Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
“We blijven waakzaam voor drempels” – Rhinos Rugby Oudenaarde over sport en armoede
item_left
item_right
“We blijven waakzaam voor drempels” – Rhinos Rugby Oudenaarde over sport en armoede
Welke concrete maatregelen nemen sportaanbieders om mensen in armoede deel te laten nemen en blijvend te engageren? Zakayo Wandoloh nam een kijkje bij vijf verschillende Vlaamse sociale sportaanbieders die volgens Demos een rijkdom aan expertise hebben. De verslaggeving hierover maakt deel uit van onze reeks 'Sport en Armoede'.
Eerste stop is bij Rhinos Rugby Oudenaarde. Daar spreek ik met Pieter Feys, één van de pioniers die Rhinos in hart en nieren draagt. Hoe maken hij en zijn collega’s Rhinos Rugby toegankelijk voor mensen in armoede? “De enige manier om aan een positieve samenleving te bouwen in een complexer wordende context van superdiversiteit, is inclusief werken”, zegt Feys. “Voor zowel mensen in armoede, alsook met een beperking of met diverse achtergronden. We moeten samen op zoek naar drempels en deze wegwerken.”
(c) Rhinos Rugby Oudenaarde
Historisch gezien is rugby een elitaire sport. Het is een Britse high society sport die de laatste jaren wel geëvolueerd en toegankelijker geworden is.
Rhinos Rugby Oudenaarde dankt zijn ontstaan aan een vijftienjarige fervente rugbyspeler. Deze speler stapte over van een school in Dendermonde naar Oudenaarde. Maar hij miste de rugby van zijn oude school, dus overtuigde hij enkele schoolgenoten ervan dat rugby een leuke sport is. Met de ondersteuning van een leerkracht Lichamelijke Opvoeding en de bond Rugby Vlaanderen vormden ze een ploeg. Trainers zochten ze bij de omliggende clubs. Kort daarna stapten ze in de schoolcompetitie met andere Vlaamse scholen maar ook Franstalige competities.
Toen de spelers afstudeerden, groeide na een paar jaar de nood om een ploeg buiten de scholencompetitie te starten. In 2000 ontstond zo één ploeg, maar ondertussen heeft de club er in totaal elf: zes jeugdploegen, twee damesploegen, twee herenploegen en een touch-rugby ploeg. De club heeft nu in totaal 250 rugby spelende leden.
Financieel beleid
“We hebben een leidraad met alle mogelijke drempels in onze werking. Voor elke drempel hebben we een concrete actie geformuleerd”, vertelt Feys. Deze aanpak is niet meteen een bewuste stap, maar wel een aanpak die organisch gegroeid is: Toen de club een subsidiedossier wilde indienen bij Sport Vlaanderen bleek dat ze in de praktijk al sterk werkten rond drempels. Dit was meteen de aanleiding om de drempels op papier te zetten en hierop door te werken. Feys: “We blijven hierin groeien want we kunnen nooit op voorhand alle drempels in kaart brengen. We blijven dus waakzaam voor drempels.”
De club houdt het lidgeld bewust laag. Voor de jeugd (U8 – U12) is dit 90 euro per jaar en voor de iets oudere jeugd (U14 – U17) die ook competitie spelen is dat 110 euro. Bij heren en dames vanaf 18 jaar is dat 150 euro. Per lid draait de club verlies en haalt de club zelfs geen break-even. Om dit te compenseren moet de club acties organiseren die geld in het laatje brengen.
De club werkt ook met de Oudenaardse OK-pas. Dat is een tegemoetkomingssysteem voor mensen met een beperkt inkomen, opgezet vanuit het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede uit Oudenaarde. Wie recht heeft op een OK-pas, betaalt als lid een derde van het lidgeld. De club en de stad betalen ook elk een derde van het geld.
(c) Rhinos Rugby Oudenaarde
Verder is er een extra aangepaste betalingsregeling voor leden die het lidgeld van 30 euro niet in één keer kunnen betalen, dit in samenspraak met de ouders. Wanneer dit voor sommige spelers nog te moeilijk is, zoekt de club zelf naar een oplossing. Ook voor de volwassen deelnemers is er een aangepaste betalingsregeling: elke volwassenploeg krijgt 400 euro plus de mogelijkheid tot een individuele regeling. Er zijn enkele sponsors die de club een financiële ruggensteun geven omdat ze geloven in de sociale werking en de meerwaarde van de club.
Naast de rugby training en wedstrijden zijn er ook niet-rugby gerelateerde activiteiten. Om de leden en ouders niet op te zadelen met deze extra kosten, krijgt elke trainer 20 euro voor elke speler in zijn of haar ploeg. Dit bedrag mogen de trainers in samenspraak met de spelers besteden aan een activiteit naar keuze. Er worden geregeld ook weekends georganiseerd; met overnachtingen en allerlei activiteiten kost dit al snel 50 euro. Verder is er het rugbykamp dat een week duurt, en met vervoer en maaltijden kost dit voor deelnemers 125 euro.
Voor zowel de weekends als het kamp kunnen leden terugvallen op de OK-pas regeling. Al deze kosten samen zouden zonder tussenkomst van de clubs en de OK-pasregeling voor sommige ouders niet betaalbaar zijn.
Belang van een breed netwerk
Ondanks de maatregelingen ziet het bestuur van de club dat zij mensen in armoede nog onvoldoende bereiken. “Ik denk dat het niet zozeer met het financieel aspect te maken heeft, maar eerder met de affiniteit die je als club hebt met de doelgroep”, merkt Feys op. “Oudenaarde heeft een voornamelijk witte middenklasse bevolking. Mensen in armoede identificeren zich niet zo snel met onze club. Zij hebben het gevoel dat het niets voor hen zal zijn. Wij willen deze kloof overbruggen en mensen met elkaar in contact brengen.”
Verder stelt hij: “Die kloof overbruggen kunnen we niet alleen. Om je sportvereniging breed en sterk te maken moet je een goed netwerk hebben in de gemeente.” De club is naar het OCMW gestapt met de vraag om hen bij te staan in het bereiken van mensen in armoede. Sindsdien erkent het OCMW de sociale werking van de rugbyclub en maakt het de werking kenbaar bij zijn cliënten.
De club besloot om niet voor, maar wel met de doelgroep aan de slag te gaan. Ze organiseerden daarvoor drie focusgroepen met de buurtbewoners in Oudenaarde. De andere stakeholders waren het OCMW, de sociale huisvestingsmaatschappij, sportdienst, jeugddienst, het CAW, het ISB, Leo’s Oudenaarde en de UGent.
(c) Rhinos Rugby Oudenaarde
Uit de focusgroepen kwam het idee om in de paasvakantie van 2018 een reeks activiteiten in de buurt te organiseren voor en met de buurtbewoners. Samen organiseerden ze een mix van toffe activiteiten voor de kinderen met rugby als rode draad. Daarnaast zorgde de club voor gezellige ontmoetingsmomenten voor de ouders en de andere buurtbewoners. Op die manier probeerde Rhinos Rugby een vertrouwensband op te bouwen met de buurtbewoners en de club en rugby als sport bij hen bekend te maken.
De club hoopt zo de weg naar de club laagdrempeliger te maken. Na een evaluatie van het pilootproject, is er in de zomervakantie een tweede week van activiteiten georganiseerd.
Volgens Feys zorgt dit sterke verhaal met de partners ervoor dat ze terecht konden bij alle mogelijke stakeholders, alsook bij de andere Oudenaardisten, sponsors, … Die zien nu een verhaal waar ze zich mee kunnen identificeren en waarvoor ze zich willen engageren.
Proactief handelen
Rhinos heeft zich als club duidelijk geëngageerd om mensen in armoede ook daadwerkelijk te bereiken: ze gaan proactief aan de slag. De club vindt het belangrijk dat er een zekere bewustzijn is bij de mensen binnen de club over armoede en de leefwereld van mensen in armoede.
De trainers zijn bijvoorbeeld de eerste die signalen moeten kunnen opvangen en signaleren. Ze organiseren een maandelijkse meeting met de trainers om die zaken te bespreken. Zo worden de trainers versterkt over hoe ze moeten handelen, voor welke signalen ze oog moeten hebben, …
Het hele team krijgt stimulansen, ondersteuning en versterking om als team bezig te zijn met het thema armoede. De teamleden worden ook aangemoedigd om samen naar oplossingen te zoeken en armoede binnen de club bespreekbaar te maken. Op die manier blijft de thematiek niet bij één persoon hangen. Zijn er gevoelige zaken, dan zijn er twee ombudspersonen, een vrouw en een man, om die te behandelen. Deze personen zijn aangesteld door hun affiniteit met het thema armoede.
Zo was er vorig jaar een speler die plots niet meer kwam trainen. De trainer is bij hem thuis langsgegaan voor een gesprek. Toen kwam aan het licht dat de afstand naar de training te voet te ver was. Samen met het team is dan beslist om voor de jongen een fiets aan te schaffen. Sindsdien heeft de speler geen training gemist.
(c) Rhinos Rugby Oudenaarde
Communicatie is dus een heel belangrijk element voor de club. Niet alleen intern maar ook extern, naar de partners, vrijwilligers en de spelers. Voor de brede bekendmaking van de club zijn er affiches en flyers. Dit is niet doeltreffend genoeg voor, of op maat van, mensen in armoede. De club zet daarom extra acties op in de communicatie met deze doelgroep, bijvoorbeeld tijdens het buurtsportproject.
Naast de brede bekendmaking met affiches was er een uitnodiging in elke brievenbus. Door samen te werken met vrijwilligers uit de buurt en met de mensen van de sociale huisvestingsmaatschappij en het OCMW, zorgden ze voor herkenbaarheid.
Tenslotte ging de club aanklampend aan de slag: Twee weken voor de start van de buurtsportweek organiseerden clubleden kennismakingsmomenten op woensdagnamiddag. Vooraf gingen ze aan de deuren kloppen om kinderen en ouders warm te maken. Feys: “Dit was een tactiek die werkte. De week erna zagen we de aantallen al stijgen. Ook tijdens de buurtsportweek gingen de brugfiguren elke ochtend langs bij de gezinnen die ’s morgens niet kwamen opdagen. Op die manier voelden mensen dat we niet bereid waren om hen los te laten en dat ze welkom waren.”
In haar communicatie naar het grote publiek, zowel via beeld als via tekst, is de club steeds heel voorzichtig om niet te stigmatiseren, maar om mensen te waarderen voor wie ze zijn. “Ieder mens, arm of rijk, wil op een menswaardige en respectvolle manier behandeld worden”, sluit Feys af.