Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
Sociaal-cultureel werk innoveert met collega’s uit andere sectoren
item_left
item_right
Sociaal-cultureel werk innoveert met collega’s uit andere sectoren
Vrijdag 15 juni heb ik het voorrecht om uitgebreid te praten met drie steengoeie sociaal-cultureel werkers uit mijn streek. Demos organiseert die dag de vijfde editie van onze 'Netwerkdag’. Sessie 9 ‘Sociaal-cultureel werk innoveert’ mag ik modereren. We gebruiken drie praktijkverhalen, telkens brede samenwerkingsprojecten, als springplank voor een gesprek over eigentijds sociaal-cultureel werk in de stad. We gaan op zoek naar dingen die organisaties verbinden, naar eigenheid en verschil.
Mijn plan is om alle deelnemers van deze sessie mee in het gesprek te trekken. Dit blogbericht is mijn wervende inleiding op de sessie. Je kan je dus al wat inlezen. Er zijn nog enkele plaatsen vrij. Haast je om via deze link in te schrijven.
Het participatieve onderzoek van LeerFORCE
Omgaan met stress en ontspannen. Lekker gezond en budgetvriendelijk koken. Gluren bij andere culturen... Je herkent het wel: het typische vormingsaanbod van onze vormingplus-centra. Op een ongedwongen en aangename manier iets bijleren en mensen ontmoeten. We gunnen het iedereen, met veel plezier.
Maar hoe maak je een educatief aanbod voor mensen die je doorgaans moeilijk of niet bereikt? Mensen met een beperkte vormingsachtergrond bijvoorbeeld, of met een klein budget of in een maatschappelijk kwetsbare situatie.
"Door drempels weg te werken!" wordt nogal snel gezegd. Maar wie kan je vertellen wat die drempels zijn? En ook: wie kan je vertellen welk vormingsaanbod goed in de markt zal liggen of hoe je inhouden op een boeiende manier naar cursisten brengt?
Rie Vanduren is stafmedewerker bij Vormingplus MZW. Met haar project LeerFORCE strijdt ze tegen drempels in vorming. Dat doet ze in een breed partnerschap en op een unieke manier.
In samenwerking met Open School (vormingsaanbieders) en Inloophuis de Kom-Af, T'hope (Roeselaarse vereniging waar armen het woord nemen), het Roeselaarse Welzijnshuis, VOC Opstap, Samenlevingsopbouw en verschillende organisaties die met de doelgroep werken is Rie een participatief traject opgestart. Het plan was simpel. Co-creatie: we organiseren samen cursussen! Als we daarin willen slagen, moeten we eerst leren welke drempels we moeten wegwerken.
Via het partnernetwerk vond Rie mensen die uit eigen ervaring weten wat armoede is. Zij werden 'mede-eigenaars’ in LeerFORCE. In een eerste fase is er vooral naar hen geluisterd. Ervaringen werden gedeeld en vormingen besproken. Daarna zijn thema's besproken om uiteindelijk samen twee cursussen te organiseren. Maar daar mocht het niet bij blijven.
Door mee te onderzoeken, na te denken over vorming, maar ook door vorming mee te organiseren en te volgen legde LeerFORCE vaak onzichtbare drempels bloot. Die kennis en ervaring moest duurzaam verankerd worden in de betrokken organisaties. Het project is eind vorig jaar afgerond en gepresenteerd aan een breed publiek van vormingsaanbieders. Alle betrokken professionals ondertekenden een persoonlijke engagementsverklaringen met daarin concrete acties voor zijn/haar organisatie. Ondertussen is een verlenging van het project ingediend en maken Rie en haar 'mede-eigenaars’ nieuwe plannen.
Met Rie wil ik het hebben over onuitgesproken drempels naar het vormingswerk en de noodzaak van maatwerk om tot een vormingsaanbod te komen. Ik wil meer te weten komen over hoe zij co-creatie in de praktijk bracht en hoe zij kijkt naar het duurzaam verankeren van deze manier van werken binnen haar en andere organisaties. Rie is ook verantwoordelijk voor een ‘Vormingsaanbod voor kansengroepen’. Ik wil weten hoe dat loopt en wat we moeten met dat label ‘kansengroepen’.
BARAKFUTUR en de methodiek van geleidelijkheid
De Barakken is een levendige en volkse buurt in de grensstad Menen. Een buurt met 50 verschillende nationaliteiten, waar mensen komen en gaan. De geplande Leiewerken zullen het uitzicht van de wijk grondig veranderen. Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen en Vormingplus MZW sloegen de handen in elkaar om er een buurtversterkende werking te ontwikkelen onder de wervende titel: BarakFutur.
BarakFutur is de biotoop van Kurt Declercq, projectmedewerker bij Vormingplus MZW. Het project is voor hem een labo. Hij wil ontdekken hoeveel rek er zit op de discretionaire ruimte van het sociaal-cultureel werk en wat we kunnen met de verschillende functies die het decreet aanhaalt. Hoe sluit vormingswerk aan op opbouwwerk en het werk van andere partners in de wijk, zoals het OCMW, het CAW, Kind en Preventie, de stedelijke jeugddienst, Uit De Marge... Kortom: hoe kunnen we ons samen engageren in een wijk om die, samen met bewoners, beter te maken?
Een veelheid aan verhalen uit de Barakken naar boven halen en ontmoetingsplekken creëren, dat is de opdracht binnen BarakFutur. De filosofie erachter is eenvoudig: wanneer de vertrouwdheid met de diversiteit van mensen en hun persoonlijke verhalen groeit, werken we aan een toekomstperspectief vanuit verbondenheid in verscheidenheid.
Belangrijke springplank in het project was de bewonersgroep De Barakkenaars die sinds 2013 in de wijk actief is. In de (na)zomer van 2017 is het verhaaltraject ‘Als de brug oren en ogen had’ opgestart vanuit die bewonersgroep. Verhalen werden verzameld en in beeld gebracht met workshops straatfotografie (Door het diafragma: De barakken, Vertel een verhaal met foto's), een tekenproject met kinderen (Mocht de brug oren hebben), het fotoproject van fotograaf Karal Waignein (Colored emotions) en door woordkunstenares Tine Moniek. De gesprokkelde verhalen zijn tijdens een publieksmoment in oktober teruggegeven aan de Barakken.
In 2018 is met 'Het permanente geheugen van de Barakken' een volgende stap gezet in het project. Het partnerschap groeide, onder andere met de cultureel erfgoedcel Zuidwest. De partners ging op zoek naar methoden om het Permanent Geheugen van de wijk vorm te geven. Ze wilden daarbij vertrekken vanuit verhalen van herkomst en aankomst. Via buurtgesprekken en een wekelijkse trektocht door de Barakken koppelden ze ‘petites histoires’ aan de groter historische transitie die de regio en samenleving doormaakt. Er is toegewerkt naar ‘Museum voor één dag van de Barakken’ tijdens de erfgoeddag in april. Inwoners voegen een 'persoonlijke gift' - een eigen stukje erfgoed – toe aan het museum.
Ondertussen is een reeks van uitgewerkte portretten van Barakkenaars gepubliceerd in de Krant Van West-vlaanderen, zijn twee zachte atlassen van de wijk gemaakt, werkte ’t KOT, het jeugdhuis van Uit De Marge aan een video en ligger er nog meer plannen op de plank.
Met Kurt wil ik het hebben over hoe je dergelijk project nu communiceert naar subsidiënten en partners. Dat lijkt me niet evident. Het is van alles en niets specifiek. Daarin ligt een ongelofelijke kracht, maar ook een gevaar. Ik lees BarakFutur vooral als opbouwwerk en ben benieuwd te ontdekken hoe dat raakt aan vormingswerk en erfgoed. Delen we als professionals genoeg kaders en competenties om een authentiek en gericht engagement op te nemen in een wijk? Ik ben ook benieuwd hoe BarakFutur bewoners sterker maakte als straks de architecten van de Leiewerken met hun plannen voor de dag komen.
De comfortabele bank van COLOR CULTUUR
De FMDO is een sociaal-culturele koepelorganisatie. Haar kerntaak is het ondersteunen van sociaal-culturele verenigingen van mensen met een migratieachtergrond. Steeds vaker nemen FMDO-medewerkers een brugfunctie op tussen hun verenigingen en – toegegeven, doorgaans nog altijd witte – organisaties en diensten. ‘Color Cultuur’ is één van deze projecten. Ze werken hiervoor samen met het Cultuurcentrum Brugge, Opera Ballet Vlaanderen (Antwerpen), Kunstencentrum Buda (Kortrijk) en Theater aan Zee (Oostende). Samen streven ze naar meer diversiteit binnen het cultuuraanbod van deze partners.
Startpunt van Colour Cultuur is om op basis van het aanbod van deze partners interculturele ontmoetingen op te zetten. Bij elke partnerorganisaties wordt een comfortabele sofa geplaatst waarrond de ontmoeting en culturele uitwisseling is georganiseerd.
Leidy Soto, educatief medewerker van de FMDO en Famke Struyve, publiekswerker van het kunstencentrum Buda gaan maandelijks door het programma van kc Buda op zoek naar aanknopingspunten. In april vonden ze de film ‘Rosie en Moussa’ van regisseur Dorothée Van Den Berghe. De film werd vertoond in aanwezigheid van de twee hoofdacteurs en regisseur. De FMDO-lidvereniging Narek trakteerde de aanwezigen op een dansvoorstelling en vrijwilligers serveerden lekkere empanadas. In mei stond Spaanse film centraal. Na de screening van 'La novia del desierto' gaf Julia Kratje (Universidad de Buenos Aires) een lezing in het Spaans en kwamen twee dames van de Latijns-Amerikaanse gemeenschap in Kortrijk langs op de bank van Color Cultuur.
Met Leidy ga ik in gesprek over de wisselwerking tussen verenigingsondersteuning en publiekswerking. Ik ben benieuwd naar de gesprekken die op de bank plaatsvonden en wat ‘haar verenigingen’ vinden van het culturele aanbod in Kortrijk.