Open muziekstudio bij Larf! waar theater en rap thuis zijn

item_left

Kwame Afriyie tijdens optreden in theaterzaal

item_right

Open muziekstudio bij Larf! waar theater en rap thuis zijn

Praktijk

"We houden altijd plaatsen vrij voor jongeren die we anders nooit zouden zien"

Theater en urban hiphop passen mooi bij elkaar in een co-creatieve ruimte. Dat bewijst Larf!, een artistiek huis voor kinderen en jongeren, vlak bij Gent-Dampoort. De kern van Larf! is theater, maar ze bieden een podium aan steeds meer kunstdisciplines. Zo vind je er sinds kort ook een muziekstudio. Die kwam er onder impuls van Kwame Afriyie. Als artistieke duizendpoot met een passie voor jeugdwerk zorgt hij er mee voor dat Larf! blijft diversifiëren, zowel qua aanbod als doelpubliek.

Kwame Afriyie tijdens optreden in theaterzaal

Larf is vooral bekend geworden dankzij zijn educatieve theaterateliers. Staat ook muziek hier hoog op de agenda?

Kwame Afriyie: “Iedere  vorm van cultuurbeleving staat hier hoog op de agenda. Onze missie is kunstbeleving bij kinderen en jongeren stimuleren en hen in contact brengen met kunstenaars van over heel Vlaanderen en Brussel. Of het nu slam poetry is of koorzang, zolang deze projecten een meerwaarde bieden voor onze doelgroep, organiseren wij ze. Wel is de muzikale touch sinds mijn komst wat meer geconcretiseerd en heeft ze wat meer ademruimte gekregen.”

Wat moeten we ons bij die extra ademruimte voorstellen?

‘Ruimte’, in de enge zin van het woord. Zo beschikken we sinds kort over een eigen, professionele muziekstudio, inclusief mixpaneel en rapmicrofoon. Daarmee kunnen we kinderen en jongeren nog beter begeleiden bij hun symfonische uitspattingen. Eerder gebeurde dat meer ad hoc en minder gecoördineerd. Nu kunnen we werken met een meer concrete structuur: wekelijkse rapateliers, een vaste open studio, namiddagworkshops beats maken … Er zijn meer tools voorhanden om de muzikale stem van jongeren te versterken.”

Is die omkadering ook de reden dat jij bij Larf terecht bent gekomen?

"Vooral omdat het hier op de juiste manier gebeurt. Ik ben al sinds 2009 actief als muzikant in de lokale scene. Ik gaf mijn studies en job op, omdat ik creatief aan de slag wilde gaan. Ik beschikte toen nog niet over de juiste omkadering, dus ging ik op zoek naar begeleiding en leerplekken in de sociaal-culturele omgeving van Gent. Plaatsen als de lokale bibliotheek, vzw’s en cultuurhuizen waren mijn vaste habitat. Ik werd er steeds prima ontvangen, maar het voelde nooit echt helemaal juist aan. Als jongere met een migratieachtergrond én hiphopambities werd ik telkens benaderd vanuit een sterk sociale insteek: ‘Leuk dat je bezig bent met muziek, maar met welke problemen kunnen we jou helpen?’ Dat kwam altijd onnodig invasief over. Het prikkelde me om het later zelf anders te doen.”

Je werd zelf sociaal-cultureel werker.

 “Tegen wil en dank. Als zoekende muzikant bouwde ik een groot netwerk uit in Gent, maar ook elders in België. Een artistieke kring die bovenal behulpzaam was: de ene vriend kon goed overweg met audioprogramma’s, de andere ontleende me graag zijn eigen mengpaneel. Mijn netwerk groeide en ik werd steeds vaardiger en meer vertrouwd met het artistieke circuit in Gent. Daardoor kwamen steeds meer mensen bij me aankloppen, ook jongeren.”

Zou je jezelf een brugfiguur noemen?

 “Zo zou je het kunnen stellen. Aanvankelijk was ik vooral bezig met de carrièregerichte kant van muziek. Talenten spotten, dat talent linken met organisaties, studio’s en shows boeken, … Tot ik merkte dat ik naast facilitator ook steeds vaker een vertrouwenspersoon werd voor die groep minderjarigen die minder in contact komt met educatieve cultuurcentra. Ik hoef je niet uit te leggen dat er op dat vlak een grote kloof bestaat bij onze jeugd. Die is vooral te wijten aan sociaaleconomische kenmerken en culturele verscheidenheid.”

Een deel van de minderjarigen valt dus uit de boot bij het aanbod van Larf vzw en consorten?

 “Maar ik bekijk het positief. Sinds enkele jaren wordt in Gent zeer veel ondernomen om doelgroepen te bereiken die zich doorgaans niet inschrijven voor cultuur-educatieve projecten als pakweg theaterateliers. Vanuit het sociaal-culturele middenveld is er een drang naar verbetering, maar ook bij het stadsbestuur is die drang er.”

“Kijk naar mijn eigen traject. Als muziekmaker en brugfiguur, nog niet gebonden aan één enkele organisatie, ging ik letterlijk op straat aan de slag met jongeren uit de buurt. Toch werden mijn prestaties als netwerker opgemerkt en werd ik door de stad Gent uitgeroepen tot jeugdambassadeur. Dat opende deuren die me tot bij Larf brachten. Eerst tijdelijk via een projectsubsidie, dan als vaste werknemer. Het pleit voor de betrokken beleidsmakers dat ze potentieel zagen in mijn netwerk en mijn methodiek. Dat Larf iemand als ik aanwerft, een mens zonder diploma maar wel met goede intenties en knowhow, is een stap in de goede richting.”

Hoe verschilt jouw aanpak met jongeren nu met de manier waarop jij destijds benaderd werd?

 “Ik stel geen ‘lastige’ vragen. Althans, in het begin toch niet. Ik sta 24/7 ter beschikking van kinderen en jongeren zonder hen af te schrikken met verplichtingen of een stramien. Wie naar mij komt om muziek te maken, help ik in de eerste plaats alleen daarmee: de juiste beats kiezen, een goede flow aanleren ... Ik censureer niets en laat hen uitspitten wat ze willen, want dan kom je te weten waar de frustraties van de jeugd liggen. Jezelf muzikaal uitdrukken an sich werkt al zeer therapeutisch. Eenmaal de connectie er is, bekijken we samen de lyrics. ‘Hoe zou je je woede anders verwoorden?’ is het soort vraag dat ik dan stel. De issues die er dan vaak uitkomen, zijn zaken waar ik of indien nodig andere professionals mee aan de slag kunnen.”

Het klinkt als een ongedwongen aanpak met veel effect. Maar hoe implementeer je ze in de meer gestructureerde werking van een goed draaiende organisatie als Larf?

 “Larf biedt me de mogelijkheid mijn eigen benadering te verzoenen met de sterke omkadering die hier aanwezig is. Neem nu het hele studiogegeven: we stellen onze ruimte open voor spontane sessies en begeleidingsmomenten, maar we bieden ook goed begeleide workshops en projecten aan. Beide leveren schitterende resultaten op. In de toekomst zou ik met onze jongerenwerking nog een stap verder durven gaan. Momenteel ben ik hier vaak aanwezig als coördinator. Ik geloof echter dat de generatie jongeren uit mijn netwerk waar ik al sinds 2016 mee bezig ben, stilaan klaar is om het heft in eigen handen te nemen. In een ideaal scenario zouden zij de muziekstudio zelf beheren en nieuwe deelnemers begeleiden. Zo zou onze werking aan een volgende generatie  worden doorgegeven zoals dat bij pakweg de scouts het geval is. Dan pas kunnen we echt spreken van een co-creatieve werking voor en door jongeren.”

Je spreekt over schitterende resultaten. Vertel.

 “Er zijn er te veel om op te noemen. Vorig jaar lanceerden we een eigen EP, een heus muziekalbum dat jongeren op enkele maanden tijd bijna helemaal zelf in elkaar staken. Het leidde zelfs tot het release-event Rap City 2.0 met een spetterende show. Zulke zaken kunnen alleen maar tot stand komen dankzij die synergetische werking waar ik het over had. Spontane jamsessies leidden tot inschrijvingen voor ateliers, waarbij deelnemers uit diverse workshops op ideeën kwamen die buiten het reguliere aanbod vielen. Toch slaagden we erin alle puntjes met elkaar te verbinden. Een aanpak die zo positief onthaald werd, dat we via Alles Kan (Gents initiatief om jongerenprojecten te subsidiëren, nvdr.) een subsidie binnenhaalden om volgend jaar een volledig album te maken.”

Waar ligt de kruisbestuiving met Larfs globale werking? We hebben het vooral gehad over doelgroepen die vooral binnen jouw netwerk en expertise liggen, maar komen die wel voldoende in contact met het hele aanbod van Larf?

 “Larf is een gevestigde waarde als het gaat over cultuur-educatieve projecten. Het aanbod, waarin vooral theater een groot aandeel heeft, is erg bekend en raakt relatief makkelijk gevuld met mensen die via de reguliere kanalen als websites of doorverwijzing makkelijk tot bij ons komen. Daarvan zijn we ons bewust. En dus worden er voor de online inschrijvingen steeds een aantal plekken vrijgehouden voor het publiek dat minder bereikbaar is. Voor een deel van de projecten zorgen we ook voor een financiële tegemoetkoming bij de inschrijvingen. Op die manier proberen we stapsgewijs drempels weg te nemen en de demografische kloof te dichten. Daarnaast denken we actief na over manieren om synergie en co-creatie te bevorderen. We organiseren geregeld Blend-momenten, waar jonge deelnemers hun artistieke talenten aan elkaar tonen. Deze mix van talenten zorgt vaak voor nieuwe creatieve ideeën en samenwerkingsverbanden. Op een hoger niveau stimuleren we initiatieven voor samenwerking, zoals ons Knal-interval. Daarbij krijgen kinderen en jongeren gedurende vijf avonden de kans om op het podium te schitteren voor een gemengd publiek.”

Raak jij als muzikant zelf nog geïnspireerd bij het zien van zulke blendmomenten?

 “Uiteraard. Ik blijf altijd  openstaan om bij te leren. De passie en creativiteit van die jonge geesten werken echt inspirerend. Hier krijg ik de kans om voortdurend nieuwe ideeën te ontwikkelen om onze co-creatieve ruimte optimaal te benutten. Op dit moment werk ik aan verschillende projecten, waaronder een hiphopmusical. Zoals ik altijd zeg: theater en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daar blijven we graag de bewijzen voor leveren, het liefst samen met onze jongeren.”

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met StampMedia en werd geschreven door Joachim T’Sas.

Hier lees je meer interviews en informatie over ons traject Geef jongeren creatieve ruimte.