DWARSLIGGERS IN DE HOOFDSTAD. De kracht van sociaal-artistieke praktijken in Brussel.

item_left

item_right

DWARSLIGGERS IN DE HOOFDSTAD. De kracht van sociaal-artistieke praktijken in Brussel.

Artikel

Geloof je dat cultuur een krachtige hefboom kan zijn om mensen een stem te geven en bij elkaar te brengen? Dan heb je de kracht ontdekt van sociaal-artistieke praktijken.

Wat is sociaal-artistiek werk?

Binnen de cultuursector denkt men nog te vaak dat het bestaande aanbod zo rijk en kwaliteitsvol is dat cultuurparticipatie slechts een kwestie is van wegwerken van drempels. Het sociaal-artistiek werk draait deze logica om. In plaats van in te zetten op toeleiding naar een bestaand aanbod, engageert men zich om op een participatieve manier artistiek werk te creëren met mensen in kwetsbare levensomstandigheden, en via deze weg ook een nieuw publiek aan te trekken. Professionele kunstenaars nemen een verregaand sociaal engagement op om aan de slag te gaan met de verhalen en talenten van deelnemers en werken toe naar een artistiek product dat interessant is voor een ruim publiek. Op die manier slaagt het sociaal-artistiek werk erin om verhalen te vertellen van mensen die in de samenleving te weinig worden gehoord, zonder dat het daarom hoeft te gaan over hun specifieke situatie. Niet de problemen, maar de verbeeldingskracht van mensen staat centraal.

Het sociaal-artistiek werk maakte haar opgang in de vroege jaren negentig. Na publicatie van het Algemene Verslag van de Armoede kwam het recht op cultuur binnen de context van welzijn en armoedebestrijding in de kijker te staan. Parallel groeide binnen het kunstenveld de aandacht voor solidariteit en diversiteit als tegenreactie op te autonome en elitaire kunstpraktijken. Als gevolg van deze dubbele beweging ontstonden tientallen sociaal-artistieke experimenten, die na een periode van projectsteun vanuit de Koning Boudewijnstichting structurele beleidserkenning kregen van toenmalig Minister voor Cultuur Bert Anciaux. Anciaux richtte eerst een experimenteel decreet op en verankerde de praktijken in het Kunstendecreet. Aanvullend zijn er projectsubsidies binnen het Participatiedecreet en het Lokaal Cultuurbeleid. Specifiek in Brussel worden sociaal-artistieke praktijken ook ondersteund door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en via de wijkcontracten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wie zijn de sociaal-artistieke spelers in Brussel?

De ontstaanscontext van het sociaal-artistiek werk schetst meteen haar sectoroverschrijdend karakter: het is een dwarsligger op het raakvlak tussen cultuur en welzijn. Veel praktijken zijn ingebed in een bepaalde wijk of gegroeid vanuit een buurtwerking, een zorginstelling of een welzijnsorganisatie. In andere gevallen kwam het initiatief van een kunstenaar, kunstenhuis of cultuurcentrum en werd er toenadering gezocht tot een sociale partner. Het gaat om een verzameling van praktijken die allemaal zowel sociale als artistieke doelstellingen combineren, maar in deze combinatie heel verschillend kunnen zijn.

In Brussel zijn er twee organisaties als sociaal-artistieke werking erkend vanuit het Kunstendecreet. De tweejaarlijkse Zinneke parade is na bijna vijftien jaar niet meer weg te denken uit onze hoofdstad. Een intensief traject brengt Brusselaars uit diverse wijken en lagen van de bevolking bij elkaar en creëert ruimte voor ontmoeting, samenwerking en creatie. De parade zelf is slechts de apotheose van een maandenlang feest van creativiteit en collectieve solidariteit. Globe Aroma zet in het op creëren van kansen voor asielzoekers en nieuwkomers met artistieke capaciteiten. Vanuit hun locatie in de Moutstraat organiseert Globe Aroma een beeldend en muziekatelier en zet het diverse projecten op in samenwerking met andere Brusselse partners. Zo realiseerden ze in 2013 de film BXL-NORD, een kortfilm over samenleven in de Brusselse Noordwijk, in samenwerking met Dienstencentrum Harmonie en het Kaaitheater.

Naast Kaaitheater zetten ook andere grote kunstenhuizen sociaal-artistieke projecten op. Zo creëerde Koen Monserez vanuit de KVS de theatervoorstelling Sleeping Elephant, waarbij hij samen met twaalf jonge Brusselse boksers een ode brengt aan Muhammed Ali. WIELS Centrum voor Hedendaagse Kunst bouwde onder de bezielde leiding van publiekswerkster Frédérique Versaen en gesteund door een wijkcontract diverse sociaal-artistieke projecten uit met buurtbewoners.

Ook projectmatig worden Brusselse sociaal-artistieke praktijken ondersteund vanuit het Kunstendecreet. Gemeenschapscentrum De Markten startte het theatergezelschap Forsiti’a met een mix van diverse Brusselaars, waaronder ex-thuislozen. Dit gezelschap groeide uit drie succesvolle samenwerkingen tussen Laplan vzw, de artistieke werking podiumkunsten van De Markten en vzw Hobo, een dagcentrum voor thuislozen en een deelwijking van CAW Brussel. Gemeenschapscentrum De Zeyp heeft al jaren een inclusieve dans- en theaterwerkplaats ZET6, onder begeleiding van theatermaakster Caroline Rottier en choreograaf Jeroen Baeyens. ZET6 biedt een platform waar personen met beperkingen zich samen met professionele podiumkunstenaars artistiek kunnen ontplooien, zowel in workshops als in productiegericht werken. Plus-tôt-Te Laat organiseert sinds 2010 samen met Centre Vidéo de Bruxelles diverse media-ateliers onder de noemer Ateliers Urbains, over de wisselwerking tussen bewoners en hun stedelijke omgeving. Recent maakten zij een documentaire over de geplande sluiting van de gevangenissen van Vorst en Sint-Gillis en de impact ervan op buurtbewoners.

Buiten het Kunstendecreet is nog eens een veelvoud aan organisaties en kunstenaars sociaal-artistiek bezig. Zo zette vormingscentrum Foyer het grootschalige muziektheaterproject Crossing op met voornamelijk Roma-jongeren, begeleid door kunstenaar Kris Kaerts. De ateliers van Kaos en Den Teirling richten hun artistieke werking in het bijzonder op mensen met een psychische kwetsbaarheid. Ze bieden een kader voor het uitwerken van een volwaardige artistieke productie en ondersteunen de presentatie ervan.

Bovenstaande opsomming is gelukkig verre van volledig, als het gaat over het aantal sociaal-artistieke initiatieven in Brussel. Er bestaat nog veel meer, zeker wanneer je ook de niet-gesubsidieerde projecten meetelt. Voor buitenstaanders is het niet altijd zo duidelijk wat precies het verschil is tussen een sociaal-artistiek project en bijvoorbeeld een project in de sfeer van het sociaal-cultureel werk of de amateurkunsten. Enkele kenmerken zijn richtinggevend: de projecten worden professioneel artistiek begeleid, hebben bijzondere aandacht voor mensen in precaire levensomstandigheden en werken aan een volwaardige artistieke creatie die een breed publiek kan aanspreken.

Nog enkele aandachtspunten

Ben je inmiddels geïnspireerd geraakt en heb je zin om met jouw groep een sociaal-artistiek project op te zetten? Hou dan volgende aandachtspunten in het achterhoofd …

Begin er niet alleen aan
Actief samenwerken met partners uit het netwerk van mensen uit kansengroepen verhoogt de betrokkenheid en daarmee ook de slaagkans van een sociaal-artistiek project. Je hebt een sterke sociale begeleiding nodig die zowel voor, tijdens als na het project deelnemers kan motiveren en coachen. Die hoge eisen gelden even goed voor de artistieke begeleiding. Een sociaal-artistiek project vraagt om professionele kunstenaars die de nodige sociale competenties in huis hebben. Een degelijke artistieke omkadering op vlak van productie, infrastructuur, techniek en communicatie is een must. Stem goed de verwachtingen van alle partijen op elkaar af (ook die van de deelnemers zelf), voordat je aan de slag gaat en hou er rekening mee dat je ook tijdens het proces regelmatig met alle partners in dialoog zal moeten gaan.

Haast en spoed is zelden goed
Sociaal-artistieke projecten vragen tijd en middelen. En laat dat nu net twee dingen zijn die de meeste organisaties niet op overschot hebben. Dit maakt het niet gemakkelijk om voldoende draagvlak te vinden voor dergelijke projecten. De investering lijkt wel erg groot en niet iedereen ziet het rendement. Het klopt dat sociaal-artistieke projecten een groot engagement vragen. Het heeft geen zin om het er zomaar even bij te nemen, want als je eraan begint dan zal het meer dan 100% engagement vragen van alle betrokkenen. Want daar zit nu net de kracht: mensen die op een gelijkwaardige manier samenwerken aan een groter geheel.

 

Tekst: An Van den Bergh 
Dit artikel verscheen in het kader van de publicatie BrusselArt - Cultuur op maat van groepen van Lasso.