Demos is een team nomadische kenniswerkers. We volgen maatschappelijke ontwikkelingen die de cultuur-, jeugdwerk- en sportsector vormgeven en werken aan gelijkheid en participatie. We staan voor cultuur, jeugdwerk en sport die aansturen op maatschappelijke veranderingen en bouwen aan een meer open, inclusieve en democratische samenleving.
Art for All - Participatief programmeren bij Globe Aroma
item_left
item_right
Art for All - Participatief programmeren bij Globe Aroma
Foto: (c) Globe Aroma
Sinds het begin van haar twintigjarige bestaan, stelt de Brusselse artistieke werk- en ontmoetingsplaats Globe Aroma een maandelijkse culturele agenda samen voor kunstenaars en kunstliefhebbers met een achtergrond als nieuwkomer. De Cultuurlijn vervelde tot Art for All, waarbij de focus meer ging liggen op het hele proces van participatief programmeren en eigenaarschap van de community. Demos ging in gesprek met Amina Saâdi, de community octopus van Globe Aroma. Amina is verantwoordelijk voor alle communicatie, zowel extern als met de Globe Aroma community. Daarnaast coördineert ze het project Art for All.
Dēmos: Je bent in 2021 begonnen bij Globe Aroma en nam ook het project Art for All onder de arm. De coronacrisis was toen nog volop bezig. Hoe verliepen die eerste maanden?
Amina: “Voor mij was het heel belangrijk om eerst de community en het netwerk van Globe Aroma te leren kennen. Ik ging in die eerste maanden op bezoek bij kunst- en cultuurhuizen en bij de organisaties die onze doelgroep begeleiden, zoals Terra Nova, BON, Pigment, Cire en Bxl Refugee. Vroeger was het project Art for All vooral verbonden met BON en Klein Kasteeltje, maar intussen is dat netwerk veel breder. Bovendien moest ik de programmatiegroep opnieuw samenstellen. Eigen aan de mensen waarmee wij werken, is de tijdelijkheid en precariteit van hun situatie. Ze wachten op een beslissing over hun statuut, op een job of huisvesting. Sommigen hebben het mentaal heel moeilijk. Ook de coronacrisis had een grote impact. De bestaande programmatiegroep was dus niet meer zo krachtig. Er waren nog mensen die verder wilden doen, maar er kwamen ook nieuwe mensen bij. Een paar maanden na mijn start bij Globe Aroma kwam de nieuwe programmatiegroep voor het eerst opnieuw samen. Ik heb hen in die beginfase veel vragen gesteld. Hoe was het vroeger? Wat vonden ze goed en minder goed?”
Dēmos: Waarom vinden jullie het organiseren en participatief programmeren van culturele uitstappen zo belangrijk?
Amina: “Art for All is een manier om mensen in contact te brengen met Globe Aroma. We zijn een plek voor artistieke ontmoeting en ontwikkeling. We bieden ateliers maar ook ondersteuning voor kunstenaars en creatievelingen. Daarnaast is er ons co-creatieplatform waarbij we mensen met en zonder artistieke achtergrond ondersteunen in een gemeenschappelijke vorm van kunstontwikkeling. Via Art for All leren wij nieuwe mensen kennen met een passie of interesse om een eigen creatief luik te ontwikkelen. Bovendien is het een manier om verbindingen te maken met het kunstenveld. Waar De Cultuurlijn eerder een klassieke vorm van cultuurbemiddeling was, zet Art for All dankzij de inspanningen van mijn voorganger Nora Mahammed veel meer in op die methodiek van participatief programmeren. Dit geeft nog meer kansen aan onze community om nieuwe aspecten van het kunstenveld te leren kennen en hun stempel te drukken.”
Foto: (c) Globe Aroma
Dēmos: Hoe pakken jullie het concreet aan?
Amina: "In onze methode staan drie pijlers centraal: de programmatiegroep, het salon en de ambassadeurs. De programmatiegroep stelt elke maand een cultureel programma samen voor de maand erna. Aan het begin van die maand organiseren we het Art for All Salon. Onze community kan dan komen luisteren naar het aanbod en beslissen wat ze willen zien. De ambassadeurs begeleiden de groep tijdens de culturele uitstappen.
De programmatiegroep bestaat uit een tiental mensen met een achtergrond als nieuwkomer. Ze komen één avond per maand samen, meestal op maandag. Soms is dit bij Globe Aroma, maar we doen dat ook vaak bij een kunstenhuis zoals bij Theatre Molière in het kader van het Asmara-Addis Literary Festival. Mijn rol is die van facilitator. De methode die ik toepas, zou ik omschrijven als transfer de connaissance. Dat gaat in alle richtingen. De deelnemers begeleiden mij evenzeer als omgekeerd. Er zijn er bij die intussen een sterke kennis ontwikkeld hebben van het kunstenveld, zoals Kamal Kawsara en Trésor Kalala Mukendi.
Ik heb de voorbije maanden verschillende werkvormen uitgeprobeerd. Het is een permanente zoektocht, maar ook leuk voor de groep om afwisseling te voorzien. Soms leggen we brochures, smartphones en laptops op tafel en bladert iedereen daar individueel door. Het nadeel daarvan is dat deelnemers meer terugplooien op wat ze al kennen. Ik vind het belangrijk dat de deelnemers hun eigen keuzestijl ontwikkelen, maar even goed nieuwe dingen blijven ontdekken. Door corona is de nadruk minder op brochures komen liggen en meer op dialoog. Zo heb ik eens twee uur input gegeven aan de hand van videobeelden. We werken ook vaak samen met organisaties om een bepaalde focus te leggen, zoals met KunstenfestivaldesArts. Dan bekijken we samen die ene brochure. Of Sofia Dati en Bouchra Lamsyeh, programmatoren bij Beursschouwburg en Bâtard Festival, kwamen langs om hun werking en programmatie toe te lichten. Het is leuk als iedereen dezelfde informatie krijgt en op die manier in discussie kan gaan."
Dēmos: Hoe verlopen die gesprekken en discussies?
Amina: “We komen vaak uit bij vragen die ook in het kunstenwerkveld actueel zijn. Zoals de vraag of je wel of niet moet programmeren voor een niche publiek. Zo stond eenzelfde voorstelling op Batard Festival de ene avond enkel voor ‘Global Majority/BIPOC’ publiek (red: Global Majority refers to people who are Black, Asian, Brown, dual-heritage, indigenous to the global south, and or have been racialised as 'ethnic minorities) en de volgende avond voor een breed publiek. Er werd daarover gepraat en ze kozen om naar de voorstelling voor het brede publiek te gaan. Vaak is de selectie die gemaakt wordt heel anders dan ikzelf of de betrokken programmator vooraf hadden ingeschat. Deelnemers die al langer meedraaien, programmeren ook echt met onze community in gedachten. Bijvoorbeeld: ‘Ik denk dat de taal hier goed gaat werken’. Of ze geven tips om een brochure toegankelijker te maken. Dat is voor mij ook een vorm van talentontwikkeling die belangrijk is bij programmeren: het denken vanuit een empathische blik.”
Dēmos: Lukt het om vrij vlot tot een selectie te komen?
Amina: “Ik heb een sjabloon gemaakt met kolommen waarin de titel, datum, discipline, belangrijke info over de voorstelling (bvb taalaspecten, het gebruik van naaktheid of geweld) en motivatie gezet kan worden. Elke deelnemer krijgt zo’n blad en kiest een vijftal voorstellingen uit. Dat leggen we samen en we kiezen die voorstellingen uit die het meest zijn gekozen en voor een gevarieerde selectie zorgen. Zo houden we rekening met een mix aan disciplines en we zorgen ervoor dat de voorstellingen verspreid staan over de hele maand. Soms gebeurt het ook dat het pleidooi van één deelnemer zo vurig was dat die voorstelling er toch bijkomt. Aan het einde van de rit selecteren we 4 à 6 voorstellingen voor de daaropvolgende maand.
Foto: (c) Globe Aroma
Dēmos: Wat is dan de volgende stap?
Amina: “Elke eerste maandag van de maand organiseren we ons Art for All Salon. Meestal zit er één week tussen de bijeenkomst van de programmatiegroep en het salon. In die week contacteer ik de huizen van de gekozen voorstellingen om alvast tickets opzij te houden. We starten om 18u30 met een drankje en wat snacks. We noteren de gegevens van iedereen, want vaak zijn er nieuwe mensen via onze partners. Ik leid de avond in en licht kort de werking van Globe Aroma en Art for All toe. Dan stellen onze programmatoren zelf het programma voor in verschillende talen: Nederlands, Frans, Engels en Arabisch. De deelnemers kiezen een tafel naargelang de taal van hun keuze. Soms worden ook kunstenaars uitgenodigd tijdens een Salon om iets te komen vertellen over hun werk. Aan het einde kan iedereen een post-it met hun naam en telefoonnummer plakken op de voorstellingen die ze graag willen zien. Vervolgens ga ik weer aan de slag om bij de huizen te bevestigen hoeveel tickets we nodig hebben.
De daaropvolgende maand spreken we voor elke activiteit af bij Globe Aroma. Vooraf stuur ik iedereen die ingeschreven is een herinnering via sms. De ambassadeurs zijn vrijwilligers die de avond zelf in goede banen leiden. Meestal zijn ze met twee per activiteit. Regelmatig ben ik er zelf ook bij, maar zeker niet altijd. Ik geef de ambassadeurs een enveloppe met tickets, info over de voorstelling, een deelnemerslijst en indien nodig ook vervoersbewijzen. De tickets zijn gratis voor de deelnemers en we betalen ook één of twee drankjes bij elke uitstap. Meestal wordt onze groep verwelkomd door een publiekswerker van het huis. Soms is er een inleiding of nagesprek voorzien. Na de voorstelling zetten we een groepsfoto in de Art for All whatsapp groep."
Dēmos: Welke tips of lessen rond participatief programmeren kan je meegeven aan anderen?
Amina: “Ik wil volgend jaar nog meer trajecten opzetten rond taal. Tijdens mijn verkenningsfase maakte ik kennis met verschillende initiatieven rond taal en dat inspireerde enorm. We zouden ook kunnen gaan programmeren bij bepaalde organisaties of asielcentra. Dat kan nog meer een laagdrempelige opstap zijn naar onze werking en naar participatief programmeren. Daarnaast wil ik nadenken hoe we een visuele map van het Brusselse kunstenveld kunnen maken, digitaal of fysiek. Verder denk ik dat feedbackmomenten heel belangrijk zijn om op adem te komen en terug te kijken naar wat we hebben gedaan. Daar betrek ik ook graag programmatoren van kunstenhuizen bij, want die kunnen veel hebben aan onze gesprekken. De Art for All community heeft op vele zaken een interessante kijk. Ik vind het belangrijk dat programmatoren, curatoren en publiekswerkers hun blik open houden. Onze community is niet louter publiek maar heeft een waardevolle stem en feedback die nog veel meer gehoord kan worden.”
Dit interview kadert in het lerend netwerk van het Cera Impulstraject CURATORENPROGRAMMA rond participatief programmeren.
Tekst: An Van den Bergh (zelfstandig deskundige participatie en inclusie in opdracht van Dēmos vzw en Cera)
Benieuwd naar andere praktijken die participatief programmeren? Lees dan meer over o.a. het Curatorenprogramma van 30CC, de Clubconcerten van CC het SPOOR, B-scene(rs) van BUDA, Kraakcollectief van het Liers Cultuurcentrum, De Avonden van kleinVerhaal, TROEP van cc Leopoldsburg en JEF Filmfestival.