JNM verbindt milieuproblematiek met sociale rechtvaardigheid

item_left

(c)JNM

item_right

JNM verbindt milieuproblematiek met sociale rechtvaardigheid

Praktijk

Een divers publieksbereik was lang niet de grootste prioriteit voor JNM. Maar de combinatie van concrete projecten en lange termijnplannen zet een voorzichtige verandering in gang waarmee JNM de kloof tussen sociale- en milieuproblemen wil overstijgen.

(c)JNM

JNM, de Jeugdbond voor Natuur en Milieu, is een relatief kleine jeugdbeweging met zo’n 3000 leden verspreid over 38 lokale afdelingen. JNM en haar leden zijn vooral begaan met het ontdekken en beschermen van de natuur, op een speelse manier. JNM afdelingen vind je niet in elk dorp of elke gemeente. Het vergt een gerichte keuze van de leden om naar de JNM te (blijven) gaan. Sommige jongeren moeten zelfs vrij grote afstanden afleggen om deel te nemen. Er zijn ook niet overal wekelijkse activiteiten. Dat zorgt ervoor dat JNM een relatief klein publiek aantrekt, maar wel met een specifieke interesse.

Toch neemt ook de betrokkenheid toe op een diverser publieksbereik. Dankzij een proefproject bouwde de lokale JNM-afdeling in Brussel bruggen naar VMJ, een vereniging voor Marokkaanse jongeren. De inhoud van JNM sprak de jongeren van VMJ wel aan. De ateliers over natuurbeleving lokten altijd veel volk. Maar de organisatorische drempels vormden vaak een stoorzender. Dankzij dit project groeide bij JNM dan ook het bewustzijn over de drempels in hun werking: de veronderstelling dat iedereen wel beschikt over een fiets en kampeermateriaal, de gewoonte dat jongens en meisjes in dezelfde tent slapen …  Soms zitten er ook praktische drempels het contact in de weg. VMJ zocht vooral naar een aanbod op woensdagnamiddag, JNM is vooral in het weekend actief …

Het project in Brussel was leerrijk, maar het bleek niet eenvoudig om de vertaalslag te maken naar de andere lokale afdelingen. Daarom diende JNM met succes een tweede project in, dit keer op het overkoepelende niveau van de organisatie. De bedoeling is om de geleerde lessen verder te verspreiden naar de lokale afdelingen maar ook om verschillende partnerschappen uit te bouwen met andere organisaties. JNM telt drie overkoepelende inhoudelijke werkgroepen: natuurstudie, natuurbeheer en milieu. De opzet van dit project is dat elk van deze werkgroepen een partnerschap aangaat met een andere organisatie. Zo zocht de werkgroep natuurbeheer contact met Werkgroep Vluchtelingen Gent. Dat leidde alvast tot een gezamenlijke activiteit waar ook een lokale afdeling bij betrokken was. Daarnaast bouwt JNM ook een partnerschap uit met 1001 Schakels uit Vilvoorde en zoekt ze contact met een vereniging voor kinderen met een verstandelijke beperking.

Ook wil JNM een vormingstraject aanbieden aan lokale afdelingen over armoede en maatschappelijke kwetsbaarheid. In dat kader organiseren ze een diversiteitsdag voor de leiding. En ze willen hun lokale afdelingen aanmoedigen om zelf lokale partners te zoeken. Het is wel nog onzeker hoeveel groepen JNM hiervoor zal kunnen motiveren? Sommige afdelingen hebben amper genoeg vrijwilligers om de werking te doen draaien. Vraag is hoeveel ruimte er is om een extra uitdaging aan te gaan? Toch hoopt JNM een tiental afdelingen mee te krijgen.

Van een niche naar de kern

Een divers publieksbereik is voor veel JNM-vrijwilligers niet de grootste prioriteit. Zij zijn vooral bezig met natuur en milieu. Stilaan groeit echter het besef dat veel kinderen die opgroeien in armoede en/of met een migratieachtergrond net wonen in die buurten waar de milieuvervuiling het sterkst is en de natuur het meest onder druk staat. Deze groep wordt echter niet gehoord of betrokken bij de beweging die zich richt op natuurbehoud, terwijl ze wel het eerste en grootste slachtoffer is van de milieuproblematiek. Voor JNM is het belangrijk voor beide partijen dat deze kinderen en jongeren betrokken worden in de uitdagingen op vlak milieu en natuur.

“Onze maatschappelijke kracht als JNM zou daardoor veel groter zou kunnen zijn. Omgekeerd is JNM zo’n ongelofelijke leerschool. We zouden het jammer vinden dat jongeren omwille van bepaalde eigenschappen of een bepaalde achtergrond daar geen gebruik van kunnen maken. Uiteraard gaan wij niet iedereen aanspreken, want niet iedereen is geïnteresseerd in natuur en milieu, maar de kinderen en jongeren die daar wel in geïnteresseerd zijn, die moeten wel bij JNM terecht kunnen, welke beperkingen er ook zijn.”

JNM blijft er zich ook van bewust dat veel van deze jongeren heel wat andere zorgen aan hun hoofd hebben. Toch hoopt de jeugdvereniging erop dat ze haar diversiteit al een beetje kan vergroten met jongeren die al wat ruimte hebben om zich met natuur en milieu bezig te houden, maar die toch niet altijd uit dezelfde ‘bubbel’ komen als de meeste JNM-vrijwilligers.

Goed begonnen

De eerste kennismaking tussen de werkgroep natuurbeheer en de Werkgroep Vluchtelingen was alvast geslaagd. Het oorspronkelijke plan was om samen het beheer te doen van een stukje natuurgebied. Door de aanhoudende regen, hebben ze een alternatief moeten bedenken.

“We zijn dan samengekomen in onze lokalen en dat was eigenlijk nog wel plezant. We hebben uitgewisseld over natuur en wat dat betekent voor elk van ons. We kwamen ook te weten waar de jongeren vandaan kwamen en hoe de natuur er daar uitziet. Maar we hebben het ook gehad over voetbal, want voor hen heel belangrijk was. En dan hebben we spelletjes gespeeld. Iemand van de jongeren had ook zin om leiding te geven, dus dat was wel tof. Die hebben we met JNM Gent in contact gebracht.”

Toch blijken ook hier praktische drempels wat roet in het eten te gooien. Zo moest de activiteit op zondag plaats vinden, want zaterdag was er voetbaltraining. Ook waren de jongeren veel te netjes gekleed om aan natuurbeheer te doen. Sommige jongeren waren ook geïnteresseerd om mee te gaan op kamp, maar de inschrijvingen voor de kampen waren al afgesloten … Desalniettemin waren beide partijen blij dat ze de moeite hadden gedaan om elkaars leefwereld beter te leren kennen. De mensen van In-Gent hebben ook echt veel inspanningen gedaan om de werking van JNM uit te leggen en om jongeren te motiveren om kennis te maken.

De blik vooruit

Intern blijft er ondertussen wel discussie tussen de vrijwilligers die werking willen verbreden en zij die net meer willen verdiepen in natuurstudie en natuurbeheer. Door diversiteit te koppelen aan de kernwaarden en -inhouden van de beweging, probeert het bestuur ervoor te zorgen dat het geen of-of- maar een en-en-verhaal wordt. Toch ebt de weerstand niet meteen weg, zeker wanneer vrijwilligers ook het gevoel hebben dat ze niet over voldoende expertise beschikken. Die weerstand is niet altijd evident om mee om te gaan, noch voor vrijwilligers, noch voor beroepskrachten. Dat kan best wel eens hard zijn. Gelukkig vinden gelijkgestemde zielen ook steun elkaar en dat doet deugd.

Sommige discussies over drempels zijn ook niet zo eenduidig. Nu slapen jongens en meisjes samen in dezelfde tent. JNM zou dat strikter kunnen scheiden. Maar wat met jongeren die niet netjes in het hokje ‘jongen’ of ‘meisje’ passen? In welke tent moeten die dan slapen? Dat gemengd slapen is bovendien een gebruik waar veel mensen ook aan hechten. JNM laat ook veel autonomie aan de lokale afdelingen en geeft veel beslissingsmacht aan de vrijwilligers. Het is niet eenvoudig om gebruiken en gewoontes aan te passen.