Randvoorwaarden om als sportfederatie aan inclusie te werken

item_left

good_practice_fros_-_open_sportclub_-_coaching_demos

item_right

Randvoorwaarden om als sportfederatie aan inclusie te werken

Hanne Gyselbrecht

Dit is een artikel uit de blogreeks over ‘impactvolle verandering in sportfederaties: wat beweegt er rond inclusie - en wat vraagt nog een duwtje?’ In deze reeks delen we de meest waardevolle inzichten uit diepte-interviews met sportfederaties. We ontdekten al hoe coaching vandaag het verschil maakt – én hoe de ideale coaching van de toekomst eruitziet. Maar wat is er nodig binnen en rond een sportfederatie om die coaching echt duurzaam te laten doorwerken? In dit artikel ontdek je de randvoorwaarden die het succes van coaching bepalen.
 

Randvoorwaarden binnen sportfederatie

Inclusie in een sportfederatie verankeren is geen vanzelfsprekendheid: het vraagt aandacht, intern draagvlak, tijd van medewerkers én voldoende budget. Vaak moet inclusie nog concurreren met andere prioriteiten zoals competitie en sporttechnische ondersteuning. Federaties geven aan dat het evenwicht fragiel is en dat echte verankering alleen lukt met extra middelen van overheid of sponsors, of met een bewuste keuze van bestuur en management om tijd en budget vrij te maken. Meer bewustwording bij het federatiestuur kan daarbij een belangrijke eerste stap zijn. 
 

En de clubs mee in het inclusiebad

Om de clubs mee te krijgen in het inclusieverhaal zijn er bijkomende aandachtspunten, zeg maar randvoorwaarden waar de federatie samen mét haar clubs kan aan werken:

  • Organiseer als sportfederatie opleidingen voor bestuurders en trainers, maak inclusie bespreekbaar met inspirerende voorbeelden en leer hen hoe je specifieke doelgroepen — zoals mensen met een migratieachtergrond of een beperking — effectief kan benaderen en begeleiden. Maak tijdens de opleidingen gebruik van de scan laagdrempelige sportclub. Zo wordt onzekerheid en koudwatervrees omgezet in vertrouwen en bereidheid om actie te ondernemen vanuit hun eigen club. 
     
  • Zorg voor nabijheid vanuit federatiemedewerkers naar de vrijwilligers en trainers en trainers die (willen) werken met specifieke doelgroepen. Buig ‘inzetten op inclusie’ ook om naar een concrete kans om de clubwerking te versterken én het vrijwilligersteam uit te breiden. Op die manier kom je tegemoet aan het structureel tekort aan vrijwilligers en trainers, vooral bij kleinere sportclubs. 
     
  • Tot slot moet de ondersteuning vanuit de sportfederatie naar de clubs heel laagdrempelig en concreet blijven. Werk met stappenplannen, geef inspiratie rond mogelijke samenwerking met sociale partners zodat ze het juiste netwerk kunnen opbouwen. Laat clubs kleine stappen zetten rekening houdend met hun draagkracht. Beloon ze hiervoor zoals bijvoorbeeld Atletiek Vlaanderen. 
  •  

good_practice_fros_-coaching_demos