Waarom we dringend wat meer over het Participatiedecreet moeten praten

item_left

Waarom we dringend wat meer over Participatiedecreet moeten praten

item_right

Waarom we dringend wat meer over het Participatiedecreet moeten praten

Blogreeks

In de drie-eenheid 'aanbod' - 'spreiding' - 'participatie' schuiven we met Demos sociale rechtvaardigheid naar voor. We doen dat offensief. Omdat we geloven in de maatschappelijke waarde van kunst en cultuur, jeugdwerk en sport en omdat het democratische recht daarop nooit voor iedereen vanzelfsprekend zal zijn. Onze hefboom is het Participatiedecreet. Een decreet waarover veel te weinig gepraat wordt.

Waarom we dringend wat meer over Participatiedecreet moeten praten

Beeld: MHC Photographie - 500 ans du HavreCC BY-NC-ND 2.0

Demos neemt een opdracht op in drie beleidsmaatregelen in het Participatiedecreet: de lokale netwerken vrijetijdsparticipatie, de projectoproep ‘participatie projecten kansengroepen’ en het Fonds Vrijetijdsparticipatie dat in 2020 vervelt tot het ledenplatform VRIJUIT.

Voor die opdrachten sloten we een beheersovereenkomst af met de Vlaamse overheid voor 5 jaar (2017-21). Jaarlijks rapporteren we op vaste indicatoren. Die we tot nu toe allemaal halen. Als team zien we jaarlijks honderden mensen die actief zijn in kunst en cultuur, sport, het jeugdwerk, in sociale organisaties en in de welzijns- of zorgsector. Ze lichten ons hun ideeën en plannen toe en vragen ons advies.

De drie maatregelen waarover we schrijven gingen in 2009 van start. Ze zijn dus 10 jaar oud. Over een decennium Vlaams participatiebeleid kan je iets zeggen. Als kenniscentrum volgen we niet de waan van de dag. Ook kunnen we niet alle cijfers voorleggen. Monitoring vanuit de Vlaamse administraties ontbreekt. Maar we kijken toch vooruit, naar wat werkt, terwijl we lessen trekken uit het verleden.

Drie blogartikels over het Participatiedecreet

In aanloop naar een volgende legislatuur en de nieuwe Vlaamse bestuursploeg publiceren we 3 blogartikels over onze opdrachten binnen het Participatiedecreet. De boodschap van onze blogreeks is eenvoudig: bouw verder op het Participatiedecreet. De impact van de maatregelen binnen het decreet zijn aanzienlijk. Doe daar iets mee. En ruim de boel op. Het decretaal landschap is nog altijd een gregoriaanse knoop.

Overzicht van de reeks:

We richten ons schrijven naar beleidsmakers en de mensen in de praktijk die de maatregelen uiteindelijk concretiseren. Die zijn met velen. Ze moeten meer met elkaar praten over de maatregelen. De ‘lokale netwerken’, de projectoproep en het ledenplatform VRIJUIT zijn drie zeer verschillende beleidsinstrumenten met een breed bereik. Ze bewijzen hun impact maar worden door beleidsmakers en sectororganisaties enkel in de zijlijn behandeld. Er is te weinig betrokkenheid. Het is alsof het weinige licht alleen maar schijnt op de UiTPAS.

Balorige tiener

Het Participatiedecreet is flankerend beleid. Het staat naast de sectordecreten (cultuur, jeugdwerk, sport) en is van niemand en voor iedereen. Het verhoudt zich tot maatschappelijke uitdagingen én veranderingen in het sectorale landschap. Flankerend beleid is enkel doelmatig als het leidt tot meer inclusief en transversaal beleid. Die afslag dreigen we te missen.

De maatregelen in het decreet zijn in het leven geroepen als hefboom. Ze zijn decretale buitenbeentjes, bastaardkinderen. Na tien jaar is het de categoriale focus naar bepaalde kansengroepen ontgroeid. De ‘maatschappelijke waarde’ van kunst en cultuur, jeugdwerk en sport en ‘het democratische recht’ daarop staan nog altijd centraal. Maar het decreet is niet langer een bescheiden flankeerder. Het is een balorige tiener die kan tonen hoe we het in de toekomst inclusiever moeten doen.