Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
De staat van participatie in jeugdwerk, cultuur en sport
item_left
item_right
De staat van participatie in jeugdwerk, cultuur en sport
Beeld: Nicolas Waechter - CC BY 2.0
Ons land kent een rijk aanbod aan jeugdwerk, cultuur en sport. Opeenvolgende Vlaamse regeringen maakten er een punt van om zoveel mogelijk mensen gebruik te laten maken van dit aanbod, met extra aandacht voor die groepen die moeilijker of niet aan participatie toekomen. Participatie kreeg een plaats in verschillende sectordecreten en flankerend bundelt het Participatiedecreet uit 2008 een aantal specifieke maatregelen om de participatie aan jeugdwerk, cultuur en sport te bevorderen.
Verschillende van deze maatregelen zijn ondertussen stevig ingeburgerd, andere werden afgebouwd of on hold gezet, zoals recent nog de participatieprojecten kansengroepen. Maar hoe staat het nu met de participatie in de vrije tijd? Leidt het beleid tot meer en meer gelijke participatiekansen?
In deze artikelenreeks maken we vanuit Demos de staat op van die participatie in jeugdwerk, cultuur en sport. Verwacht geen cijfers en statistieken of een definitieve analyse. Als bevoorrechte getuige delen we vooral onze kijk op de praktijk. We leggen daarbij niet de focus op individuele organisaties en de inspanningen die ze doen. We zoomen uit en richten onze aandacht op het brede speelveld en de verschillende spelers die daar actief zijn.
Geen neutrale ruimte
Meer bepaald kijken we naar de dynamieken die spelen binnen en tussen gevestigde spelers en nieuwe initiatiefnemers. Want het sectorale landschap is geen machtsvrije of neutrale ruimte. In de jeugd-, cultuur- en sportsector zien we een dynamiek van centrum en periferie. In dit artikel lichten we die dynamiek in detail toe. In een notendop toont dit mechanisme de verschillende posities die organisaties kunnen innemen in een speelveld. Hoe centraler je positie, hoe meer aandacht en ondersteuning je krijgt van de overheid. Dit zet een dynamiek in gang waarbij organisaties in het centrum hun positie trachten te behouden en waarbij perifere spelers naar het centrum willen evolueren.
De dynamiek tussen centrum en periferie speelt ook een rol in de aanpak van het participatievraagstuk: de vraag hoe we ervoor zorgen dat iedereen die wil, kan participeren.
Onder de radar
Organisaties die zich richten op groepen die moeilijker of niet aan participatie toekomen, bekleden doorgaans een eerder perifere positie in cultuur, jeugdwerk of sport. Soms omdat ze nieuw zijn of een nieuwe werkwijze ontwikkelen. Maar ook hun keuze om te werken met mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie, plaatst of houdt hen aan de rand van het sectorale speelveld. Hoewel ze participatiekansen bieden die gevestigde spelers niet realiseren, ontvangen ze toch niet de nodige erkenning en ondersteuning.
Omgekeerd blijven gevestigde organisaties een centrale rol spelen in het beleid en discours over gelijke participatiekansen, ondanks – of net dankzij? – hun duidelijke worsteling met dit thema en het uitblijven van harde resultaten. Een doortastende aanpak van het participatievraagstuk moet volgens ons dan ook aan de slag met die dynamiek binnen en tussen nieuwe initiatiefnemers en gevestigde spelers.
We starten onze artikelenreeks in de periferie, met die praktijken die bottom-up ontstaan, onder de radar van het bestaande speelveld. Hoe realiseren zij participatiekansen in cultuur, jeugdwerk en sport? Welke ruimte claimen zij voor of door hun manier van werken? Hoe worden ze onthaald en welk groeipad voorziet de overheid voor dergelijke initiatieven?