Participatief programmeren bij JEF filmfestival

item_left

item_right

Participatief programmeren bij JEF filmfestival

Artikel

“Het klassieke model van de participatieladder vinden wij te hiërarchisch”

JEF is een unieke jeugdfilmorganisatie in Vlaanderen. Vanuit haar basisopdracht onder het Vlaams Audiovisueel Fonds zet JEF tegelijk in op distributie en filmeducatie. Participatie van kinderen en jongeren is daarbij één van de strategische doelstellingen. Sinds vele jaren ligt ook het programmeren van jeugdfilms in handen van de doelgroep. Dit gebeurt vooral bij het JEF filmfestival, waar een groep jongeren de programmatie voor 12+ op zich neemt. Karo Guetens, participatiemedewerker bij JEF, vertelt er met veel passie over en geeft enkele tips mee. Een gedragen beleidsvisie, een stevige portie tijd en de nodige flexibiliteit zijn volgens haar cruciale elementen om van participatief programmeren met jongeren een succes te maken.

Participatie als een ballenbad

JEF geeft het programmeren van jeugdfilms uit handen door aan kinderen en jongeren te vragen wat ze willen zien. De organisatie komt zo uit haar ivoren toren en wordt continu gevoed. Dit is ingebed in de bredere visie van JEF op participatie. Karo Guetens: “Kinderen en jongeren kunnen bij ons binnenstappen en krijgen verschillende mogelijkheden aangereikt. Het klassieke model van de participatieladder vinden wij te hiërarchisch. Mee kunnen beslissen, lijkt het summum, maar soms willen kinderen en jongeren gewoon een ticketje scannen of hun stem eens laten horen. Wij zien participatie liever als een ballenbad: je kan in ons aanbod springen, zo veel of zo weinig ballen vastnemen als je zelf wilt en er weer uitstappen wanneer je zin hebt.”
 

Peer-to-peer en authentiek leren

Participatief programmeren bij JEF festival gaat als volgt. Een programmator van JEF stelt een longlist van jeugdfilms samen waaruit een groep jonge programmatoren tussen 12 en 16 jaar oud vijf films selecteert. Karo was zelf nog actieve vrijwilliger bij JEF en werkt er inmiddels als participatiemedewerker. Haar rol in het hele proces is die van facilitator en coach. Ze zorgt dat de jongeren alle nodige informatie hebben en wordt bijgestaan door twee oudere jongeren, die de begeleiding van de groep jonge programmatoren op zich nemen. Deze aanpak kadert in de educatieve visie van JEF waarin peer-to-peer leren en authentieke kunsteducatie centraal staan. De basisgedachte erachter is de actieve betrokkenheid van deelnemers te stimuleren in een authentieke leeromgeving. De jongeren worden in contact gebracht met professionele filmmakers en programmatoren en leren gaandeweg wat een goede film is en hoe je een programma opstelt.

Karo: “Ik ben bij elke bijeenkomst aanwezig, maar houd me wat afzijdig. Ik zorg wel voor een bepaalde structuur en veiligheid, maar de jongeren leren in de eerste plaats van elkaar en worden uitgedaagd door professionals. We starten met het bespreken van films die makkelijk toegankelijk zijn. De twee jonge begeleiders introduceren gaandeweg vaktermen zoals een programmator of publiekswerking. Het gaat echt om samen onderzoeken en leren hoe ze een goede programmatie kunnen maken. De expertise komt zo uit de groep zelf, van binnenuit. Voor een vergoeding kiezen we momenteel niet. We hebben gemerkt dat de intrinsieke motivatie van jongeren groot genoeg is als ze maar de nodige vrijheid krijgen, hun ding kunnen doen en er echt naar hen geluisterd wordt.”

De rekrutering van jongeren gebeurt bij JEF in de eerste plaats vanuit de eigen werking. Kinderen die deel waren van de kinderjury stromen bijvoorbeeld door naar de jonge programmatoren. De oproep om lid te worden, staat het hele jaar open. Er zijn niet echt criteria om mee te mogen doen, behalve de mogelijkheid om zich te verplaatsen naar de bijeenkomsten in Antwerpen en de leeftijd, die tussen 12 en 16 jaar moet liggen. Tussen eind augustus en begin november komt de groep jonge programmatoren ongeveer om de twee à drie weken samen om de selectie te maken. Gemiddeld zitten er tien jongeren rond de tafel. De groep zelf is meestal groter, maar niet iedereen is elke bijeenkomst aanwezig. De meeste jongeren blijven zich wel engageren tot ze 16 jaar zijn. Dan stromen ze automatisch uit op basis van hun leeftijd, waardoor er telkens ruimte vrijkomt voor nieuwe jongeren.

De huidige manier van rekruteren zorgt voor een vrij homogeen publiek, voornamelijk wit en middenklasse. Om dat tegen te gaan, verspreidt JEF ook gerichte oproepen via jeugdorganisaties zoals JES Antwerpen en Kras vzw en zet het haar grote netwerk aan scholen in. Karo: “Ik spreek vaak gericht leerkrachten en jeugdwerkers aan. Toch merk ik dat er meer nodig is. Daarom zijn we met een zijtraject gestart om nog meer de superdiverse realiteit van Antwerpen weerspiegeld te zien. We geven workshops in jeugdorganisaties om kinderen te bevragen in buurten die we nog niet kennen. Ik kom veel mondige kinderen tegen, maar ze kennen en vertrouwen ons nog te weinig. Dat vraagt tijd. Er zijn kinderen die nog nooit van Borgerhout naar het Zuid zijn geweest, dus als er enkelen van hen eens naar ons festival komen, zou ik dat al fantastisch vinden. Mijn doel op lange termijn is wel dat het niet bij twee aparte trajecten blijft, maar dat er meer diversiteit in de huidige programmatorengroep komt. Daarnaast willen we ook onze structuren aanpassen. Want door meer en meer diverse jongeren te bereiken, beseffen we dat het kader van waaruit we denken en werken drempels opwerpt. Zo verwachten we dat jongeren ons vinden, zich makkelijk kunnen verplaatsen, internet hebben en dat hun ouders betrokken zijn. Dat is allesbehalve evident voor een grote groep jongeren. We staan er als organisatie voor open om die dingen te onderzoeken en in vraag te stellen.”

In november, wanneer het programma voor JEF festival vastligt, zijn er nog enkele bijeenkomsten met de jonge programmatoren rond publiekswerking en -werving. Karo: “De vraag die dan voorligt, is hoe we van het JEF festival events kunnen maken met volle zalen. We schrijven dan alle ideeën op een bord, geen idee is te gek. Dan gaan we schrappen. We kijken naar het budget en onderzoeken samen wat kan. We merken dat die avonden die we samen met jongeren georganiseerd hebben ook meer volk trekken.”

Beleid, tijd en flexibiliteit

JEF is ontstaan door een fusie van kunstenorganisaties enerzijds en een jeugdorganisatie anderzijds. Bij het jeugdfilmfestival is altijd veel ruimte geweest voor kinderen en jongeren om hun inbreng te doen en is de jeugdwerkaanpak sterk aanwezig. In de beginjaren na de fusie was het even zoeken om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, maar intussen groeit het idee dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk betrokken moeten worden. Karo onderzoekt als participatiemedewerker hoe dit nog meer geïntegreerd kan worden in de hele werking van JEF.

Karo: “We gaan binnenkort de aanpak met de jonge programmatoren ook toepassen voor 16+ers en willen kinderen en jongeren ook betrekken bij ons aankoopbeleid. Binnen het landschap van de audiovisuele kunsten voelt die doorgedreven participatieve aanpak soms nog als pionierswerk. De functie die ik nu heb, is uniek en zegt veel over hoe het bestuur en het beleidsteam van onze organisatie ernaar kijkt. Als je serieus aan de slag wil met participatie, moet je eerst werken op het beleid in die organisatie.”

Daarnaast is tijd ook een heel belangrijk ingrediënt om aan participatie te doen. Karo: “Het feit dat dit mijn functie is, dat ik daar tijd voor kan maken, valt niet te onderschatten. Experimenteren is zo belangrijk bij participatie. Je neemt eigenlijk de hele tijd kleine stapjes, kijkt wat er anders kan, met vallen en opstaan. Mensen falen niet graag, maar je gaat nooit weten of iets werkt als je het niet probeert.”

Tegelijk flexibiliteit én structuur bieden, benoemt Karo als één van haar grootste leerervaringen in het werken met jongeren: “Ik heb de neiging om een plan te maken en dit te volgen, maar met jongeren gaat dat alle kanten uit. Ze komen niet opdagen, hebben examens, je kan hen niet bereiken tijdens de kantooruren, enzovoort. Je moet hen die vrijheid geven en afstand durven nemen. Laat het los! Tegelijk bied ik wel structuur. Zo blijven we voorlopig bij onze keuze om te werken met een door ons samengestelde longlist. Ik worstel daar soms wel mee. Drukken we onze ideeën niet te veel door? Maar ik weet uit ervaring dat als we het helemaal openlaten, er weinig gebeurt. Maar je kan het natuurlijk wel nu en dan eens proberen opentrekken en terugschroeven indien nodig.”

Benieuwd naar andere praktijken die participatief programmeren? Lees dan meer over o.a. het Curatorenprogramma van 30CC,  de Clubconcerten van CC het SPOOR, B-scene(rs) van BUDA, Kraakcollectief van het Liers Cultuurcentrum of De Avonden van kleinVerhaal.

Dit interview kadert in het lerend netwerk van het Cera Impulstraject CURATORENPROGRAMMA rond participatief programmeren.
Tekst: An Van den Bergh (stafmedewerker kunst- en cultuurparticipatie Dēmos vzw)