WJNH focust op welzijn jongeren met migratie-achtergrond

item_left

item_right

WJNH focust op welzijn jongeren met migratie-achtergrond

Praktijk

Vanuit de projectoproep Sociale Integratie is een belangrijke impuls gegeven aan het Masterplan diversiteit in/en het jeugdwerk. Zestien projecten zijn goedgekeurd. Ook WJNH diende een project in. Binnen dit project wil WJNH focussen op het welzijn van jongeren met een migratieachtergrond die holebi of transgevoelens hebben.

Deze jongeren ervaren op dit moment veel drempels om te kunnen deelnemen aan het huidige aanbod van Wel Jong Niet Hetero, andere SOGIE-verenigingen (SOGIE = Seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie) alsook het reguliere jeugdwerk. Om die drempels weg te werken zet WJNH in op een aparte safe(r) space voor jongeren met migratieachtergrond. Deze safe(r) space start online en vanuit deze ervaring wordt een offline werking opgestart. Het doel is een online en offline safe-space laten landen in een structurele vrijwilligersgroep voor SOGIE jongeren met migratieachtergrond. Aan de hand van een toolbox met tips en methodes voor de bredere jeugd en SOGIE-sector wilt WJNH de sector inclusiever maken. We spraken met Jenebah Kamara (projectmedewerker) en Sander Cornelis (Coördinator WJNH).

Nood aan coming in

Het onderzoek van Marcia Poelman (2011, Steunpunt Gelijke Kansenbeleid) vertrekt vanuit de vaststelling dat holebi-verenigingen er maar moeilijk in slagen holebi's van niet-Belgische origine te bereiken. Vooral meisjes met een migratie-achtergrond zijn erg onzichtbaar. Dit wordt bevestigd door Merhaba en door Çavaria. Volgens Merhaba zouden de klassieke verenigingen sterk gericht zijn op 'coming out'. Een belangrijk aspect van coming-out is zelfidentificatie als homoseksueel en het openlijk daarvoor uitkomen. Het achterliggend idee is dat coming-out bevorderlijk is voor het zelfbeeld en welzijn van de persoon in kwestie. Dit proces zou echter anders verlopen voor holebi's met een migratie-achtergrond, waar er meer nood is aan een 'coming-in'. Dit is een relatief nieuw concept binnen het onderzoeksveld en verwijst naar het intreden in de holebi-subcultuur. Dit onderzoek en de resultaten bieden de onderbouw voor dit project.

Ook Sander ondervond deze tegenstelling in de praktijk: “Ik heb vroeger als vrijwilliger heel veel in klassen gestaan en die tweespalt gevoeld tussen wit en rijk en dan minder gefortuneerd zijn en niet wit zijn. Ik denk dat wij dit thema ook moeten opnemen, dat we iets moeten doen voor de LBGTQ jongeren met een migratieachtergrond. De manier waarop wij werken, bottom up en vanuit de vrijwilliger is een ideale setting om zoiets op te bouwen. Je moet dit soort project niet top down doen, je moet dat van bottom up doen.” Dat kon, met de extra middelen vanuit de projectoproep Sociale Integratie.

Bottom up werken

Het was van bij de start niet evident om dit project vanuit WJNH op te starten: “Omdat  in de samenleving heel vaak holebi en transrechten als diametraal tegenover de rechten van migranten gezet worden. Groepen worden tegen mekaar opgezet.” Jenebah Kamara, die project ondersteunt vertelt hoe ze hiermee omgaat: “Ik heb er ook van bij het begin van dit project ook over gewaakt dat we niet meteen de WJNH stempel op dit project zetten. Het project wordt niet gerund door mensen die wit zijn en het wordt door niet zomaar in onze mediastroom (van WJNH) gestoken. Er zijn ook wel bestuursleden die vinden dat we meer ruchtbaarheid aan dit project mogen geven, maar dat kan niet.”

Jenebah gaat bottom up met de jongeren aan de slag: “We werken met het project met een stuurgroep van jonge vrijwilligers. Zij zijn uiteindelijk de personen die het project langer gaan dragen dan een organisatie. Ik heb mij dus vooral gefocust op het versterken van die groep. Want als die vrijwilligers er zijn, dan kan het wel een duurzaam project zijn. In die groep zijn jongeren echt gaan nadenken over wat ze willen doen. De groep moet ook een veilige omgeving zijn, want voor sommige personen is het niet gemakkelijk buiten te stappen en te zeggen dat ze homo of lesbisch zijn. Dus we willen echt het principe van bottom up werken in de praktijk brengen.”

Safe(r) space revisited

Met dit project gaat Wel Jong Niet Hetero terug naar de roots. Jenebah: “Het woord safe(r) space is wel heel cruciaal in dit project. Want ongeacht of je nu LBGTQ bent en al dan niet een persoon met kleur bent,  er zijn niet echt veel veilige plekken om naartoe te gaan. Wij gaan niet echt naar organisaties buiten onze omgeving. Dat heeft ook wel een reden, met al die drempels. Elke persoon in de groep heeft ook wel een eigen verhaal, een eigen doel van wat dat ze uit het project willen, en dat probeer ik ook altijd mee te nemen. De ene jongeren wil gewoon andere jongeren leren kennen, dus die gaat niet echt meedenken. Een andere persoon wilt meer haar religie leren kennen, meer de connectie tussen queer en moslim zijn, hoe ze dat kan verbinden en daar een veilig gesprek over hebben. Anderen willen actief samenwerken. Dus elke persoon heeft wel eigen bagage die ze meenemen.”

Evengoed gaat Jenebah met geduld de dialoog aan met andere jeugdwerkorganisaties: “We kunnen ook niet verwachten dat alle mensen of alle jongeren binnen een jaar of binnen drie jaar zelfs hier naar WJNH zullen gaan. Het was een logische stap om eerst eens te kijken naar hhet ele middenveld die met LBGTQ-jongeren werken, wat bestaat er? Wat is jullie werking? Wat is jullie expertise rond diversiteit? Of inclusie? Hoe pakken zij dat aan? Wat kan ik mee nemen uit hun ervaring voor het project en wat moet ik misschien niet of helemaal niet doen? Het heeft mij wel echt een heel andere kijk gegeven op het werkveld. Er zijn heel veel leuke initiatieven, heel veel organisaties die nog in transitie zijn, die nog in de fase zitten ‘we gaan het benoemen’, maar nog niet echt iets aan het doen zijn met de doelgroep.”

Sociale integratie

Binnen het project gaat een groep jongeren gaat on- en offline op zoek naar hun invulling van coming in de LBGTQ-gemeenschap. En binnen Wel Jong Niet Hetero leeft het besef dat ze hieruit kunnen leren en de jongeren hier de ruimte moeten voor laten. Sander: “Nu wordt LBGTQ heel vaak geassocieerd met rechten en de Pride. Maar daarmee is de kous niet af, de suïcidecijfers zijn niet gedaald. Dit project is volgens mij een reset naar die safe space waarbij de jongeren een volledig ander pad kunnen opgaan. Ons pad was er grotendeels één van coming out, be yourself… het Westerse ideaal. Dat hoeft niet voor iedereen het pad te zijn.” Net zoals in de voorbije jaren ruimte gemaakt is voor diverse aspecten van gender en seksualiteitsbeleving, zo moet er meer ruimte komen voor de beleving van LBGTQ-zijn.