Tien tips voor lokale netwerken vrijetijdsparticipatie, nu en na corona

item_left

item_right

Tien tips voor lokale netwerken vrijetijdsparticipatie, nu en na corona

Artikel

Beeld via Unsplash

Fotozoektochten, slimme keuzes in hoe je kortingen geeft, samenwerkingen met mensen die kwetsbare groepen bereiken. Dat en veel meer kan je vandaag en in de komende maanden doen om mensen in armoede het vrijetijdsaanbod te geven dat ze verdienen en nodig hebben. We geven in dit artikel tien tips op basis van onze gesprekken met mensen uit verschillende lokale netwerken. 

Het jaar 2021 is nog vers en boodschappen van hoop worden afgewisseld met pessimistische geluiden. Doorbijten is de boodschap. De pandemie gaat ooit wel over. Maar voor wie deze periode moet doorkomen in armoede is de beproeving nog veel groter. De coronacrisis maakt ongelijkheden breder en dieper.

Demos polste de voorbije weken bij trekkers van lokale netwerken vrijetijdsparticipatie, vrijetijdscoördinatoren, leden van VRIJUIT, het Netwerk tegen Armoede en Welzijnsschakels naar wat er leeft op het terrein. We gingen na hoe er geanticipeerd kan worden op een heropstart van de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector, specifiek op het lokale bestuursniveau. In dit artikel delen we wat we hoorden, afgewisseld met onze reflecties en advies voor een duurzame focus op kwetsbare groepen binnen het lokaal vrijetijdsbeleid. Dit is een uitbreiding van een blogbericht dat we eerder publiceerden.

Armoede en maatschappelijke kwetsbaarheid in coronatijd … en daarna

Hoe urgent is de focus op maatschappelijke kwetsbaarheid ?

Hoog! Zoveel is duidelijk volgens de mensen met wie we spraken. De gezondheidscrisis versterkt de armoede in ons land. Dat blijkt ook uit een ruime bevraging van armoedeorganisaties door de Koning Boudewijnstichting. Er wordt gewezen op zowel een verbreding als een verdieping van de armoedeproblematiek.

Meer mensen krijgen het moeilijk, dus ook mensen die (nog) niet vertrouwd zijn met dienstverlening en sociale voorzieningen. Bepaalde doelgroepen komen pertinenter in beeld: jongvolwassenen, éénoudergezinnen, vluchtelingen en arbeidsmigranten.

De verdieping van de armoedeproblematiek wijst op de ernst van specifieke situaties, maar ook op uitdagingen die nu nog urgenter gaan spelen. Eenzaamheid oftewel sociaal isolement staat op de trieste eerste plaats. De impact op mentale gezondheid staat op de tweede plaats, al dan niet gelinkt aan familiale spanningen. En niet verrassend op de derde plaats: de digitale kloof.

Verenigingen en voorzieningen signaleren ook dat ze mensen in armoede veel minder dan voordien bereiken, los van initiatieven die op noodhulp gericht zijn. Mensen dreigen te verdwijnen van hun radar.

Wat zeggen mensen in armoede zelf?

“Lockdown? Laat me niet lachen, ik leef al heel mijn leven in lockdown. (...) Voor ons, mensen in armoede, is dat dagelijkse kost. Misschien dat de andere mensen nu eindelijk eens gaan beseffen wat wij meemaken.” Zo vat Guy Malfait van ATD Vierde Wereld in een opiniestuk treffend hoe mensen in armoede deze crisis aanvoelen. “Voor de gemiddelde Belg is de coronacrisis een crisis. Dit wil zeggen: er komt ooit een einde aan. De collega’s zien we binnenkort terug, er komt vast weer structuur in ons leven en de rust in ons gezin zal zijn weg wel terugvinden. Bij mensen in armoede valt dat perspectief soms helemaal weg.”

En wat meer is: het is er voor de meeste mensen in armoede het voorbije jaar alleen maar verder op achteruit gegaan. Het Netwerk tegen Armoede stelde een signalenbundel samen. Het stelt vast dat mensen het financieel steeds moeilijker krijgen, zelfs in de groep die niet rechtstreeks geconfronteerd wordt met inkomensverlies. Daarnaast loert voor veel mensen het sociaal isolement om de hoek en raken ze daardoor ook psychisch en mentaal in de problemen. De opgepikte signalen tonen concreet het gemis en de frustraties, maar ook wat het belang van vrijetijdsparticipatie is voor mensen met een beperkt budget.

Naast de financiële kant komen dus telkens gezondheid en sociale relaties in beeld. De harde cijfers beamen dit. De welzijnsindicator van het Federaal Planbureau daalde al in 2019. De oorzaak is een achteruitgang van de gezondheid en van de sociale relaties. De covid-19-crisis versterkte dit. Om het welzijn in België te verbeteren, moet een exitbeleid, volgens het Planbureau, zich in de eerste plaats richten op kwetsbare groepen.

Vrije tijd is welzijn en welbevinden

"Gewoon eens kunnen doen waar ik zin in heb - dat hoeft niet veel te zijn - en niet altijd moeten denken: gaat het wel?", getuigt een moeder van twee kinderen die moet zien rond te komen met een laag inkomen.

Wie moet rondkomen met een laag inkomen geeft veel minder geld uit aan vrijetijdsactiviteiten. Dat blijkt uit een recent onderzoek naar vrijetijdsbesteding van de studiedienst van de VRT. Vier op de tien mensen met een laag inkomen geeft aan dat deze activiteiten niet binnen hun budget passen. En dat is allesbehalve een luxeprobleem. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 7 procent van de Vlamingen door geldzorgen minder plezier heeft in het leven. Bij mensen met een laag inkomen is dat 42 procent.

We moeten lokale besturen niet wijzen op het belang van hun vrijetijdsbeleid voor het welzijn en welbevinden van hun burgers. Dat is intussen gemeengoed. Ook het preventief lokaal gezondheidsbeleid vindt steeds vaker raakvlakken met de lokale beleidsdomeinen cultuur, jeugdwerk en sport. Alleen moeten we nu, meer dan ooit, de inspanningen binnen het lokaal vrijetijdsbeleid, richten op kwetsbare groepen. Wat al niet evident was, wordt urgenter.

Lokale netwerken vrijetijdsparticipatie als duurzame hefboom

Terug naar ‘business as usual’? Nu het vrijetijdsaanbod grotendeels stilligt, is het niet gemakkelijk deze focus binnen te brengen. Organisaties en verenigingen die al dicht bij kwetsbare groepen stonden, hebben hun handen vol met zeer urgente noden. Heel wat mensen, ook lokale ambtenaren, zien hun jobinhoud veranderen. Dat komt naar voor in verschillende gesprekken die we hadden. De flexibiliteit en veerkracht die we daar zien is bemoedigend. Maar er is meer aan de hand.

Cultuur-, jeugdwerk- en sportorganisaties hebben het moeilijk en vragen lokale besturen om ondersteuning, liefst snel, vlot en op maat. Lokale besturen voelen de druk om zo snel mogelijk terug naar `business as usual` te gaan. De doelstelling is duidelijk: laten we ervoor zorgen dat iedereen zo snel mogelijk, op een veilige manier, terug kan opstarten. Die marsrichting is terecht. Alleen stonden kwetsbare groepen al achteraan in de rij. Hoe krijgen we ze straks, bij een heropstart, in een gelijkwaardige startpositie?

Samen komen we verder

Kwetsbare groepen in een gelijkwaardige startpositie krijgen via het lokaal vrijetijdsbeleid is niet evident. Het betekent samenwerken met en vanuit andere beleidsdomeinen en diensten. Transversaal, horizontaal, integraal … het zijn dure, maar geen nieuwe woorden voor lokale besturen die complexe uitdagingen in netwerksamenwerkingen opnemen. Meerdere diensten zijn erbij betrokken, verschillende actoren uit het middenveld, belangengroepen … moeten mee in het bad om impact te hebben. Wil je snel gaan, ga alleen. Wil je ver komen, ga samen.

Met een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie heeft een lokaal bestuur een hefboom in handen om de focus op kwetsbare groepen mee te nemen in de heropstart van het vrijetijdsaanbod. Een lokaal netwerk is een samenwerking tussen stedelijke vrijetijdsdiensten, het OCMW en actoren uit het sociaal domein. 177 Vlaamse gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie hebben een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie.

Sommige netwerken hebben vandaag een centrale rol in het afstemmen van het vrijetijdsbeleid op de gezondheidscrisis. Maar dat is lang niet overal zo. Dat kent verschillende redenen. De taakstelling, het mandaat en de inbedding van een lokaal netwerk in het bestuurlijk apparaat is anders in elke stad of gemeente. Sommige netwerken kunnen stevige strategische lijnen uitzetten en nemen de regie op. Andere bakenen af op de toekenning van kortingen en tussenkomsten.

Het lijkt ons alvast evident dat we nu vooral lokale netwerken vrijetijdsparticipatie nodig hebben die mee lijnen kunnen uitzetten en regie opnemen.

Verzamel de troepen!

Maar ook zonder extra of expliciet mandaat van een directiecomité of schepencollege kan de netwerkregisseur een verschil maken. Wacht niet om de volgende netwerkbijeenkomst op te zetten, maar bouw bruggen tussen mensen, organisaties en diensten die elkaar anders niet zouden tegenkomen: tussen mensen uit de wereld van de vrije tijd en mensen die actief zijn in het sociale of welzijnsdomein. Nodig alvast die mensen uit die mee aan deze bruggen willen bouwen.

We hebben bruggenbouwers nodig. Ga luisteren bij organisaties die werken met kwetsbare groepen. Ga in gesprek met vrijetijdsaanbieders die nu al kwetsbare groepen bereiken. Breng wat je hoorde aan noden en opportuniteiten binnen in het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie en bouw daarop verder. De acties die jullie opnamen in de afsprakennota vrijetijdsparticipatie blijven een belangrijk richtinggevend kader, maar iedereen begrijpt dat het plan geactualiseerd moet worden.

Demos kan je ondersteunen in de doorstart van je lokaal netwerk. Daarin nemen we een coachende rol op naar de netwerkregisseur. Sluit zeker ook aan op een van onze digitale praktijktafels. Om op de hoogte te blijven van dat aanbod schrijf je best in op onze nieuwsbrief ‘Vrije tijd in de netwerkgemeente’.

Inspiratie voor de agenda van het lokaal netwerk

Hieronder lees je alvast enkele zaken die je kan opnemen tijdens gesprekken en een volgende netwerkbijeenkomst:  

Beeld: Fotograaf Mike Haupt - Via Unsplash

Stimuleer de kleine ontmoeting

Met stip op nummer 1 bij de mensen die we polsten staat de nood aan ‘kleine ontmoetingen’. Momenten waar gepolst kan worden naar hoe het gaat en waar mensen eens kunnen ventileren.

Verschillende lokale besturen, maar ook cultuur-, jeugdwerk- en sportorganisaties houden via belrondes, WhatsApp-groepen of stoepgesprekken contact. Zeker in de eerste lockdown was dat het geval. Deze kleinschalige 1 op 1-ontmoetingen nemen nu wat af, maar blijven belangrijk. Zeker voor kwetsbare groepen. Bekijk hoe je vanuit verschillende diensten, organisatie en verenigingen dit soort contact kan stimuleren en ondersteunen.

Kleinschalig ontmoeten heeft heel wat mensen aan het wandelen gezet. Parken, speelpleintjes en natuurdomeinen worden herontdekt. Je kan nagaan hoe je dit soort activiteiten ook naar kwetsbare groepen kan brengen. Wacht vooral niet tot dit spontaan gebeurt. Dit staat vaak niet op de radar van wie het moeilijk heeft. Wees proactief en uitnodigend.

Solidariteit groeit. Benut dat engagement

Bij de eerste coronagolf in maart 2020 riep de Vlaamse regering mensen op om zich als vrijwilliger te registreren. Velen deden dat. In een bevraging van de vakgroep Sociologie van Universiteit Gent i.s.m. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk gaf 1 op 5 aan nooit eerder aan vrijwilligerswerk gedaan te hebben. Bovendien achtten de meeste respondenten het ‘zeer waarschijnlijk’ dat ze ook na de crisis als vrijwilliger aan de slag gaan.

De werking van heel wat verenigingen ligt nu stil. Daarmee verdwijnt het engagement van mensen niet. Integendeel. Dit is een goed moment om mensen aan te spreken op dat engagement. Misschien vind je in de atletiekclub iemand die het wel ziet zitten om inburgeraars mee te nemen op een ‘Start-to-run’. Of is er bij de lokale OKRA-groep iemand die een kwetsbaar gezin kan wegwijs maken in de bibliotheek. Misschien kan je leden van BeVegan engageren om een picknick te voorzien voor de wandeldag die de lokale Welzijnsschakel samen met de natuurvereniging opzet.

Engagement groeit uit betrokkenheid. Als lokaal bestuur kan je mee vrijwilligers helpen werven. Maar je kan ook de ideale matchmaker worden. Een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie zet overal voelsprieten uit om uiteindelijk mensen samen te brengen en zo vrije tijd voor iedereen mogelijk te maken. (Ga hier terug naar de tien tips)

Jongeren eerst

Een aantal netwerkregisseurs heeft een duidelijke focus op jongeren. “Het is een goede zaak dat georganiseerde groepsactiviteiten weer mogen doorgaan, maar wat met de ongeorganiseerde jongeren? Dat zijn vaak ook de meest kwetsbare jongeren die vooral aangewezen zijn in de openbare ruimte.”

Terecht. Jongeren hebben het moeilijk. Met de campagne f*ck69 moedigt Awel jongeren aan om met elkaar te praten over hun welzijn. Die boodschap kan een lokaal bestuur mee versterken. Je kan jeugdwerkingen en -verenigingen vragen om extra aandacht te besteden aan het welzijn en welbevinden van hun leden. Politie en stadswachten kan je hierop ook sensibiliseren.

Op de website van Bataljong vind je verder een boeiende blogs met aanbevelingen rond jeugdbeleid in coronatijd. Ze vragen ook extra aandacht voor kwetsbare groepen en geven waardevolle aanzetten(Ga hier terug naar de tien tips)

Digitaal is niet evident maar kan ook waardevol zijn

Contact houden met kwetsbare groepen is essentieel. Evident is het echter niet. Zeker wanneer het gaat over kwetsbare groepen. Ook in het jeugdwerk is het digitaal werken een uitdaging. In de blog van een jeugdwerker over de eerste lockdownweken wordt dit heel tastbaar. Het schakelen tussen digitaal en fysiek samenkomen zal waarschijnlijk nog een tijdje duren. Het delen en uitwisselen van ervaringen hierover kan relevant zijn voor heel wat verschillende organisaties. Een lokaal netwerk kan ook op dit punt een rol opnemen.

Tegelijk zien we verschillende praktijken en organisaties die ook op andere vlakken experimenteren met digitale werkvormen. Ook al vervangt het niet volledig het fysieke vrijetijdsgebeuren, toch kan ook dit zeer waardevol zijn. Verschillende cultuurspelers maken hier vandaag al gebruik van. Zo bracht bijvoorbeeld Cie Tartaren haar voorstelling ‘Hotelzeepke’ als online event inclusief nagesprekken met de acteurs. (Ga hier terug naar de tien tips)

Financiële drempels: bekijk ze ambtelijk, maar niet té ambtelijk

Lokale netwerken vrijetijdsparticipatie zetten sterk in op het weghalen van de financiële drempel naar vrijetijdsparticipatie. En terecht. De lokale armoedeproblematiek zal verbreden en verdiepen. Maar de budgetten zijn niet oneindig. Je zal dus moeten bekijken hoe groot kortingen moeten zijn en wie daar aanspraak op zal kunnen maken. Dat wordt een moeilijke oefening. Je kan alvast je best doen om voldoende budgetten te vrijwaren.

Wees je ervan bewust dat ‘mensen in armoede’ geen homogene categorie is. Je stad of gemeente kent verschillende kwetsbare groepen. De vrijetijdsnoden van iemand een mentale beperking die in een zorgvoorziening leeft, zijn anders dan die van de alleenstaande moeder met drie kinderen of van de student die moet rondkomen met een leefloon. De kinderen van krap behuisde nieuwkomers, de kranige zestiger met een klein pensioen of de horecamedewerker die het nu al enkele maanden met een vervangingsinkomen moet rondkomen … Ze kennen allemaal een hoog armoederisico, maar vallen lang niet allemaal in een ambtelijke categorie die hen recht geeft op korting of tegemoetkomingen.

De groep mensen die (nog) niet vertrouwd is met korting of tegemoetkomingen zal toenemen. Je kan nu alvast onderzoeken welke acties je in de toekomst wil ondernemen om dit te verhelpen. Doorgaans zien we drie inrijpoorten. Je kan als lokaal bestuur breed informeren en een loketfunctie voorzien. Je kan werken via actoren uit het sociale domein, zoals het OCMW, sociaal werkers, armoedeverenigingen, via scholen, de huizen van het kind … En je kan vrijetijdsaanbieders sensibiliseren.

Dat laatste is belangrijk, maar lang niet evident. Niet elke vereniging ziet graag mensen met een beperkt budget komen of weet hoe ze met hen moet omgaan. Die aanpak uitwerken en verenigingen daarin ondersteunen is iets dat vanuit een lokaal netwerk vrijetijdparticipatie kan gebeuren. (Ga hier terug naar de tien tips)

Anticipeer via de programmatie van het vrijetijdsaanbod

Het weghalen van de financiële drempel naar vrijetijdsparticipatie is belangrijk, maar lang niet het enige thema dat een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie kan opnemen. Het is minstens even belangrijk om ervoor te zorgen dat er een bruikbaar en toegankelijk aanbod is voor kwetsbare groepen.

Als straks de maatregelen versoepelen zullen er ongetwijfeld stadsfestivals, wijkfeesten en zomerbars en allerhanden pop-up evenementen georganiseerd worden. Die zijn doorgaans gratis.

Het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie kan ervoor zorgen dat deze evenementen ook relevant zijn voor kwetsbare groepen. Als het nog kan, zorg er dan voor dat ze ook doorgaan op plekken die nabij en betekenisvol zijn voor kwetsbare groepen. Zoals in wijken met een hoog armoedecijfer, in de buurt van het dienstencentrum of de zorgvoorziening.

Werk de programmatie uit in samenspraak met kwetsbare groepen of de organisaties die met hen werken. Stuur een sociaal werker of brugfiguur op pad met eet- en drankbonnetjes om mensen uit te nodigen. Dat werkt doorgaans beter dan al het dure promotiemateriaal.

Partners in een lokaal netwerk breken hun hoofd op strategieën om mensen toe te leiden naar allerhanden activiteiten. Zet ze liever samen op. Dan ontdek je onmiddellijk wat nodig is. (Ga hier terug naar de tien tips)

Je moet er niet voor betalen, maar het is nooit gratis

De financiële drempel naar vrije tijd ligt lang niet alleen in de kostprijs van een inkomticket of het lidgeld van de vereniging. Sporters en jeugdbewegingen hebben een uniform nodig, muzikanten een instrument, leerlingen van de academie een gevulde tekendoos ... Tegemoetkomingen op dit alles zijn belangrijk, maar leg je focus ook eens elders. Heeft je stad of gemeente wel voldoende vrijetijdsactiviteiten die geen, of een zeer lage instapdrempel vragen van mensen met een beperkt budget?

Jeugdwelzijnswerkers, maar vaak ook jeugdhuizen en sommige socio-culturele verenigingen, organiseren een vrijetijdsaanbod dat doorgaans gratis is en weinig eisen stelt om te kunnen deelnemen. Het lokaal netwerk kan achterhalen wie ze zijn en bekijken hoe hun aanbod versterkt kan worden.

Als samenkomen straks terug mogelijk is, wordt een brede instuif belangrijk. Lokale dienstencentra, buurthuizen, sociale restaurants maar ook andere ontmoetingsplekken hebben zo een inloopfunctie. Liever langer en wat vaker open voor wat minder volk tegelijk, dan beperkte openingstijden en mensen voor een gesloten deur.

Plekken met een laagdrempelige inloopfunctie zijn trouwens een uitstekende brug naar nieuw of ander vrijetijdsaanbod. Wil je kennismaken met een nieuw doelpubliek? Wil je aftoetsen of jouw vrijetijdsaanbod voor hen relevant is? Dan moet je vooral daar terecht voor een babbel.

Als straks de sportinfrastructuur terug opengaat, kan je ook een afweging maken. Wie wil je zeker de kans geven? Welke vereniging of groep mag gebruik maken van de sporthal op pakweg woensdagnamiddag? Weet dat je vanuit het principe ‘first come, first serve’ ongelijkheid en uitsluiting in stand houdt. (Ga hier terug naar de tien tips)

Bereid nu al de zomermaanden voor

Voor veel mensen met een beperkt budget zijn vakantiemaanden extra moeilijk. Zeker met kinderen. Ons traject 'Oh nee, vakantie!' bracht verschillende aspecten en aanbevelingen naar boven. Hoe de zomer er gaat uitzien weten we vandaag nog niet. Verschillende gemeenten zijn terughoudend om nu al een sterke zomerprogrammatie uit te werken, maar toch is het belangrijk. Ga na welk vakantieaanbod er komt en hoe maatschappelijk kwetsbare groepen daar vlot kunnen op kunnen aansluiten. Bekijk met de partners van het lokaal netwerk met welke acties je mensen kan toeleiden.

Het aanbod is beperkt en de veiligheidsmaatregelen werpen nieuwe drempels op. Daarom kan het lonen om alternatieven op te zetten. Uit een bevraging van de leden van VRIJUIT leren we dat sociale en welzijnsorganisaties zoeken naar partners die kleine,

veilige vrijetijdsbubbels kunnen opzetten met verschillende deelnemers gedurende 3 tot 5 dagen, in hun gebouwen of dicht bij hen in de buurt. Een vrijetijdsaanbod dat lang genoeg duurt om te breken met de dagelijkse routines. Maar ook een ander, misschien nog ongekend aanbod om achteraf over te kunnen vertellen. VRIJUIT gaat daarvoor op zoek naar partners. Het neemt de rol als matchmaker. Misschien kan dit jouw lokale netwerk ook inspireren om een dergelijke rol op te nemen, een gelijkaardig project op te zetten … (Ga hier terug naar de tien tips)

Anticipeer op extra uitdagingen rond toeleiding en toegankelijkheid

We willen hierbij ook waarschuwen voor de veronderstelling dat alles als vanouds zal lopen eenmaal de activiteiten hervatten. De angst om buiten te komen, is wellicht niet bij iedereen verdwenen, eenmaal de pandemie onder controle is. Er zal opnieuw sterk moeten ingezet worden op toeleiding: om nieuwe deelnemers aan te trekken, maar ook om mensen (terug) te bereiken die vroeger al van het aanbod gebruikmaakten.

Daarnaast is het ook van belang om te anticiperen op extra moeilijkheden waarmee aanbieders van vrijetijdsactiviteiten geconfronteerd kunnen worden. Sommige netwerkregisseurs gaven ons aan dat er de voorbije zomer een toename was van kwetsbare kinderen. Omdat er ook deze zomer heel wat problematieken naar boven kunnen komen, kan je nu al een (vormings)traject lopen met de animatoren om hier mee om te leren gaan.

Ten slotte zorgt ook de toegenomen digitalisering, vaak versneld door corona, mogelijk voor extra uitdagingen qua toegankelijkheid. Meer dan ooit moet er digitaal gereserveerd worden voor activiteiten en cashloos betalen wordt meer en meer de norm. Het is dan ook zeer belangrijk om oog te hebben voor mensen voor wie dit geen haalbare kaart is! (Ga hier terug naar de tien tips)

Never waste a good crisis

De uitdaging waar we voor staan is enorm, maar laat het je vooral niet verlammen. Een crisis is ook een goed moment om zaken te herdenken of te experimenteren met een nieuwe aanpak.

Denk dus vooruit en werk aan maatregelen die ook na corona relevant blijven. Het feit dat je niet bezig moet zijn met de praktische organisatie van acties en evenementen biedt misschien ook ruimte: om de plannen van aanpak te verfijnen of te overleggen met vrijetijdsorganisaties over het wegwerken van drempels.

We kunnen nu ook ideeën en activiteiten uitwerken die vroeger op de lange baan werden geschoven en die ook na corona relevant blijven. Zo is het het ideale moment om samen met de sportdienst een buddyproject op te zetten waarbij mensen leren fietsen met een fietsmaatje. Belangrijk is in elk geval dat je deze nieuwe initiatieven duurzaam kan verankeren. (Ga hier terug naar de tien tips)