Voorwaarden voor een écht inclusief vrijetijdsbeleid

item_left

item_right

Voorwaarden voor een écht inclusief vrijetijdsbeleid

Ann

De Landschapstekening Kunsten 2025 laat zien hoe participatieve kunstpraktijken vandaag een sleutelrol spelen in het herdenken van wat kunst is, voor wie ze bedoeld is en wie er mag meedoen. Ze tonen dat kunst niet alleen voor mensen kan zijn, maar ook met hen. Toch blijft de verankering van die visie in het beleid fragiel. Met het verdwijnen van het participatiedecreet verdween niet enkel een subsidieregeling, maar vooral een manier van denken: participatie als basisreflex in beleid.

Demos (nu kenniswerking van publiq) ziet in de Landschapstekening een belangrijke stap om participatief werken opnieuw op de kaart te zetten, maar ook een uitnodiging om verder te gaan. Want als we participatie echt serieus nemen, vraagt dat meer dan tijdelijke projecten of inspirerende voorbeelden. Het vraagt een structureel engagement: om macht te delen, kwetsbaarheid te zien als kracht, en kwaliteit te herdefiniëren in termen van proces en relatie.

Vanuit die overtuiging formuleert Demos vijf voorwaarden voor een beleid dat écht inzet op participatie en inclusie. Ze vertrekken vanuit praktijken die vandaag het verschil maken, maar nog vaak wankel staan. Ons uitgangspunt is eenvoudig: participatie is geen apart beleidsdomein, maar de onderstroom die cultuur-, jeugd- en sportbeleid verbindt. Alleen zo kan Vlaanderen bouwen aan een duurzaam en inclusief kader waarin mensen niet enkel deelnemen, maar ook meeschrijven aan het verhaal.

1. Bouw opnieuw aan een sterk kader voor participatie

Sinds het participatiedecreet verdween, is er niet alleen een beleidsleemte ontstaan, het toont ook hoe broos de verankering van participatie nog is. Een nieuw kader mag geen herhaling worden van een apart decreet of subsidiepotje, maar moet het hele beleid heroriënteren. Participatie hoort niet in één hokje te zitten, maar de rode draad te vormen door cultuur-, jeugd- én sportbeleid.
Een toekomstgericht kader zet niet alleen in op 'meer deelname aan bestaande systemen', maar op het mee vormgeven van die systemen zelf.

2. Geef ruimte en steun aan precaire praktijken en bruggenbouwers

Participatieve en inclusieve initiatieven mogen niet langer in de marge overleven. Beleidskaders moeten structurele financiering voorzien voor praktijken die sociale rechtvaardigheid en culturele democratie in de praktijk brengen, ook voor de bruggenbouwers en vrijwilligers die dit werk vaak dragen.

3. Erken kwetsbaarheid als een beleidswaarde

In beleidsdocumenten is vaak sprake van veerkracht en weerbaarheid, maar zelden van kwetsbaarheid. Nochtans ligt net dáár de basis van echte verbinding. Beleidsinstrumenten kunnen hierop inspelen door ruimte te maken voor trage processen, conflict, reflectie en relationele zorg.

4. Herdenk wat kwaliteit en succes betekenen

Niet alles wat telt, is meetbaar. In plaats van vooral te kijken naar cijfers over bereik, productie en output, kunnen we kwaliteit ook meten aan proces, gedeeld eigenaarschap en maatschappelijke impact. Participatieve kunstpraktijken tonen dat duurzame verandering groeit uit relaties, niet uit resultaten.

5. Maak van participatie een hefboom voor inclusie

Participatieve methodes kunnen krachtige motoren zijn om ongelijkheid structureel te verminderen. Dat kan door te werken met kruispuntdenken, met trajecten op maat van specifieke groepen, en door beleidskaders te bouwen die Universal Design en deep democracy als uitgangspunt nemen.