Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
Outreachend en bottom-up werken in bruggenbouwproject in Aarschot
item_left
item_right
Outreachend en bottom-up werken in bruggenbouwproject in Aarschot
Een succesvolle strategie om bruggen te bouwen is het vrijetijdsaanbod organiseren op de plaatsen waar kinderen en jongeren in armoede zich bevinden: na school op school, op pleintjes, in verenigingen waar ze zich goed voelen. In dit filmpje maak je kennis met het praktijkverhaal van Aarschot. Neel Geyskens van Arktos vertelt hoe hij te werk gaat om contact te leggen en vertrouwen op te bouwen.
De waarde van outreachend en bottom-up werken
In een vertrouwde context werken, verlaagt een aantal sociale drempels: je weet dan dat de anderen in hetzelfde schuitje zitten, je hoeft je niet te schamen, je denkt minder ‘dit is niet voor mensen zoals ik’. Maar ook organisatorische drempels worden zo aangepakt (geen of lage kostprijs, geen onverwachte kosten, geen vervoer…).
Een tweede element van deze strategie is dat (oudere) jongeren in armoede zelf het vrijetijdsaanbod mee opzetten en organiseren. Niet alleen is dit sterk empowerend voor de jongeren zelf, ze leggen vanuit hun eigen ervaringen ook bepaalde accenten in de organisatie van het vrijetijdsaanbod:
- Ze weten dat de relatie voor sommige jongeren primeert op het aanbod en zetten hier eerst en intens op in. Ze bouwen sneller en makkelijker een vertrouwensband op omdat ze leven of opgroeiden in herkenbare omstandigheden.
- Ze nemen bewust een aantal organisatorische drempels weg.
- Ze plaatsen de vrijetijdscontext sneller en meer in relatie tot de levensomstandigheden van de deelnemers en slaan bruggen met andere levensdomeinen (onderwijs, welzijn, tewerkstelling…). Ze bouwen hiertoe explictiet een partnernetwerk uit. Er ontstaat een grotere nood aan en een meer belangrijke rol voor professionals.
Ieder op z’n eigen eiland?
Door outreachend en bottom-up te werken, geef je kinderen en jongeren in armoede meer kans om hun vrije tijd in te vullen, maar je dicht wel niet de kloof met de bestaande vrijetijdsaanbieders. Iedereen blijft zo in zijn eigen cirkel. En nee, participatie in een laagdrempelig initiatief leidt niet vanzelf naar participatie in een hoogdrempelig initiatief. Er zijn zeker individuele ‘succesverhalen’, maar er is geen breed bewijs voor de 'doorstroom droom’.
Volgens sommigen werk je op deze manier segregatie in de hand. Vraag is: zouden deze kinderen en jongeren plots wel deelnemen als het specifieke aanbod niet zou bestaan? Als dat niet het geval is, dan heb je eigenlijk gewoon onzichtbare segregatie vervangen door zichtbare segregatie.
Ook lijkt het voor sommigen alsof de participatie aan het ene aanbod, participatie aan een ander aanbod in de weg staat. Dat klopt niet. Kinderen en jongeren kunnen verschillende hobby’s bij verschillende organisaties combineren en genieten hier ook van. Sommige organisaties bieden een specifiek aanbod voor kinderen en jongeren in armoede dat ze nergens anders vinden. Jongeren die hun armoede-ervaring willen delen met andere jongeren in armoede, en van daaruit actie willen voeren, moeten terecht kunnen bij een aanbod op hun maat.
Inclusie blijft de moeite waard
Toch blijft het wenselijk om in te zetten op inclusieve vrijetijdsbeoefening:
- Hoe meer kans op vrije tijd, hoe beter. Het is praktisch ook gewoon onmogelijk om alle vormen van vrije tijd apart aan te bieden, en al zeker niet op alle plekken.
- Eenmaal je een bepaalde sport of andere hobby onder de knie krijgt, wil je bijleren en groeien. Ook kinderen en jongeren in armoede zijn op zoek naar uitdagingen en ondersteuning. Die vinden ze niet altijd of maar tot op zekere hoogte in bepaalde organisaties en/of circuits.
- Een aparte benadering is niet altijd nodig en wordt dan als kunstmatig ervaren. Je kan kinderen niet op een abstracte manier toewijzen aan de ene of de andere vorm van vrijetijdsbesteding.
- De kwaliteit van het vrijetijdsaanbod gaat erop vooruit als drempels worden verlaagd, en dat niet alleen voor mensen in armoede.
- Vrije tijd heeft een verbindende rol in de samenleving en kan kinderen en jongeren die opgroeien in verschillende levensomstandigheden met elkaar in contact brengen en het onderlinge begrip en de solidariteit versterken.
- Kinderen en jongeren in armoede kunnen deugd hebben van contexten waar de armoede naar de achtergrond verdwijnt en hun talenten en competenties op de voorgrond komen.