Een blik naar toekomstige coaching rond inclusie

Dit is een artikel uit de blogreeks over ‘impactvolle verandering in sportfederaties: wat beweegt er rond inclusie — en wat vraagt nog een duwtje?’ In deze reeks delen we de meest waardevolle inzichten uit diepte-interviews met sportfederaties. Vanuit de inzichten uit eerdere coachingstrajecten blikken we vooruit: hoe ziet het ideale coachingstraject er volgens federaties uit?
 

Een coachingstraject, whats in the name?
 

Elk coachingstraject start met een intakegesprek waarin samen met de sportfederatie één of meerdere duidelijke leervragen worden geformuleerd. Zo vroeg Atletiek Vlaanderen zich af: “Hoe kunnen we onze clubs ondersteunen om werk te maken van inclusie?” 

Op basis van elke leervraag koppelt Demos de federatie gericht aan een coach met de juiste expertise. Die coach is een personeelslid van Demos of komt uit het netwerk van Sociaal-Sportief Platform, Demos of één van onze partners. Vervolgens werken de coach en de federatie samen een traject op maat uit, met drie tot vijf coachingssessies waarin stap voor stap wordt gezocht naar concrete antwoorden en oplossingen.

Van lessons learned naar het ideale coachingstraject rond inclusie

Uit de interviews met sportfederaties blijkt dat coachingstrajecten rond inclusie reële impact hebben op de federaties. In deze blog vind je de meest betekenisvolle veranderingen ervaren door sportfederaties.

Maar hoe ziet de coaching van de toekomst eruit, zodat sportfederaties nog grotere stappen kunnen zetten in inclusie? Hoe zorgen we ervoor dat sportfederaties én hun clubs de mensen in een kwetsbare situatie op een duurzame manier aan het sporten krijgen én houden? De geïnterviewde sportfederaties hebben volgende suggesties voor Demos:

• Vergroot de zichtbaarheid en bekendheid van Demos: Breng hierbij de impact van afgelopen coachings in kaart en betrek partners zoals VSF bij de communicatie richting de sportfederatie. Een sportfederatie wil horen ‘what’s in it for me?’ via video’s of getuigenissen zodat instappen heel laagdrempelig wordt.
   
• Zorg voor een intakegesprek met nog scherpere focus: Formuleer op basis van het intakegesprek een duidelijke leervraag met een specifieke doelgroep of doelstelling, zodat het coachingstraject voldoende diepgang krijgt.
   
• Praktische ondersteuning die effect heeft op clubniveau: Sportfederaties zien Demos als de ideale partner om ook clubs te gaan coachen. Demos heeft echter geen capaciteit om sportclubs te gaan begeleiden en ziet meer kracht in het opleiden van sportfederaties en hen concrete tools aan te reiken zodat de federaties met de juiste expertise hun clubs kunnen ondersteunen en coachen. 
   
• Creëer bewustwording bij bestuur en management van federatie: de impact en het belang om te werken rond inclusie overbrengen op het bestuursorgaan en management. Dit is een optionele stap voor federaties waar inclusie nieuw is of prioriteiten anders liggen.
   
• Organiseer meer intervisie en kennisdeling tussen federaties: Elke federatie loopt momenteel een afzonderlijk traject, terwijl er veel gelijkaardige uitdagingen zijn (vrijwilligers vinden, bewustwording in de clubs). Laat federaties elkaar inspireren via workshops, netwerkdagen of zelf praktijkbezoeken in clubs of sociaal-sportieve praktijken aangesloten bij verschillende sportfederaties. Peer learning momenten zijn de ideale aanvulling op één-op-één coaching.
   
• Vergroot het aantal coachingssessies binnen 1 traject: Drie tot vijf coachingsmomenten werden als goed ervaren, toch tekenden meerdere federaties in op meerdere coachingstrajecten om voldoende tijd te hebben om bepaalde uitdagingen aan te gaan.
   
• Voorzie opvolging en langetermijnbegeleiding: na de 3-5 coachingssessies zijn bijkomende opvolgmomenten nodig (vb. na 6 en 12 maanden) om federaties te ondersteunen bij de implementatie en hen te helpen hindernissen te overwinnen. Dit kan informeel of via gestructureerde evaluatiesessies. Er is zelfs de suggestie om een lerend netwerk op te starten met de gecoachte federaties om pijnpunten en fijnpunten te delen.Continuïteit in ondersteuning voorkomt dat initiatieven stilvallen zodra het project afgelopen is.