Participatieve methodieken van Park Poétik

item_left

Cera Impulsprogramma

item_right

Participatieve methodieken van Park Poétik

Methodiek

Dankzij coaching en financiële steun van het Cera Impulsprogramma evolueerde het Brusselse festivalweekend SuperVliegSuperMouche naar de participatieve kunstenzomer Park Poétik. Dat proces kwam in een stroomversnelling dankzij de coronacrisis, waardoor er meer ruimte kwam om te experimenteren. De methodieken die daaruit voortkomen, lijsten we voor jullie op.

logo Cera Impulsprogramma

Langetermijnvisie

Voor een festival kijken betrokkenen meestal maar een jaar vooruit. Door een visuele tijdslijn voor te stellen, komt er een ander reflectieproces op gang. Zo kan je bekijken of de deadlines of inhoudelijke punten nog kloppen. De bedoeling is om een langetermijnvisie te creëren. Hiervoor gaan de organisatoren terug naar hun manifest: waarom willen ze iets organiseren en wie willen ze daarmee bereiken?

Spanning tussen bovenlokaal en lokaal

Om een langetermijnvisie helder te krijgen, is het nodig om stil te staan bij het uiteindelijke doel van het festival, namelijk kwetsbare groepen in de openbare ruimte bereiken. SuperVliegSuperMouche was in eerste instantie een lokaal wijkfeest, maar door het succes kreeg de stuurgroep meer middelen en meer uitstraling. Op den duur trok SuperVliegSuperMouche zoveel volk dat ze het slachtoffer werd van haar eigen succes en dreigde om het eigenlijke doel voorbij te schieten: het werd een bovenlokaal evenement.

Door het festivalweekend om te vormen naar een kunstenzomer waarbij kwetsbare groepen opgezocht worden in de openbare ruimte, slaagde Park Poétik erin om meer lokale bewoners te bereiken. Via de sociale media had dat dan weer een bovenlokaal effect: in totaal kwamen 300.000 mensen in aanraking met het project.

Publiek opzoeken waar het is

De organisatie van Park Poétik is het publiek gaan opzoeken in plaats van omgekeerd. Ze zoeken mensen waar ze zijn: op straat, op een plein, in een park. Hierdoor slaagden ze erin om de publieksbemiddeling radicaal om te draaien. Daar komt ook de naam Park Poétik vandaan: het is een ontmoetingsplek, een soort van park, over het volledige grondgebied.

Ont-stuurgroepen

Vanuit een artistiek comité werd de inhoud van de programmatie van SuperVliegSuperMouche verzameld, zonder echt participatief proces. Voor Park Poétik geeft de stuurgroep meer dan ooit bepaalde dingen uit handen, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Er is minder centralisatie dan bij een festival waar alles als een geoliede machine op elkaar moet inspelen. Zo kan je de stuurgroep ont-stuurgroepen en wordt de organisatie meer een platform.

Door niet enkel partners, maar ook burgers, artiesten en vrijwilligers te betrekken, komt iedereen aan bod. Zo ontstaat co-eigenaarschap. Daarvoor moet je vertrouwen geven aan meer onafhankelijke cellen, zonder dat ze naast elkaar beginnen te werken. De rol van de stuurgroep is eerder als facilitator, diegene die de mensen samenbrengt, zonder dat zij bedenken en zeggen hoe alles moet gebeuren. Op termijn zoekt Park Poétik naar een nieuwe organisatiestructuur, die bijvoorbeeld in de vorm van een vzw of coöperatieve kan zijn.

Bottom-up budget

Park Poétik luistert naar burgerinitiatieven en stelt een budget ter beschikking dat burgers zelf kunnen beheren om mee aan de slag te gaan. Drie voorwaarden voor een burgerbudget zijn:

  • Aanwezig zijn in de openbare ruimte
  • Budget openhouden
  • Mensen ter beschikking hebben om dromen mee uit te voeren 

Om via een burgerbudget impact te genereren, zijn zowel denkers als doeners nodig. Soms ontbreken de ideeën, soms zijn er ideeën in overvloed maar moet je die nog zien te realiseren. Het traject leert ook om budget over te houden voor last minute-voorstellen, omdat je niet iedereen van in het begin meekrijgt. Daarom is het zo belangrijk om in de openbare ruimte aanwezig te zijn, om een sneeuwbaleffect te creëren als mensen je leren kennen en zien wat je doet. Als je alles al vastlegt op voorhand, heb je nog weinig inspraak of er uiteindelijk nog iets kan bijkomen. Om echt bottom-up te werken, is het belangrijk om daar rekening mee te houden en ga je budget over hebben voor last minute-initiatieven.

Vergadermethodes om betrokkenheid te verhogen

De vergader- en feedbackmethodes die het Cera Impulstraject aanreikt, hebben ervoor gezorgd dat de inhoud primeert. Zo werden meetings kwalitatief in plaats van louter pragmatisch. Wat ook helpt, is een externe persoon betrekken. Die is neutraal en kan optreden als een soort van veranderingscoach. Het houdt de meetings interactief, als een soort van workshops.

Om burgers, vrijwilligers en artiesten te engageren, zijn er brainstorms of “dreamcatching sessions” opgestart. Die gaan door in kleine groepjes, van tien tot twaalf personen. De betrokkenheid wordt verhoogd door iedereen te vragen om een beeld, een object, een woord of een foto mee te nemen waardoor ze terugblikken op wat de eerste editie van Park Poétik voor hen betekend heeft. Vanuit die terugblik willen de organisatoren vragen wat hun dromen en wensen zijn voor het volgende jaar. De bedoeling is om iedereen aan het woord te laten, om zo letterlijk iedereen te betrekken. Dat gaan ze bundelen en vanuit die input bekijken ze hoe ze mensen kunnen samenbrengen via een aantal concepten, om in mini-werkgroepjes aan de slag te gaan.

Het is ook belangrijk om de concepten uit te leggen hoe ze vorig jaar gewerkt hebben, om zo iedereen mee te hebben. Het is een verhaal met heel veel verschillende componenten, dus niet iedereen maakt alles mee. Ook was niet alles gecommuniceerd. Het is belangrijk dat iedereen het volledige plaatje mee heeft. Al is het perfect werkbaar gebleken dat iedereen nogal onafhankelijk van elkaar kon werken, want er was één kernteam dat faciliteerde.

Geschreven door Sarah Vandoorne in opdracht van Dēmos.