik heb veel meegemaakt in mijn leven. Het feit dat ik hier sta met mijn foto heeft een speciale betekenis voor mij. Mijn lievelingsbroer hebben ze hier twintig jaar geleden uit het water gehaald en ondertussen ben ik nog een broer verloren aan kanker. Sinds de dood van mijn vader zorg ik voor mijn moeder die Parkinsson heeft. Ik passeer regelmatig langs dit plein en ik lees ook alles. Een aantal mensen die al geportretteerd zijn, ken ik persoonlijk. Zo ben ik in contact gekomen met dit project. Ik wist dat ze mensen zochten en ik vond het wel leuk om daar ook eens op te staan. Ik vind het tof dat de gewone mens door dit project eens in de picture wordt gezet. Het moet niet altijd iemand bekend zijn.”
Ondertussen is François, de andere Bewoner van de Maand, er ook bij komen staan: “Ik moest iets zeggen daarnet bij de opening, maar ik had geen goesting. Wat ga je gaan vertellen? De mensen moeten toch niet in slaap vallen.” François heeft altijd in Aalst gewoond en werkte de laatste dertig jaar als hulpkok in de horeca: “Een mens rolt daarin, hé. Je begint met de afwas, een dweil slaan, het gras afrijden, de bladeren vegen, dakgoten kuisen tot het helpen slachten van een schaap. Nu ben ik twee jaar met pensioen en ik vind dat ferm lastig. Het is beter dat je kan gaan werken, dan zijn je dagen gevuld, hé. Nu zit je hele dagen met je smoel voor de televisie. Nog een beetje en ik kijk naar Klein Klein Kleuterke.” François raakte betrokken bij het project via het café van buurtwerking Parol: “Ik zit veel op café, ben graag onder de mensen. Ik moet buiten zijn. Mijn vrouw niet, die is graag thuis. Maar ik ben ribbedebie. Mijn vriend Roland heeft hier ook met zijn foto op gestaan, maar die is ondertussen overleden. Dat was een plezante mens. Als Roland erbij was, dat was plezier.” Op de vraag of hij een cultuurmens is, reageert François een beetje ontwijkend: “Bah ja, ik weet dat zo niet. Cultuur, cultuur, tja. Ik ga wel graag naar het toneel of naar een museum. Van die moderne dingen interesseren me niet. Bij mij thuis staat veel bazaar, zoals oude kasten en flessen. Voor mij heeft dat veel waarde. Ik vind dat dat wel meer aandacht zou mogen krijgen.”
In de late middagzon praat ik aan de escargotskraam op het plein nog even na met fotograaf Vincen Beeckman en Annelies Tyberghein, die vanuit Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst het project opvolgt. Annelies kende het werk van Vincen via zijn sociaal-artistieke projecten in WIELS. Ze ontdekte dat Vincen de voorbije jaren een heel parcours van participatieve kunstprojecten heeft opgebouwd bij ondermeer Recyclart, Bozar en de Hallen van Schaarbeek en tipte hem bij Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst voor het project ‘Kunst in de wijk’. Vincen: “Ik probeer bij het maken van foto’s altijd linken te maken met de buurt en de mensen die er wonen. Als ik werk in een buurt die ik zelf niet ken, zoals hier in Aalst, is het begin het moeilijkst. Ik ben een paar keer uitleg komen geven aan bewoners wat ik deed en we maakten het project ook bekend via advertenties en via de communicatiekanalen van Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst. Maar eens je een paar personen gevonden hebt, brengen zij op hun beurt weer nieuwe mensen aan. Eigenlijk is het heel simpel.”
Elke maand neemt Annelies een interview af met de Bewoners van de Maand en schrijft een kort tekstje dat bij de foto wordt geplaatst. Annelies: “Via dit project hebben wij onze buurt veel beter leren kennen. Je ziet die mensen misschien wel op straat maar opeens vraag je hoe iemand zijn leven eruit ziet. Voor die interviews zit ik soms twee uur bij mensen thuis. Je ontwikkelt daardoor een band met de buurt. Tegenover dit project waren andere kunstprojecten die we in het verleden in de buurt hebben opgezet maar ‘touchées’. Dit is veel intensiever maar de uitkomst en de gedragenheid zijn ook veel groter. Het zet vanalles in beweging. Daar zijn we Vincen heel dankbaar voor.”
Diezelfde verbindende kracht heeft het project ook voor de buurtbewoners. Vincen gelooft sterk in fotografie als middel om ontmoetingen te creëren tussen mensen: “Door de foto’s in het straatbeeld hebben mensen elkaar iets te zeggen. Het feit dat ze iemand op de foto hebben zien staan, is een aanleiding voor een eerste gesprek tussen mensen.” Annelies benadrukt dat dit inderdaad zo gebeurt: “Veel buurtbewoners die al bewoner van de maand zijn geweest, zeggen dat ze veel meer nieuwe mensen hebben leren kennen. Het werkt blijkbaar ongelooflijk goed. In het begin kon je dat moeilijk detecteren, maar nu is dat heel erg zichtbaar. Er ontstaan veel nieuwe banden. Door de interviews die ik met hen doe, weet ik ook dat dat allemaal losse leefomgevingen waren. Door dit project worden mensen heel persoonlijk aangesproken. Bij elke inhuldiging sms’t Vincen iedereen die ooit betrokken was om hen uit te nodigen. Dat werkt en maakt ook dat ze terugkomen. Ze voelen zich welkom.”
In december zijn alle mensen die geportretteerd zijn als Bewoner van de Maand samen met hun partner uitgenodigd bij Netwerk / centrum voor hedendaagse kunst. Vincen zal spaghetti maken en heeft iedereen gevraagd om foto’s mee te brengen uit zijn of haar kindertijd. Die worden misschien gebruikt in het boek dat men na afloop van het project wil maken en waarin alle foto’s verzameld worden. Dat zullen er tegen eind 2016 een zeventigtal zijn. De verscheidenheid aan mensen is groot, net als de talenten of bijzonderheden die ze toonden bij de inhuldiging: Annelies: “Er was een zanger, een moppenverteller en een cocktailman, een ruiter met paard, een oldtimer, een bierbrouwer, een natuurliefhebber, een marathonloper en ga zo maar door. Iemand nam ons mee naar het kleinste museum van Aalst. Dat bleek dan het toilet bij hen thuis te zijn, waar nog een klein stukje van de oude omwalling van Aalst zichtbaar is. Je vergeet na een tijdje bijna wat er allemaal is gebeurd. Het is zoveel.”
De zon begint te zakken en het plein loopt stilaan leeg. François vertrekt naar huis en roept ons nog na: “Krijg ik nu deze maand elke dag gratis karakollen?”
Tekst: An Van den Bergh