Artikel City Pirates toont wat veel sociaal-sportieve praktijken doen

item_left

item_right

Artikel City Pirates toont wat veel sociaal-sportieve praktijken doen

Pieter

Simon Van Den Bergh van Stampmedia maakte een boeiend artikel over City Pirates Antwerpen. Hij ging in gesprek met enkele beroepskrachten en schreef ook zijn persoonlijke impressies neer. We lazen veel raakvlakken met het werk van andere sociaal-sportieve praktijken in heel Vlaanderen.

Beeld: (c) City Pirates Antwerpen 

Bij Demos hebben we het artikel met veel interesse gelezen. We haalden er drie opmerkelijke vaststellingen uit die ook in ons onderzoekswerk naar sociaal-sportieve praktijken sterk naar voor komen. Die conclusies onderbouwen we met uitspraken uit het artikel. 

Dagelijks improviseren 

Het transformatieproces van 'klassieke' sportclub naar een sociaal-sportieve praktijk gaat gepaard met heel wat bricolagewerk. Dat viel de journalist van dit artikel ook sterk op:

"Bij een bezoek aan City Pirates Luchtbal valt vooral het geïmproviseerde en krakkemikkige karakter ervan op. Twee voetbalvelden, twee kleedkamers en een container die dienst doet als kantine, meer is het niet. Of toch: tegen de omheining staat het wrak van wat ooit een auto was. Pal naast het veld staat een groot sociaal woonblok."

Dit improvisatiewerk kom je ook tegen bij andere sociaal-sportieve praktijken: ze verbouwen een garage tot nieuwe sportzaal, ze richten een eigen bottom up federatie op, ze ontwikkelen een nieuwe pedagogie, ... Ze vernieuwen niet als gevolg van een uitgedokterd plan. Wel is dit stunt- en vliegwerk het resultaat van een aanpassingsproces aan de noden van een minder kansrijk doelpubliek. Het is nu eenmaal noodzakelijk om creatieve oplossingen te vinden in een omgeving waar schaarste aan ruimte of middelen een realiteit is. 

Evenwicht sociaal-sportief

Ook kan je uit het artikel afleiden dat de sociale en sportieve dimensie van de club bewaken soms een moeilijke evenwichtsoefening is. Hier wordt de hybride identiteit van een sociaal-sportieve praktijk zeer zichtbaar. Het zou fout zijn om het werk van City Pirates louter te beschouwen als sociaal werk. Zo zegt een beroepskracht:

"Voetbal is de motor van ons sociaal project. Jongeren komen naar ons om te voetballen, niet omdat we een sociaal project zijn. Veel van hen dromen ervan om door te stoten naar eerste klasse. Daarom moeten we een kwaliteit bieden."

Wat hier gebeurt is niet enkel te beschouwen als sociaal werk, maar evenmin louter sport. Je kan uit het artikel afleiden dat deze praktijk allerlei inspanningen doet om ervoor te zorgen dat de sociale en sportieve dimensies elkaar versterken. Dat lukt meestal, maar soms is het moeilijk om een evenwicht te vinden.

Dat constante schipperen tussen sociaal én sportief kom je ook bij veel andere sociaal-sportieve praktijken tegen. Ze doen het allemaal. Hun identiteit is meervoudig. Op die manier tonen ze aan dat de discussie over sport als doel of middel voor hen overbodig wordt. 

Pionierswerk  

​Sociaal-sportieve praktijken innoveren volop. Als er beroepskrachten in actief zijn, dan geven ze een nieuwe invulling aan sommige bestaande beroepen. Of ze creëren misschien wel een nieuw beroep? Dat merk je ook aan het artikel van StampMedia. De beroepskrachten van City Pirates noemen zich maatschappelijk werkers, maar in hun uitspraken merk je ook dat ze zich een beetje afzetten tegenover het klassieke sociaal werk. Beroepskracht Matej zegt over zijn rol als maatschappelijk werker:

"Ik zal me nooit zo voorstellen. Bij huisbezoeken draag ik gewoon een trainingspak, en ik heb ook geen vragenlijst of laptop bij. Daardoor nemen jongeren en ouders mij sneller in vertrouwen dan de maatschappelijke werkers van andere hulporganisaties." 

Zulke uitspraken hoor je ook bij beroepskrachten die werken in andere sociaal-sportieve praktijken. Ze zijn een beetje 'anders'. Of misschien zijn ze wel gewoon wat voor op hun tijd? Zo deed de Vlaamse kinderrechtencommissaris vorig jaar nog een pleidooi voor hulpverleners om meer in trainingspak naar het werk te komen. Een uitspraak zoals die van Matej toont dus mooi aan hoe sterk het beroepswerk van veel sociaal-sportieve praktijken getypeerd wordt door pionierswerk.

Lees hier het artikel van StampMedia.