Studio1room beveelt aan: do’s en don’ts om jongeren in gemeenschapsinstellingen te betrekken

item_left

item_right

Studio1room beveelt aan: do’s en don’ts om jongeren in gemeenschapsinstellingen te betrekken

Methodiek

Het sociaal-artistiek platform voor jongeren in gemeenschapsinstellingen studio1room brengt een inspirerend verhaal over hoe je jongeren kan bereiken die het gevoel hebben dat ze vaak niet gehoord of geaccepteerd worden. Trekker van het traject Dorien De Vidts van commusaic geeft haar do’s en don’ts over hoe je jongeren met maatschappelijk uitdagingen kan betrekken in een participatief project.

logo Cera Impulsprogramma

Do: LUISTEREN

Dorien: ‘Jongeren in een gemeenschapsinstelling voelen echt de nood om hun verhaal te doen. Je hebt vaak jongeren die al schrijven, iets doen, hun eens willen uitleven op een beat. De nood die andere jongeren hebben om creatief te zijn in hun vrije tijd, is er bij deze jongeren even goed of zelfs nog meer. Dit soort projecten kan balans en verbinding brengen in hun leven. Ze zitten in een meer uitdagende situatie, ze zitten al in een plaatsing. Hoe meer je kan doen om die pauzeknop even in te drukken, hoe beter.’

Don’t: LABELEN

Dorien: ‘We hebben de drempels in kaart gebracht van wat jongeren tegenhoudt om naar sociaal artistieke organisaties te gaan (zie kader onderaan). Eén van de drempels is dat ze het etiket van probleemjongere zouden hebben. Alle jongeren voelen de nood om gehoord te worden. Dat is zeker het geval bij jongeren in een gemeenschapsinstelling, zij willen echt bekeken worden als jongere. Ik vraag mij bijvoorbeeld nooit af hoe een jongere in de gemeenschapsinstelling terecht gekomen is. We hebben daar geen zaken mee, mij interesseert dat op dat moment niet. Voor mij gaat het om eender welke andere jongere.’

Do: ERKENNEN

Dorien: ‘Ik zie jou, ik wil horen wat je in je mars hebt, ik ben zeker van je talent. Dat zijn kleine dingen, heel menselijke dingen. We trachten ook altijd lokale en internationale artiesten te combineren. Zoals onze vaste hip hop vrijheidszanger en pedagoog uit New York bijvoorbeeld. Die komt dan speciaal voor de jongeren: die erkenning voelen dat mensen die in hen geïnteresseerd zijn, dat is cruciaal.’

Don’t: AFREMMEN

Dorien: ‘Weet je wat ik vaak hoor? “Iedereen wil rapper worden.” Dat helpt niet. Jongeren moeten ondersteund worden in hun creatieve uitlaatklep. Er zijn zoveel mogelijkheden als je met muziek aan de slag gaat. Het is niet dat je de volgende Kendrick Lamar of Coelhy hoeft te worden. Het helpt al dat er mensen komen luisteren.’

Do: MAAK HET CONCREET

Dorien: ‘Het is cruciaal dat onze partnerorganisaties concrete dingen kunnen aanbieden. Dat kan bijvoorbeeld een stage zijn of eventueel een opleiding om bijvoorbeeld zelf workshopbegeleider te worden. Zo kunnen de partners naar de jongeren toe tonen dat ze hen iets willen bieden. Organisaties worden creatiever daarin, ze denken nu veel meer na over hoe ze met jongeren in en na detentie of plaatsing aan de slag kunnen.’

Don’t: CENSUREREN

Dorien: ‘Er zijn al zo weinig momenten waarop deze jongeren “gewoon hun gedacht” kunnen zeggen. Als je dan nog eens zou censureren in een creatief proces, een proces dat op zich al zo kwetsbaar is, dan maak je het hen helemaal moeilijk. Het belangrijkste is dat de jongeren echt hun verhaal kunnen delen. Verschillende jongeren zeiden dat ze het gevoel hadden om even niet meer in de gemeenschapsinstelling te zijn door gewoon bezig te zijn met muziek.’

Do: HOUD CONTACT

Dorien: ‘Relaties blijven opbouwen is belangrijk: blijf in contact, blijf daarin investeren. Het is niet altijd even makkelijk omdat het ook vanuit de jongeren zelf moet komen natuurlijk, om dat in gang te houden. Wat we daar wel kunnen aan doen, is onze zichtbaarheid in de gemeenschapsinstellingen een stuk verhogen. Zo kunnen we laten zien: we zijn er nu en we zijn er ook nadien.’

PARTICIPATIEDREMPELS OM JONGEREN IN EN NA GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN TE BEREIKEN

  • Een gemeenschapsinstelling is een veilige omgeving. Het is anders voor jongeren om zelf naar een organisatie te stappen na hun plaatsing dan een workshop te krijgen in de gemeenschapsinstelling. Hoe meer jongeren vertrouwd geraken met de organisatie en mensen, hoe beter. Deze kloof trachten we met studio1room te dichten.
  • De creatieve mogelijkheden en artistieke projecten en organisaties worden “vergeten”. De zichtbaarheid is dus belangrijk, om het project in gemeenschapsinstellingen te laten verder leven.
  • Eens jongeren terugkeren naar hun oude omgeving, hebben ze andere prioriteiten.
  • Het kost jongeren afstand, tijd en geld om naar de partner te gaan. Altijd kijken naar de context van de jongere is de boodschap.
  • Psychologische drempel: het is voor jongeren moeilijk om iets positiefs durven toe te laten, om dat te vertrouwen, als je zelf al in een kwetsbare positie zit en heel veel hebt meegemaakt.
  • Jongeren krijgen een automatisch label van “probleemjongeren” nadat ze in een gemeenschapsinstelling gezeten hebben. Terwijl ze gewoon als jongere bekeken willen worden (zie: Don’t: labelen).

Studio1room is een initiatief van commusaic in samenwerking met Graffiti vzw, Open Talentenhuis Zinnema, JES Antwerpen, Gemeenschapsinstelling De Zande - Beernem, Gemeenschapsinstelling De Zande - Ruiselede, Gemeenschapsinstelling De Kempen - De Hutten en Vlaams Detentiecentrum De Wijngaard. In het kader van het Cera Impulsprogramma van Dēmos en Cera onderzoeken ze in een driejarig traject hoe jongeren in gemeenschapsinstellingen tijdens én na hun verblijf artistieke talenten kunnen verkennen, versterken en op een duurzame en professionele manier begeleiden. Zo creëren ze samen een sociaal-artistiek jongerenplatform.

Geschreven door Sarah Vandoorne in opdracht van Dēmos.