De nieuwe spelers - 7 edities vooropleiding

item_left

de groep nieuwe spelers en Cynthia lachend in groep

item_right

De nieuwe spelers - 7 edities vooropleiding

Praktijk

" Ik heb nog contact met elke deelnemer uit de voorbije zes edities "

De drempels om aan hoger kunstonderwijs deel te nemen liggen voor veel aspirant- artiesten te hoog. Het is een conclusie die verschillende Antwerpse cultuurhuizen aanzette tot actie. Om de kloof te dichten en een diverser publiek aan te trekken binnen de film- en theaterwereld kwam men op de proppen met ‘de nieuwe spelers’. Dat is een vooropleiding bestemd voor profielen bij wie de nood aan goede omkadering binnen een creatieve ruimte hoog is. Cynthia Schenkels, artistiek coördinator, is al sinds 2018 de bezieler van het project. Een interview.

de groep nieuwe spelers en Cynthia lachend in groep

Inclusie in de kunstensector lijkt een vanzelfsprekendheid. Waarom is er dan behoefte aan een project als ‘de nieuwe spelers’?

Cynthia Schenkels: “De drang naar diversiteit binnen de acteurswereld is groot. Een achttal jaren geleden kwamen ze met verschillende grote spelers uit de Antwerpse kunstensector tot de vaststelling dat er te weinig diversiteit op de Vlaamse schermen en planken te zien was. Een probleem waarvan ze vermoedden dat het in het opleidingscircuit geworteld zat. Dat is ook gebleken uit het vooronderzoek van Abbie Boutkabout. Dat is jammer, want talent en engagement zijn er genoeg, en ook op amateurniveau wordt er al best veel ondernomen op vlak van cultuurbeleving vanuit het sociaal-culturele middenveld. Het gaat echter om de kloof te dichten met het professionele circuit, en daar spelen wij een fundamentele rol in.”

Door een generatie nieuwe spelers te creëren?

“Precies. Ons opleidingstraject biedt plaats aan deelnemers van 16 tot 25 jaar voor wie we absoluut een rol van betekenis kunnen spelen met het oog op een carrière als artiest: als acteur, scenarioschrijver of theatermaker. Een ander criterium waarop we onze selectie baseren is de mate waarin de jonge creatieveling vanuit maatschappelijk perspectief extra behoefte heeft aan omkadering. Daar komt onze participatieve insteek naar boven drijven.” Dat, en de mate waarin potentieel talent en ambitie aanwezig is, zijn de hoofdcriteria om hen een plek te geven in ons aanbod.”

Je selecteert kandidaten dus deels op basis van demografische kenmerken?

“Absoluut niet. Diversiteit zit in alles en iedereen. Het zou dan ook contraproductief zijn om deelnemers te selecteren louter op basis van die kenmerken. Wat we wel doen, is goed nagaan of ons project de kandidaat kan helpen om een maatschappelijke kloof te dichten. Komt er bijvoorbeeld een jongere bij ons aankloppen die duidelijk niet de middelen of ruimte heeft om aan theater te doen, dan kunnen wij hem meer bieden dan pakweg een jongere die al actief is als acteur en beschikt over een professioneel netwerk en een goede vooropleiding. Toch krijgen beide profielen een volwaardige kans tijdens de selectieprocedure. Wij sluiten niemand uit.”

Een duidelijke missie, maar wat betekent dat in de praktijk? Ik neem aan dat het geen gemakkelijk selectieproces is.

“We gaan doortastend te werk tijdens de inschrijvingsprocedure. Er is ieder jaar plek voor zo'n twaalf nieuwe spelers, maar krijgen een veelvoud aan kandidaten over de vloer. Met iedere kandidaat voeren we een kennismakingsgesprek waarbij we aftasten in welke mate hun beweegredenen matchen met het doel van ons project: voldoende professionele aspiraties, concrete nood aan onze begeleiding, … Dat zijn de parameters waarmee we na gaan of we een rol van betekenis kunnen spelen voor de kandidaten. Tijdens een daaropvolgend workshopweekend zoomen we in op het potentieel van iedere kandidaat. Dan heb ik het niet over hun acteervaardigheden, maar eerder over de mate waarin ze inzicht hebben in de materie: hoe bewegen ze of hoe interpreteren ze teksten.”,

Goed, de deelnemers zijn geselecteerd: what’s next?

“Dan start het eigenlijke traject dat negen maanden duurt. In die periode volgen onze deelnemers elke week workshops. Met onze inclusieve drive in het achterhoofd organiseren we die bewust in het weekend. Werk of studieverplichtingen mogen niet in de weg staan van de opportuniteit die we aanbieden.”

Hoe ziet dat traject er inhoudelijk uit?

“Ik werkte een methodiek uit die de deelnemers de kunst- en acteurswereld gefaseerd doet verkennen. Beginnen doen we met basisworkshops onder begeleiding van wisselende coaches op verschillende locaties. Dat hebben we te danken aan ons breed netwerk. Daar krijgen onze spelers de basisvaardigheden van acteren aangeleerd en verwelkomen we ook hun eigen input.”

“Tijdens de kennismakingsrondes gaan we na wat ze graag zouden willen leren en daar passen we ons programma gedeeltelijk aan aan. Zo krijgt het traject een co-creatieve touch en beseffen onze deelnemers dat ook hun eigen input waardevol is. Dat is een belangrijke boodschap voor nieuwe spelers die met een gebrek aan zelfvertrouwen kampen. Ondertussen bieden we de mogelijkheid om gratis voorstellingen bij te wonen. Partner-cultuurhuizen als DESINGEL en Toneelhuis zetten hun deuren wagenwijd open zodat onze deelnemers kunnen stelen met hun ogen. Een belangrijke stap in hun leerproces.”

“De tweede fase van het traject staat in het teken van schoolbezoeken. We doen een ronde langs kunstscholen verspreid over heel Vlaanderen en zelfs Nederland, van Brussel tot Maastricht. We bombarderen de nieuwe spelers met inspirerende infomomenten uit het kunstonderwijs. En wanneer we niet zelf op visite gaan, halen we de expertise naar ons toe. We organiseren gastspreeksessies en workshops. Onze gastsprekers delen hun persoonlijke verhalen en inzichten over carrièremogelijkheden en jobinhoud, inclusief praktische aspecten zoals statuten en loonsverwachtingen.”

Hoe stimuleer je de creativiteit van je deelnemers? groep nieuwe spelers in repetitieruimte poseert voor de foto

“Het maakt deel uit van de derde fase, die twaalf weken duurt. Daarin staat alles in het teken van repeteren, improviseren, maar vooral creëren. Aan het einde presenteren de deelnemers hun creatie voor een groot publiek in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Het gaat echter niet over een voorstelling met alles erop en eraan. Het is een presentatiemoment waarin onze spelers vooral laten zien dat ze klaar zijn om zich te tonen.

Wat gebeurt er na dat toonmoment?

“In feite eindigt het traject na negen intense maanden, maar in werkelijkheid verloopt het anders. De band die we tijdens het traject met de deelnemers opbouwden gaat veel verder dan co-creatie en coaching. We staan een heel jaar voor hen klaar, of het nu gaat over workshop-coaching of persoonlijke problemen. Die band laten we niet zomaar los. We stimuleren een gemeenschapsgevoel onder de ex-deelnemers. Die onderhouden de oude spelers deels zelf, maar wij stimuleren die ook. Zo houden we iedereen op de hoogte over casting-oproepen, we schrijven aanbevelingsbrieven, bieden tickets voor voorstellingen aan, …. Reden genoeg om met iedereen in contact te blijven en dat lukt ook. Ik heb nog contact met elke deelnemer uit de voorbije zes edities.”

Hebben de deelnemers uiteindelijk allemaal hun weg gevonden in het professionele kunstcircuit?

“Niet allemaal, maar haast iedereen doet nog iets met kunst en cultuur. In totaal zijn er achttien deelnemers die momenteel volop in hun bachelor- of masteropleiding zitten, en dat in verschillende academies. Sommigen raakten als acteur aan de bak via andere wegen, anderen kozen dan weer een ander pad en zijn er niet meer voltijds mee bezig. Volgens mij is dat een goede balans. We leveren geen beroepsacteurs aan de lopende band af, maar ik zie hoe goed iedereen bezig is op sociaal en professioneel vlak. Die progressie en zelfontwikkeling wordt aangemoedigd dankzij de sociaal- culturele insteek van ons project. We zijn meer dan een acteerschool.”

 

Wie sociaal-cultureel werk zegt, heeft het ook over activatie en sensibilisering. Hoe past dat binnen het project?

"In de eerste plaats dankzij onze inclusiegerichte missie die we promoten bij de bredere kunstsector. ‘de nieuwe spelers’ kwam er op vraag van onze partners uit Antwerpen en is dus op zich al een gezamenlijke inspanning, maar we gaan ook verder. We stimuleren diversiteit binnen de sector door op beleids-en coördinatieniveau voortdurend te overleggen met verschillende organisaties, of ze nu partners zijn of niet. We maken hen ook bewust van de maatschappelijke kloof en de wijze waarop ons project bijdraagt aan een oplossing voor die kloof.”

“We activeren door ons aanbod te verspreiden via allerhande kanalen. Zo sturen we gerichte communicatie uit naar onder meer jeugdorganisaties, onderwijzers en samenlevingsopbouw. Een strategie die loont, want onze kandidaat-deelnemers komen steeds vaker bij ons terecht via doorverwijzing. We groeien als naam binnen en buiten de sector. Daar zijn we trots op. Dat geeft niet alleen blijk van een groot engagement voor diversiteit binnen de sector, het laat ook zien dat jongeren zich comfortabel voelen binnen de creatieve ruimte die we aanbieden.”

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met StampMedia en werd geschreven door Joachim T’Sas.

Dit artikel hoort bij het parcours  'Geef jongeren creatieve ruimte' van AKB en Demos vzw.