Get your knee of our neck, so we can be whoever we want to be

item_left

item_right

Get your knee of our neck, so we can be whoever we want to be

hasna

Voor de strijd tegen racisme en discriminatie vinden we het hoopvol dat vele vrijetijdsorganisaties in de voorbije maanden de Black Lives Matter beweging hebben gesteund en dit kenbaar hebben gemaakt op sociale media. We willen kijken naar hoe deze steun vandaag en in de toekomst navolging kan krijgen en we doen dat hier in de blogreeks 'Anti-racisme in de vrijetijdssector: wat na #BLM?' De vraag is telkens: wat is er nodig in een dagelijkse werking en praktijk om echt een verschil te maken?

In deze reeks krijgen we hierop een antwoord van personen met een uitgesproken standpunt over de strijd tegen racisme, gebaseerd op hun kennis uit hun professionele en/of activistische ervaring. We vragen hun reflectie op de actuele beweging in het cultuur-, jeugd- en sportveld, maar polsen ook naar hun advies. Wat zijn hun aanbevelingen aan organisaties en lokale besturen om actiever op te treden tegen racisme en discriminatie?

Elke schrijver in deze reeks focust zich op 1 of meerdere domeinen in het vrijetijdsveld. Hieronder lees je de bijdrage van Nora Ed-Daoui:

Wat begon met een 9 minuten lange knie op G. Floyd’s nek, vloeide voort in een reeks maandenlange protesten in de Verenigde Staten en zoveel andere staten wereldwijd. Allen verenigd om het zoveelste zinloze geval van haat en racisme te veroordelen, maar deze keer was het écht genoeg. De woede bleek eindeloos, het verdriet oeverloos en het trauma om de onveranderde status-quo nog steeds onverwerkt, want de dood van G. Floyd was geen losstaand geval. Zijn dood is symptomatisch voor een eeuwenlang verhaal van institutionele en systematische onderdrukking in een systeem dat nooit naar behoren heeft gefunctioneerd. Altijd zullen er mensen door de soms minutieuze mazen van het net vallen, maar wanneer dat systematisch bepaalde bevolkingsgroepen zijn ongeacht hun sociale achtergrond, moeten we dat durven benoemen. Want ja, zelfs welgestelde en hoogopgeleide mensen van kleur worden systematisch het slachtoffer van haat, discriminatie en racisme.

En ook aan onze kant van het water strooide dit incident zout op een open wonde. Onversneden racisme -zowel institutioneel als systematisch-  vormt al jaren de figuurlijke knie die hier op de nek van zoveel minderheden rust. Een gebroken moraal omdat je nooit aanzien wordt als wie je zelf bent en wat je in je mars hebt, maar herleid wordt tot enkele ‘amokmakers’ in je gemeenschap die de hoop op een toekomst hebben opgegeven. Moedeloos om telkens weer het beste van jezelf te geven om daarna in bijna elk aspect van het leven met hetzelfde beestje geconfronteerd te worden zonder ooit structurele verandering te zien. Of je nu als Adil, Akram of Chovanec een buitenproportionele politie-interventie niet overleeft, als Sanda wanhopig op zoek was naar een netwerk dat je net genekt heeft, als huurder maar geen appartement vindt door jouw anderklinkende naam, op school niet in je wordt geïnvesteerd op dezelfde manier als je autochtone medeleerlingen of -studenten of als je op straat wordt uitgekafferd als uitschot omdat je huidskleur donkerder is. Teneergeslagen omdat je voor verkiezingskanonnen alleen maar wordt beschouwd als collateral damage of als token wordt ingezet om oppervlakkige diversiteit te promoten.

In de marge van deze pijn verrichten jeugdorganisaties belangrijk werk om de al precaire binding tussen kwetsbare jongeren en de maatschappij maar niet kwijt te raken. Allen barsten ze van het geloof in de talenten van de volgende generatie en koesteren ze de hoop dat deze generatie de laatste generatie is die het slachtoffer wordt van zinloze collectieve haat. Helaas waren het net vele van die jeugdorganisaties die zich in alle talen in stilzwijgen hulden over die knie die op de nek rust van zovele van die ambitieuze jongeren waarmee ze dag in dag uit gemotiveerd werken. De parallel met het moedeloos makende racisme en etnisch profileren in eigen contreien was plots ver te zoeken, hoewel we toen nog geen maand eerder met lede ogen het zinloze machtsvertoon van de politie op Adil met zijn trieste dood als gevolg moesten aanzien. Ondertussen hebben we ook Akram en Chovanec moeten omdopen tot hashtags met gerechtigheid als verhoopt doel.

‘Waarom?’ vroegen velen zich af. Waarom zag men de parallel niet met wat jongeren hier meemaken? Waarom werd de lijn niet doorgetrokken naar de andere vormen van institutioneel racisme waarop nog steeds geen duidend antwoord vanuit het beleid wordt geformuleerd? Waarom werd een stilzwijgende neutraliteit plots de norm onder zovele organisaties die anders zo mondig op de barricade staan voor de jeugd? Vele onbeantwoorde vragen die we dan maar zelf proberen in te vullen.

Hoe kunnen we ons nu samen als maatschappij actiever uitspreken tegen racisme?

Praten

Zoals bij zovele dingen is de eerste stap steeds praten. Als je zelf niet het mikpunt bent van haat, helpt het om te praten met zij die dat wel zijn. Haal input door te luisteren zonder vooringenomenheid of je defensief op te stellen. Een systeem aanklagen waar jij deel van uitmaakt, betekent niet dat jij de rotte appel bent, maar als jeugdorganisatie draag je wel een verpletterende medeverantwoordelijkheid voor het mentaal welbevinden van de jongeren die je aantrekt. Als betrokken jeugdwerker, als belichaming van een institutie die het wel goed voorheeft met de jongere en vooral als safe-haven in een maatschappij die steeds meer jongeren dwingt zichzelf niet te zijn. Je kan iets zeggen dat achteraf misschien het foute blijkt en je daarvoor verontschuldigen. Sommigen zullen je vergeven, voor anderen zal je misschien voorgoed hebben afgedaan, maar voor stilte is er geen begrip. Stilte verbreekt het vertrouwen in tijden waarin je bondgenoten zoekt. Stilte toont ware kleuren wanneer ze er echt toe doen. Stilte breekt, meer dan woorden, de harten van zij die verlangen om voor één keer gehoord te worden.

Standpunt innemen

Maatschappelijke gebeurtenissen zijn moreel geladen en laten geen ruimte om een neutraal standpunt in te nemen. De enige ruimte waar neutraliteit relevant is, zijn de muren van een gerechtszaal. Het welwillend stilzwijgen over zo’n gebeurtenissen in de maatschappelijke ruimte is geen neutraliteit, maar getuigt van het privilege om te kunnen wegkijken van sociale onrechtvaardigheid. Enkel door collectief standpunten in te nemen tegen sociale onrechtvaardigheid, kunnen we pas écht pleiten voor sociale verandering.

Consistent optreden

Een authentieke boodschap is een consistente boodschap. Wil je geloofwaardigheid in je aanpak tegen racisme, dan moet je ook consistent optreden tegen racisme. Dat betekent dat het befaamde praatje niet veel uitmaakt als je ook het befaamde wandelingetje niet wilt wandelen. Dat betekent altijd praten, ook wanneer de boodschap in een narratief kadert dat jou in een ongemakkelijke positie plaatst. En naast het praten, maak je best ook ruimte voor daden. Een zwarte achtergrond posten voor #BlackOutTuesday, maar op andere momenten teren op de vrijwilligheid van mensen van kleur om je te adviseren over diversiteit, genoegen nemen met “We willen ze wel hoor, maar ze komen maar niet.” terwijl je een aanpak hanteert die nauwelijks afgestemd is op de doelgroep, of pronken met de diversiteit die je aantrekt zonder hen ook maar te representeren in je beleid, dat komt niet goed binnen. Zorg voor een steeds terugkerende rode draad in zowel je werking, je communicatie, als je onderliggend beleid.

Reik dus je hand uit, durf je uit te spreken en keer nooit de rug toe naar sociale problemen.

Wat me bijbleef van de afgelopen maanden was volgend fragment uit het beklijvend pleidooi van Al Sharpton op de begrafenis van G. Floyd:

“What happened to George Floyd happens everyday in this country: in education, health services, and in every other area of American life. It’s time to stand up in George his name and say: get your knees of our necks. The reason we are marching all over the world is because we are all like George Floyd. We couldn’t breathe, not because there was something wrong with our lungs, but because you wouldn’t get your knee of our neck. We don’t want no favours, just get up off from us so we can be whoever we want to be.”

Lees het als een uitgestoken hand om samen te strijden voor maatschappelijke vooruitgang in àlle lagen van onze maatschappij. Onze generatie jongeren verdient het om gehoord, gezien en gevierd te worden. Omwille van wie ze zijn, omwille van wie ze niet zijn geworden en omwille van wie ze nog kunnen worden. Daar is geen plek voor racisme, noch voor stilzwijgend wegkijken. Omdat ze het waard zijn, met of zonder aangeboren privileges.

Nora Ed-Daoui is een communicatiestrateeg met ervaring in het middenveld en jeugdwerk.

Lees hier de bijdrage in deze reeks van Samira Azabar.
Lees hier de bijdrage in deze reeks van Mohamed Barrie.