Challenge 2: Hoe kunnen we drempelverlagend werken naar het aspect taal?

item_left

(c)unsplash.com

item_right

Challenge 2: Hoe kunnen we drempelverlagend werken naar het aspect taal?

aline

Het onderzoeksrapport 'Speak out, act in! Ageren tegen racisme en discriminatie' bundelt middels een literatuurstudie en veldbevraging de meest urgente informatie over discriminatie en racisme in het jeugdwerk, sport, cultuur en de jeugdzorg. Op basis van deze info werd zorgvuldig een batterij aan specifieke challenges gedefinieerd die aangepakt worden op de hackathon van 24 en 25 september. Hieronder gaan we in op de challenge over 'drempelverlagend werken rond taal' en geven we enkele bevindingen uit het rapport mee als duiding.

Wanneer we specifiek gaan kijken naar discriminatie op basis van socio-culturele en socio-economische kenmerken, dan staat hier ‘taal’ bovenaan, voor socio-economische achtergrond, nationaliteit/afkomst, religie en cultuur. 40,90% van de respondenten geeft aan dat taal een ernstig tot zeer ernstig en acuut probleem vormt. Opvallend daarbij is natuurlijk dat ‘taal’ niet voorkomt in de antidiscriminatiewetgeving. De vraag naar wanneer taalgebruik discriminerend is, is overigens ook voer voor reflectie en debat.

Uit de opmerking van respondenten weerhouden we volgende elementen:  (we clusteren gelijkaardige uitspraken).

- In bibliotheken is weinig of geen aanbod in de taal van migranten te vinden. Een respondent geeft aan geconfronteerd te zijn geweest met een bibliotheekmedewerker die aangaf “Och, die Bulgaren, die sukkelaars lezen toch geen boeken.”

- Kinderen die het Nederlands niet of onvoldoende machtig zijn vinden geen aansluiting bij organisaties (jeugdbewegingen ... ) waarin andere kinderen en leiding vaak enkel het Nederlands machtig zijn. Enkel jongeren die het Nederlands goed beheersen “kunnen of mogen” deelnemen.

- Activiteiten worden voorgesteld als gelegenheden om het Nederlands te oefenen.

- Organisaties beschikken niet over middelen / technieken om anderstalige kinderen extra te ondersteunen.

- Het (uitsluitend) gebruik van het Nederlands zou vaak niet principieel zijn maar vooral een pragmatische grondslag hebben. “We zijn niet voorzien op anderstalige deelnemers.”

- De talige barrière is nog groter wanneer kinderen naast het Nederlands ook het Frans niet machtig zijn.

- Sommige organisaties maken gebruik van pictogrammen om de taalbarrière te doorbreken.

- Respondenten geven aan dat het uitsluitend gebruik van het Nederlands soms wel een formele basis heeft. Bij sportactiviteiten in Brussel worden soms alleen kinderen uit het Nederlandstalig onderwijs toegelaten. In diezelfde lijn wordt gewezen op “de [..] taalstrijd die wordt weerspiegeld in alle politieke structuren en gesubsidieerde organisaties”.

Al deze opmerkingen identificeren het gebrek aan kennis van het Nederlands als basis voor discriminatie.

Hier kan je het rapport verder lezen.

Op de hackathon wordt deze challenge begeleid door: Gunilla de Graef

Gunilla is consultant bij Juntar en lector Interculturele Communicatie aan de Karel de Grote Hogeschool. Ze ontwikkelt al 20 jaar originele trainingen rond het thema interculturele competenties en verleent  advies op maat rond diversiteit en inclusie  in organisaties. De rol van taal in dit verhaal boeit haar uitermate: hoe verminder je ruis op het verbale en non-verbale spoor, hoe zorgen voor een inclusief jargon, en ook, hoe sleutelen aan een taalbeleid dat zorgt voor toegang en uitsluiting tegengaat? In een land getekend door verschillende taalstrijden zijn dit extra uitdagende vragen. Maar toekomstgerichte en dynamische sectoren als sport-, cultuur- en jeugdwerk zouden wel eens de context bij uitstek kunnen blijken waar nieuwe aanpakken en onverwachtse oplossingen ontwikkeld worden.