“Je discours moet kloppen met je handelingen”

item_left

item_right

“Je discours moet kloppen met je handelingen”

Artikel

Els Rochette over het participatieve DNA van Globe Aroma

Open kunstenhuis Globe Aroma is al 15 jaar een vaste waarde in het kunstenlandschap. Artistiek begaafde nieuwkomers krijgen er de kans hun kunstpraktijk te ontwikkelen. Evengoed zijn alle Brusselaars er welkom en kunnen ook mensen zonder specifieke artistieke aspiraties meestappen in de kunstprojecten die er worden opgezet. “Iedereen mag op eender welk moment binnenkomen met eender welke vraag. Die toegankelijkheid maakt deel uit van het DNA van onze werking,” vertelt artistiek directeur Els Rochette.

Dit artikel kadert in de artikelenreeks ‘Het DNA van participatie’ waarin Demos focust op de impact van participatie op organisatieniveau.

(c) Liselore Vandeput - Globe Aroma

Wie door de poort bij Globe Aroma binnenwandelt, komt in een grote open ruimte terecht. Her en der zitten er mensen samen of alleen aan de tafels in het midden van de zaal. In een zetel zitten een paar mensen te keuvelen. Vanuit het kleine keukentje komt de geur van pannenkoeken je tegemoet. “Ik noem Globe Aroma soms een artistiek jeugdhuis voor volwassenen,” lacht Els Rochette als ze ons begroet. “Het is een plek waar je je thuis voelt en net dat is van belang.”

Een huis voor iedereen

Globe Aroma ontstond 15 jaar geleden vanuit de vaststelling dat er bij nieuwkomers, vluchtelingen en mensen in precaire omstandigheden nood was om artistiek te kunnen creëren en hun werk te kunnen tonen. Artistiek directeur Rochette: “dat kon gaan van poëzie, over muziek tot beeldhouwwerken. Intussen werken we in hoofdzaak met beeld en muziek maar ook veel meer multidisciplinair dan in het begin: zowel dans als tekst of theater kunnen aan bod komen. Maar van meet af aan stond de nood van de mensen centraal: wat hebben zij nodig en hoe kunnen we dat mogelijk maken?”

“We hebben de werking al snel opengetrokken naar nieuwkomers die nog geen ervaring hebben in de kunsten, net zoals naar een breder Brussels publiek. Dat is nodig als je een open huis wil zijn en als je wil dat er kruisbestuivingen ontstaan met mensen die hier geboren zijn. We zetten in op ontmoeting tussen mensen uit verschillende windstreken en met verschillende achtergronden en opleidingsniveaus. We willen mensen sterker maken om het dagelijks leven verder te zetten hier in Brussel.”

Voordat ze gaat zitten voor het interview, vraagt Rochette of het oké is als ze een broodje eet. Voor lunch heeft ze geen tijd gehad. Wie bij Globe Aroma werkt, moet dan ook niet rekenen op een gewone 9 to 5 job. “Onze aanpak heeft inderdaad een effect op onze uren. Gisteren kwam ik om 18u naar beneden. Eigenlijk was ik van plan om op tijd naar huis te gaan, maar er zat veel volk in het atelier en dan is het toch belangrijk om je ronde te doen en iedereen te begroeten en alle namen te onthouden,” lacht ze verontschuldigend. “Dat is zo’n cruciaal aspect van onze werking.”

“Als je in precaire omstandigheden zit, is het immers moeilijk om ergens aan te kloppen en je welkom te voelen. Veel van onze mensen hebben alles achtergelaten. Alles wat ze kennen is weg. Ze kunnen niet zomaar verder met hun leven. Tegelijkertijd is dit een huis waar je moet leren omgaan met allerlei soorten mensen. Dit is geen plek van gelijkgestemden.”

Van huis naar huis, van wijk naar wijk

Binnen Globe Aroma wordt er op verschillende pijlers ingezet. Het huis biedt onderdak aan kunstenaars die willen creëren en presenteren, maar daarnaast wordt er jaarlijks ook een co-creatief traject georganiseerd met een professionele kunstenaar. Als derde pijler is er Art for All dat voorziet in culturele uitstappen voor nieuwkomers. “Al die lagen van de werking zijn met elkaar verbonden. Zo vertellen we de mensen van Art for All bijvoorbeeld over onze co-creatieve trajecten of nodigen we hen uit voor een infosessie over de zinneke-parade. Dat laatste is een goed voorbeeld van een manier om mensen die geen kunstenaar zijn te tonen dat er ook voor hen allerlei opties zijn. We vinden het belangrijk om met hen te bekijken wat er voor hen weggelegd is.”

(c) Hana Miletic

Drie jaar geleden verhuisde Globe Aroma naar een nieuwe, grote locatie in hartje Brussel. “Op onze vorige plek was er wel een school en een ziekenhuis, maar waren er geen echte buurtbewoners. We zochten die contexten dus zelf op. Binnen het kader van ons Karavaan-project trokken we van wijk naar wijk om onderzoek te doen met de mensen die er woonden en zochten uit hoe we hen konden betrekken. In 2010 werkten we bijvoorbeeld met Ann Van de Vyvere in de Europese wijk en betrokken we ook expats. De tentoonstelling Home and Away toonden we in het Jubelparkmuseum en ging over wat ‘thuis’ betekent voor nieuwkomers, daklozen en expats.”

“Vandaag beschikken we over een grotere en beter gelegen infrastructuur die ons onder meer toelaat een publiekswerking op te zetten. Dat doen we onder meer met Se la fet. Op die evenementen met een expo, workshops, optredens en dj’s ontstaat er interactie tussen de verschillende publieken: studenten, senioren, nieuwkomers en buurtbewoners. We willen een sfeer creëren waarin dat mogelijk is. Al vind ik dat moeilijker dan vroeger omdat we zoveel groter zijn geworden. Ik ken niet meer iedereen die hier over de vloer komt persoonlijk. Op de laatste editie van Se la fet was er 750 man.”

Zoeken naar de juiste ‘match’

Globe Aroma verwierf faam met de co-creatieve trajecten die ze uitstippelen in samenwerking met professionele kunstenaars. Ze werkten onder meer met Ernst Maréchal, Jan Geers, Simon Allemeersch en Michiel Soete. In 2017 maakte Hana Miletic met een groep vrouwen creaties op basis van textiel en tekst. De eerste draft van de installatie txt, Is Not Written Plain was in december te zien in Beursschouwburg. Volgend jaar gaan ze aan de slag met Jozef Wouters. Rochette: “we zien die residenties als een duo-samenwerking tussen Globe Aroma en de kunstenaar. We praten veel over het artistieke en het sociale en waar we samen willen landen.”

“Onze voorzitter, Roel Kerkhofs, heeft een groot netwerk van kunstenaars die ook bezig zijn met co-creatie, het sociaal-artistieke of kunst in de publieke ruimte. Via hem hebben we Ernst Maréchal bijvoorbeeld leren kennen, net als Ann Van de Vyvere. We hebben meer en meer bestuurders die hun netwerk aanspreken voor ons. We zijn samen met hen steeds op zoek naar kunstenaars die goed aanvoelen hoe het is om met een diverse groep te werken binnen de stedelijke context. Zo’n kunstenaars nodigen we uit voor een gesprek en dan kijken we of we een ‘match’ zijn. Tegelijkertijd zoeken we ook via partners zoals het Kaaitheater of de Beursschouwburg: aan welke kunstenaars denken zij? En waar we vroeger hard moesten zoeken naar kunstenaars die met ons willen werken, melden ze zich nu soms ook gewoon zelf aan.”

Niet elke kunstenaar is echter zomaar in de wieg gelegd om met kwetsbare groepen te werken. Het vraagt een andere inspanning dan ze soms gewend zijn. Rochette: “Elke deelnemer moet alle kansen krijgen om mee te doen. We zullen nooit lastig doen als iemand elke dag twee uur vroeger weg moet. We stellen ons heel flexibel op. Dat vergt veel maar ik vind dat superbelangrijk. Bij nieuwe collega’s moet ik vaak sterk benadrukken dat dàt het DNA is van Globe Aroma. Zelfs mensen die participatief willen werken, hebben vaak de neiging om een deelnemer links te laten liggen die wat moeilijker doet. Ook als er iemand van de deelnemers afhaakt die wat vervelend is, moet je achter die persoon aangaan om te vragen om terug te komen.”

Practice what you preach

Bij Globe Aroma staan de noden van de deelnemer voorop, zoveel is duidelijk. Er wordt voortdurend gezocht naar manieren om hen te betrekken. Sinds kort wordt de programmatie van Art for All ook gedaan door vrijwilligers. Els Rochette: “Art for All richt zich op bewoners van het Klein Kasteeltje en op mensen van bon, het Brussels onthaalbureau voor inburgering. Gewoon gaan kijken of luisteren naar kunst is immers ook een vorm van participatie. We vinden het belangrijk dat onze mensen het bestaande aanbod kunnen ontdekken.”

“We werken met een grote groep vrijwilligers uit alle lagen van de bevolking, waaronder ook vluchtelingen. Zij nemen de mensen mee op uitstap. Zij halen hen op aan het Klein Kasteeltje en begeleiden hen. De groep die de programmatie mee bepaalt, bestaat uit vijftien mensen waarvan tien nieuwkomers. Het gaat om mensen die echt interesse toonden en signalen gaven waaruit bleek dat kunstparticipatie hen boeit. Samen met hen stellen we het programma samen. We doen dat in samenwerking met de publiekswerkers van het Kaaitheater, KVS, de Beursschouwburg en Kunstenfestivaldesarts. Op die manier kan dat kleine groepje dieper ingaan op de culturele agenda in Brussel en geven we aandacht aan degenen die zich meer willen verdiepen. We zijn wel nog op zoek naar de juiste methodiek want we willen voldoende diversiteit in het aanbod. Sommigen zouden negen concerten op het programma zetten omdat ze graag gaan dansen (lacht). Maar we willen ook minder evidente activiteiten in het aanbod houden zoals theater en dans.”

De doorgedreven participatieve aanpak heeft ook consequenties voor het gebruik van het gebouw. De vrijwilligers krijgen bijvoorbeeld ’s avonds een sleutel en mogen ook bij Globe Aroma binnen als er geen teamleden aanwezig zijn. Rochette: “Dat is iets dat we al van in het prille begin doen. Het gaat om een basisvertrouwen. Je discours moet kloppen met je handelingen.”

“We proberen maandelijks een vergadering te beleggen met de gebruikers van het huis. Op zo’n momenten komen hun ideeën en noden aan bod, maar we bespreken er ook hun eigen verantwoordelijkheden. We willen bijvoorbeeld dat ze helpen met de afwas en zorg dragen voor praktische huishoudelijke zaken.”

Roeien tegen de stroom in

Het blijkt niet altijd evident om de kunstenaars die zich bij Globe Aroma ontplooien ook nog eens te laten doorstromen naar het reguliere circuit. Niet alleen heeft het team de handen al vol met de normale dagelijkse werking, de sector staat ook niet per se te wachten op de nieuwkomer-kunstenaars.

“We hebben hele fijne partnerschappen met onder meer het Kaai en de Beurs, hoor,” vertelt Els. “Maar het klopt dat doorgroeien niet evident is. Dat merkten we al toen we in 2008 met Ernst Maréchal in het Klein Kasteeltje werkten. Vanuit de sector was het heel opvallend dat ze wel aandacht hadden voor de verhalen van de vluchtelingen, terwijl ze minder geïnteresseerd waren in de kunstenaars die er woonden en zelf creëerden. Ernst zorgde blijkbaar voor geloofwaardigheid.”

“Maar het ligt ook aan ons – of toch aan ons gebrek aan middelen. Het is in se niet zo moeilijk om onze mensen aan veel dingen te laten deelnemen. Het is veel ingewikkelder om hen in een traject te krijgen dat hen door laat stromen naar de sector. Pas op, we zijn er wel mee bezig hè. Als we muzikanten over de vloer krijgen waarvan we merken dat ze al een hele carrière achter de rug hebben, verwijzen we hen bijvoorbeeld door naar Muziekpublique. Of als iemand een roman heeft geschreven, breng ik die persoon in contact met Passa Porta. Maar het is niet altijd makkelijk om dat allemaal op te volgen.”

“We hebben nu iemand aangenomen die onze kunstenaars onder meer zal ondersteunen bij het maken van een portfolio. Dat zijn basisvaardigheden die studenten beeldende kunst op school aangeleerd krijgen. Maar je moet weten dat sommige van onze mensen niet kunnen lezen en schrijven. Er is een danser die we met Workspace Brussels en Ultima Vez in contact hebben gebracht. Hij heeft residenties gehad in het Stuk, maar echt doorbreken doet hij blijkbaar niet. Misschien maakt hij niet het soort van werk waar programmatoren naar op zoek zijn.”

Het doel en de middelen

Doordat Globe Aroma zo nadrukkelijk inzet op de sociale aspecten van de werking, krijgt de organisatie weleens het verwijt kunst teveel in te zetten als middel. Els Rochette reageert bedachtzaam als we haar dit voorleggen: “voor sommige deelnemers is kunst zeker een middel, voor anderen is de kunst zelf het doel. Het loopt door elkaar. Voor ons als werking is het zeker wel een middel om iets tot stand te brengen. Door die nieuwkomers te betrekken bij kunst, kunnen ze hun verhaal op een andere manier naar buiten brengen of delen dan ze gewend zijn. Bovendien willen we hen ook bewust weerbaarder maken. Maar dat neemt niet weg dat ik vind dat we recht hebben op de titel van kunstenorganisatie. Alleen pakken we het anders aan dan hoe het normaal gezien verloopt. We bouwen veel minder drempels in en geven kansen aan mensen die niet het traditionele parcours hebben doorlopen.”

“Ik ben zelf sociaal werker en heb voor Globe Aroma nooit in de kunstensector gewerkt. Dat wordt mij soms verweten. In het commissieadvies van één van onze subsidiedossiers heeft ooit gestaan dat ik een zwak artistiek leider ben. Nochtans vind ik die sociale achtergrond net één van de sterktes van onze organisatie. We voelen hier heel goed aan wat onze kunstenaars nodig hebben. We weten wie er het meeste baat heeft bij korte trajecten en wie er al dan niet graag met een groep werkt. Dat is ook de reden waarom professionele kunstenaars hier graag meewerken aan onze co-creatieve trajecten. Ze krijgen veel vrijheid maar worden ook goed begeleid bij de dingen die ze niet weten: hoe is het om in een asielcentrum te verblijven, hoe ga je om met taal, wat hebben mensen op de vlucht meegemaakt enzovoort.”

Doordat iedereen welkom is om kunst te creëren, levert Globe Aroma soms misschien wel werk af van wisselende kwaliteit. Rochette: “doorgaans is het inderdaad zo dat iedereen mag maken en dat we dan vervolgens proberen om een context te vinden waarin elk werk getoond kan worden. Maar af en toe cureren we ook, hoor. De zes fotografen die we nu tentoonstellen hebben we bijvoorbeeld zelf gevraagd omdat we hen artistiek sterk vonden. Mensen die op eigen vraag wilden meedoen hebben we deze keer niet toegelaten.”

“In juli deden we dan weer een open oproep voor een tentoonstelling. Toen mocht iedereen meedoen. Dat was geen makkelijke oefening. Hoe presenteer je al dat werk binnen één mooi geheel? Toen we daarna de vraag kregen van de stad Brussel om tentoon te stellen in het ViaVia-café hebben we wel weer zelf een selectie gemaakt. Dan weeg je af wat er sterk en origineel genoeg is om mee naar buiten te komen.”

Vluchtelingen op bestelling

Dat de vluchtelingenthematiek de voorbije jaren is gaan leven in het kunstenveld, merken ze zeker bij Globe Aroma. Al heeft dat ook keerzijdes. Rochette: “Je voelt dat het thema leeft in de sector. Dat was tot voor vijf jaar zeker nog niet het geval. Die interesse is wellicht gegroeid naar aanleiding van de toestroom aan vluchtelingen. Plots kreeg iedereen zin om met nieuwkomers te werken. Op zich is dat natuurlijk positief. Maar het is makkelijk om eens een artistiek begaafde vluchteling op je podium te zetten. Af en toe is het ook een excuus om de mensen die hier al decennia wonen links te laten liggen. Dat is een vorm van uitsluiting die blijft bestaan. In de nieuwe mensen hebben ze interesse, niet in degenen die hier al wonen.”

“Soms worden we ook gebruikt. Dan krijgen we de vraag om vijf figuranten te leveren. Maar al het werk en de tijd die wij investeren wordt vervolgens makkelijk vergeten. En als we dan niet meteen reageren, worden ze lastig. Dat wringt wel. Je merkt bovendien ook dat niet iedereen bereid is om er de consequenties bij te nemen. Als je een muziekgroep wil boeken met vluchtelingen, mag je ervan uitgaan dat je voor elk bandlid een ander contract moet opstellen omwille van hun verschillende situaties. De ene werkt met een vrijwilligersvergoeding, de ander heeft een kunstenaarsstatuut of werkt via t-interim. Dat vinden veel organisatoren teveel gedoe. Er is weinig besef van de werklast die dit soort van werk met zich meebrengt. Daarnaast krijgen we ook niet altijd de credits die we verdienen. Onlangs nog brachten we één van onze kunstenaars in contact met een professionele acteur die samen met hem een voorstelling gemaakt heeft. We hebben geholpen met de betalingen enzovoort. Maar in het persbericht worden we zelfs niet vermeld. Mensen vinden onze inbreng blijkbaar normaal.”

(c) Liselore Vandeput - Globe Aroma

“Soit, dat klinkt misschien bitter terwijl ik dat zeker niet ben, integendeel. Ik voel ook veel steun van andere organisaties. Met het Kaai werken we fijn samen. Zij doen onder meer de personeelsadministratie en boekhouding voor ons. In ruil daarvoor werken we bijvoorbeeld met hen samen tijdens Kinderkunstendag. En we zijn ook blij met de samenwerking met de Beurs. We kunnen maandelijks bij hen terecht met Art for All en hun publieksmedewerker is vrijwilliger bij ons terwijl Tom Bonte in de AV zit, net als Lana Willems van het Kaai. Omgekeerd is dat nog niet het geval, maar bon (lacht). Bij het Kaaitheater word ik bijvoorbeeld wel geregeld uitgenodigd op hun intern artistiek overleg. Ik heb ook wel meer begrip gekregen voor hun manieren van werken door met hen samen te werken. Bovendien zijn het niet altijd degenen die veel praat verkopen die ook veel doen. In Wiels zijn we bijvoorbeeld altijd welkom. We mogen er gratis binnen en krijgen zelfs een rondleiding.”

Als het over het beleid gaat, pakken er wel even donkere wolken samen boven het hoofd van Els Rochette: “we zijn twee van onze vluchteling-medewerkers kwijtgeraakt kort nadat toenmalig Minister van Cultuur Joke Schauvliege haar interculturaliseringstraject had voorgesteld. Dat vond ik zo zuur. Wij kregen een nul voor ons dossier en vervolgens stelde ze dat plan voor. Mocht dat niet gebeurd zijn dan was Yao Issifou hier intussen misschien wel artistiek directeur geworden. Ik vond het hartverscheurend om iemand met zoveel talent te moeten laten gaan. Er wordt veel bla bla verkocht, maar in de praktijk wordt er weinig van toegepast. Huidig Minister Sven Gatz kondigde dan weer aan dat hij zou inzetten op wereldmuziek. Maar van extra middelen hebben we niks gezien. Wat dat betreft ben ik mijn naïviteit wel kwijtgeraakt. Niemand zal voor ons door het vuur gaan. De lobby van de grote huizen wint het wat dat betreft van ons.”

Tussen droom en daad

Tout court is het bij Globe Aroma hard werken met weinig middelen. Els Rochette: “soms hebben we afgelijnde projecten waarvoor we tijdelijk iemand kunnen aannemen, maar voor onze algemene werking hebben we nog steeds te weinig middelen. We halen daardoor niet de kwaliteit die we beogen. We doen het met 157.000 euro structurele subsidies vanuit Vlaanderen. We zijn met zes medewerkers, samen goed voor 4,2 voltijdse equivalenten. We hebben uiteraard wel een onderlinge taakverdeling, maar er is natuurlijk ook de dagelijkse atelierwerking waarbij er voortdurend mensen binnen en buiten lopen. Eigenlijk zouden we nieuwe mensen direct moeten kunnen opvangen, hen vragen om zich in te schrijven en hen wat inleiden. Dat gebeurt soms te weinig omdat we de tijd niet hebben.”

“In tegenstelling tot sommige andere organisaties hebben we weinig inkomsten buiten onze subsidies. Het feit dat we iedereen willen laten participeren, heeft financiële consequenties. Inkom kunnen we niet vragen. Daarnaast zorgen we altijd voor eten als er activiteiten zijn, voorzien we transportvergoedingen enzovoort. We kunnen niet tegen mensen zeggen dat ze niet mee mogen doen omdat ze zich geen metroticket kunnen veroorloven.”

“Mocht er budget zijn om een extra werkkracht aan te nemen, dan zou ik graag een logistieke medewerker aanwerven. We kunnen iemand gebruiken die orde en structuur in huis brengt en ons technisch ondersteunt. En daarnaast zou een extra inhoudelijke medewerker ook welkom zijn”.

Els Rochette kijkt op haar horloge. Al is het duidelijk dat ze nog uren door kan praten over Globe Aroma, buiten zitten er alweer verschillende mensen op haar te wachten. Duty calls.

Tekst door Ciska Hoet. Hoet is directeur van RoSa vzw, kenniscentrum voor gender en feminisme. Daarnaast is ze freelance cultuurjournalist voor onder meer De Morgen en kernredacteur van podiumkunstentijdschrift etcetera. Ze is actief bij burgerbeweging Hart Boven Hard.

Rechts uitgelijnd beeld: (c) Liselore Vandeput - Globe Aroma

Lees of download hier dit artikel in een pdf.